op het vuur geworpen worden, hij werpt hout op het vuur, hij gaat naar het venster, hij gaat naar de schrijftafel, 's avonds eet hij niet, zijn maag verteert niet wel.
En ondertussen wordt hij ouder. De oorlog is vergeten en vergeefs geweest. God bestaat niet, of de katolieken geloven niet in Hem, zegt Teddy. En hij is bleek geworden, hij neemt te weinig beweging en hij hoest. Hij zal er van doodgaan beweert de meid. Er wordt een zending op het dorp gepreekt, en iedereen heeft dat gehoord, de twede avond zit de predikant op de luitenant. Laat u niet verleiden door de verergernisgever, die de vriend van de boze is, die God verzaakt en bevecht. Zwicht alle omgang met hem, houdt u ver van de besmetting af. En 's anderendaags gaat de pater Teddy bezoeken om de uitslag van zijn sermoen te bespeuren. Maar na een kwartuur vliegt hij buiten. Lees eerst het Evangelie heeft de luitenant gezegd.
Hij hoest en Elza van de bakker hooft het. Zij vraagt aan de meid: wat is dat? En de meid: het is zijn maag die geen voedsel meer verteert. Als zij nu de luitenant ziet spreekt zij van zijn maag. Ik heb u horen hoesten, zegt zij meewarig. Kan ik u helpen? Hij zit met zijn pennemes in zijn handen, hij snijdt er onwillekeurig mee in zijn wijsvinger, zij ziet het bloed en hij kijkt ook naar het bloed. En dan kijken zij naar elkander. En wie heeft er nu medelijden? Hij glimlacht en zegt: het is nu toch te laat.
Ja, want de geus zal niet lang leven. God heeft zijn straffende hand over de bolchevist gestrekt. Er komt een jezuiet op het dorp de vasten preken. En op Pasen zelf gaat die geestelike bij Teddy op bezoek. Hij is te vier uur binnengegaan, te zes uur is hij er nog. Zij hebben samen in de hof gewandeld, nu zitten zij in de voorkamer.
- Pater, vraagt Teddy, gelooft gij dat zoveel honderd jaren geleden Christus die God was op vandaag verrezen is?
- Ja ik geloof het.
- Maar weet gij het zeker, onomstootbaar?
- Ik weet het zeker omdat ik het geloof. Ik geloof het niet omdat ik het weet.
Teddy zegt moest ik geloven, ik zou een heilige worden. En moest ik er niets van geloven, ik zou me zelfmoorden.