De Tijdstroom. Jaargang 1(1930-1931)– [tijdschrift] Tijdstroom. Tijdschrift voor kunst en letteren, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 130] [p. 130] Sonnet Urb. Van de Voorde Zoo blijven zwart in mist en kou de boomen als had geen zon ooit hun zware rust met d'ijlen, diaphanen slaap doorsust waar zij hun lentes eindloos in verdroomen. - Wat baat ook gloed, wat, zomers pure aromen, voor wie in heerlijkheid en onbewust Sluimrend aan zich verschemerende kust wereld en tijd aan zich voorbij laat stroomen? O donker slapen Gods: o wachtend woud! Sinds ik steeds weer kom dwalen langs uw dreven werd veel dat diep en goed is mij ontvouwd; De oerheilige achtergronden van uw leven, niet langer deinzend voor mijn eenzaam streven hebben mij zacht met de eeuwigheid vertrouwd. Vorige Volgende