schieten. De oorzaak hiervan moest gezocht worden in de selectiecriteria van de auteurs, waarbij de frequentie (komt een woord regelmatig voor in het Middelnederlands) een (te) grote rol had gespeeld. Verder werd dit ook veroorzaakt door de contrastieve benadering van de auteurs. Deze hield in dat woorden die in de loop van de tijd niet noemenswaardig van vorm of betekenis veranderd zijn, niet als ingang werden opgenomen of dat alleen de niet met het hedendaags Nederlands vergelijkbare betekenis werd gegeven. Zo merkte Maaike Mulder in haar beoordeling in Spektator 15 (1985/1986) het volgende op: ‘Bij het voorzetsel dore, doer wordt dus wel aangegeven dat het “ondanks”, “om, terwille van” en “wegens” kan betekenen, maar niet dat het ook “door” is’ (p. 286). Dat dit tot verwarring kan leiden, hoeft geen betoog.
De redacteuren van de herziene uitgave hebben de kritiek op de bruikbaarheid van het woordenboek niet naast zich neergelegd. Het aantal ingangen is uitgebreid van ca. 12000 naar ca. 15500. Over een contrastieve benadering wordt in de inleiding niet meer gerept en het aantal betekenissen is bij sommige trefwoorden uitgebreid. Zo wordt bij het voorzetsel dore, door nu ook aangegeven dat het ‘door, door...heen’ kan betekenen. Het is jammer dat vervolgens niet ook het zelfstandig naamwoord dore, door in de betekenis ‘deur’ is opgenomen. Dit zou geen overbodige luxe zijn geweest.
Ik heb de eerste 50 regels van Beatrijs nog eens proberen te vertalen vanuit het gezichtspunt van een beginnend student Nederlands. Niet alle lastige woorden zijn te vinden in het Middelnederlands Lexicon. Zo zijn de woorden quale en wedermoet uit de passage ‘Bi wilen comter af scande, / Quale, toren, wedermoet; / Bi wilen bliscap ende goet’ niet als trefwoord opgenomen. Bij het opzoeken van quale stuitte ik op nog een ander probleem. Woorden die beginnen met een q- zijn gelemmatiseerd onder de letter k-, zonder dat er bij de q- naar verwezen wordt. Bij de c- wordt trouwens ook niet verwezen naar de k-. Toch is het Middelnederlands Lexicon zeker bruikbaarder dan zijn voorganger, want het Woordenboek Middelnederlands bleef in meer gevallen het antwoord schuldig. Daarin was bijvoorbeeld het woord ende in de betekenis ‘einde, slot’ niet opgenomen, waardoor de volgende passage misschien moeilijk geïnterpreteerd kon worden ‘God moet mi onnen / Dat ic die poente moet wel geraken / Ende een goet ende daer af maken [...]’. Wanneer men echter een vertaling helemaal tot een goed einde wil brengen, dan kan men waarschijnlijk toch beter zijn toevlucht nemen tot het Middelnederlandsch Woordenboek van Verwijs en Verdam of het Middelnederlandsch Handwoordenboek van Verdam, want daar staat vrijwel alles in. Het Middelnederlands Lexicon is echter wel veel goedkoper dan deze twee boeken en bevat ook een aantal Middelnederlandse woorden die ontdekt zijn bij het werken aan het Corpus Gysseling en die nog niet zijn opgenomen in het Middelnederlandsch Woordenboek en en het
Middelnederlandsch Handwoordenboek.
Margit Rem