straties - Hoe ver staat Leo Piron hier af van Valerius De Sadeleer, wiens invloed hij eens niet ontgaan kon.
De Sadeleer schildert winterlandschappen, vlaamsche weilanden en akkers. En vooral schildert hij de lucht weids en indrukwekkend.
Leo Piron echter schildert de huizen van het dorpje Etichove, de kerkjes en de kappeltjes en de eenzame bomen. Niet alleen de aarde schildert hij, maar de dingen die aan de aarde de werkelikheid en de beweging schonken.
Bij De Sadeleer, de tot droom gestolde natuur, de harmonieuze sereniteit; bij Piron, het rythme en de stijl, de beweging en het leven, de gekristaliseerde synthese.
Leo Piron vreest weleens voor die roerloze eentonigheid, die de eenzaamheid van het buitenleven hem zou kunnen brengen.
Een paar doeken getuigen van deze onrust, een paar doeken waarin hij zoekt naar direkter weergave van bloedvoller leven - (Twee paarden op de akker. - De man en de vrouw. - De koestal -) Hierdoor bewijst hij, ook figuren te kunnen tekenen met scherpe lijn en gevoelvolle kleur, maar zijn persoonlikheid ligt niet daar; wel in de rustige melankolieke huizekens, in de begijnhofstille kerkpleintjes en in de diepe ruimte die hij suggereert door de vlakke presiese tekening der dingen. En ik meen dat ook hier zijn terrein groot genoeg is.
De landschappen, die Leo Piron van zijn lange reis in Bretanje en Frans-Vlaanderen meebracht en zo pas in de ‘Galerie Louis Manteau’ ten toonstelde belichten een niew facet van zijn merkwaardig talent.
Meer naar het expressionisme georienteerd toch bijwijlen herinnerend aan Vincent van Goch geeft hij een beeld van Bretanje, zoals weinigen dit vóór hem hebben gedaan.
Hoe ook verder de evolusie in deze jonge Kunstenaar zich voltrekken moge, wij hebben vertrouwen in hem, omdat hij ons, zo jong nog, reeds duurzame schoonheid te schenken vermocht -
Pieter G. BUCKINX.
De mens schreewt naar zijn ziel; heel onze tijd wordt een enkele noodschreew. Ook de kunst schreewt mede, in haar diepe duisternis; zij schreewt om hulp, ze schreewt naar de geest: dat is het ekspressionisme.
H. Bahr. ‘Expressionismus.’