De Tijdstroom. Jaargang 1
(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 205]
| |
Klank en kleurOnze organen reageeren niet afzonderlijk op 'n indruk. 'n Zelfde prikkel beinvloedt min of meer alle zintuigen, het eene al meer dan het andere. Uit hoofd- en correlatieve impressie ontstaat, na veelvuldige herhaling 'n totaalbeeld. Dat er tusschen klank en kleur 'n zekere overeenkomst bestaat werd reeds lang intuitief gevoeld. In 1704 nam Newton proeven om 'n parallel tusschen het zonnespectrum en de intervallen der phrygische toonladder op te bouwenGa naar eind(*). Maar 't is uiterst moeilijk 'n wel bepaald iets (de klank) te vergelijken met 'n vager, minder bepaald gegeven (de kleur). Zoo heeft men reeds rood bij 400 trillioen trillingen per seconde. Bij 460 trillioen trillingen heeft men nog rood. Neemt men echter als te vergelijken punten het zichtbaar einde van het spectrum, verder de (±) scheidingslijn tusschen geel en oranje en dan de uiterste grens van 't blauw, dan bekomt men de verhouding van 8-10-12, die we in 't akkoord do-mi-sol terugvinden. Door physische kennis dacht men het psychologisch proces te kunnen oplossen. Maar 'n mathematische overeenstemming sluit daarom nog geen wezensverwanschap in. Vocalen klinken, hebben dus iets muzikaals in zich, zoodat bij woordgebruik en woordvorming het probleem klank-kleur weer gesteld wordt. Zoo schreef Rimbaud dit beroemd sonnet: A noir, E blanc, I rouge, U vert, O bleu, voyelles
Je dirai quelque jour vos naissances latentes.
A, noir corset velu des mouches éclatantes
Qui bombillent autour des puanteurs cruelles,
Golfe d'ombre, E, candeurs des vapeurs et des tentes,
Lance des glaciers fiers, rois blancs, frissons d'ombelle
I pourpres, sang craché, rire des lèvres belles
dans la colère ou les ivresses pénitentes;
U, cycles, vibrements divins des mers virides,
Paix des pâtis semés d'animaux, paix des rides
Que l'alchimie imprime aux grands fronts studieux;
O, suprême clairon plein des strideurs étranges,
Silences traversés des Mondes et des Anges;
- O l'oméga, rayon violet de ses yeux.
Poésies. - ed. Mercure de France.
Bij Guido Gezelle zijn talrijke versregels te vinden waarin woorden met zwaren klank ook donkere kleuren oproepen. Daar, waar 'n hel, kleurenrijk voorwerp onder 't spel van licht en schaduw stilaan doffer en somberder wordt gaat dit gepaard met 'n verzwaren van den klank -. In de tweede stroof van ‘Casselkoeien’ heet het: ‘Hoe der koeien lief getal van vouw en verven luiden’ .... die louter bruin van haar,
als zooveel bloemen bloeien....
Daar zijn der, roode als vier,
castanje bruin geboende;
naar donkerbaaide bier
naar bijkans zwart bier doende;
beglinsterd en beglansd;....
Talrijke voorbeelden uit de litteratuur en de omgangstaal zouden hier kunnen geciteerd worden. - Dat sommige taalphilosophen al eens 'n stapje verder gingen en 'n heele theorie opbouwden, mag ons dan ook niet verwonderen. Ze beweerden dus: de wisselwerking tusschen kleur en klank is van beslissenden invloed geweest bij 't ontstaan der taal. Voorwerpen waarin 'n zelfde kleur domineerde werd door 'n zelfde klank (of klankverbinding) aangeduid. Door 't bijvoegen van medeklinkers zouden deze oerwouden zich langzamerhand van mekaar onderscheiden. - 'n Lange lijst voorbeelden om die theorie te staven is wel op te maken. De nog talrijker uitzonderingen vergeten we natuurlijk. oe, met donker photisma - bloed, boezem, boer, groef, moeras, vloek, moede. | |
[pagina 206]
| |
i, met hel photisma - (het onbepaalde, enz.) wit, blik, flits, licht, minne, bliksem. Maar tusschen woord-klank en beteekenis (gevoelswaarde) is 't verband alleen toevallig en niet noodzakelijk. Zoo wordt de zelfde klank aangewend voor de meest uiteenloopende begrippen, waarbij van overeenstemmend gevoel noch schijn noch gedacht is (God, zot, lof, rot, - hemel, kemel...) Muzikale klank, woordklank, kleur, ze hebben elk 'n uitgesproken gevoelswaarde - Meer dan 'n gevoelswaarde zal het ook niet zijn. In dien geest, moeten we Rimbaud's sonnet lezen. Maar het probleem schijnt toch niet zoo eenvoudig te zijn om op te lossen. Men is echter tot de ontdekking gekomen, dat zekere menschen 'n klankindruk dadelijk met 'n kleursvoorstelling associeeren. Deze kleurindruk heet ‘Photisma’. Het photisma kan statisch zijn (landschap of constructief visioen) of wel dynamisch (bewegende voorwerpen of punten of lijnen of vlakken). Soms verwekt het zelfde geluid jaren lang dezelfde reflex. Dit feit zou de psychologen dus toelaten rustig te experimenteeren om eindelijk de verborgen synthese te ontdekken. Aan het onderzoek naar het funktioneel ontstaan der photismen, werd weldra 'n ander gelijksoortig probleem verbonden: klankbeeld door 'n gezichtsindruk opgewekt. 'n Hamburger professor, George Anschütz, leerling van Binet, vatte het heele probleem weer aan. Hij beschikte daarbij over talrijke kleur-hoorders en klank-zieners die zich tot talrijke experimenten leenden. Langs empirischen weg maar tevens scherp analyseerend, lukte het hem 'n talrijk feitenmateriaal te verzamelen en volgens zekere algemeene eigenschappen te ordenen. Deze algemeene eigenschappen beschouwde hij dan als ‘wetten’ en paste ze op normale menschen toe. De uitslagen bewezen dat hij het bij het rechte einde had... Samen met Dr. H. Hein en Dr. F. Mahling gaf Anschütz het eerste deel der ‘Farbe-Ton-Forschungen’ uit (1927) dat als basis voor de volgende opzoekingen gebruikt werd. Op 't eerste kongres (1927) dat zich met dit probleem onledig hield werd 'n tentoonstelling ingericht van honderden teekeningen en schilderijen die als photismen werden voorgesteld. Lukt men er in de talrijke verschijnselen van photismen en phonismen definitief in wetten vast te leggen (voor zoover dit in de zielkunde doenlijk is) dan beschikken we over 'n middel meer om de menschelijke psyche dieper te peilen.
Muziek genieten is echter toch geen geestelijk plaatjes kijken!
H. OPDEBEECK. |
|