Signalement
Kinderverhalen - geen sprookjes : Vijfde P.C. Hooftlezing, uitgesproken op donderdag 14 december 1995 in de Aula van de Universiteit van Amsterdam / door Anne Baker. - Amsterdam : Vossiuspers AUP, 1996. - 27 p. ; 21 cm. - (P.C. Hooftlezingen ; 5) ISBN 90-5629-022-3 Prijs: ƒ 17,50
Deze vijfde P.C. Hooftlezing werd uitgesproken in december 1995 in de Aula van de Universiteit van Amsterdam tijdens de door de studenten georganiseerde ‘week van de biografie’. Baker besloot de ‘biografie’ te bekijken in het kader van haar leeropdracht en richtte zich dan ook op het proces van het leren van taal bij kinderen en de rol die biografische verhalen daarin spelen. Wat voor informatie bieden biografische verhalen over taallerende kinderen over dat proces van taalleren en hoe kunnen we met behulp van die informatie dat proces beter beschrijven en verklaren? In een helder betoog, waarin stapsgewijs wordt ingegaan op een aantal vragen, worden enkele min of meer bekende gevallen genoemd of kort besproken zoals Winston Churchill, Helen Keller, en Keesje, ‘de zoon’ (p. 14) van Jac. van Ginneken S.J. Vanzelfsprekend krijgen de kinderen van de bekende William en Clara Stern (Die Kindersprache, 1907) ruimschoots aandacht.
Baker merkt op dat er twee kaders zijn waarbinnen onderzoek naar taalontwikkeling wordt gedaan. Binnen het ene wordt aangenomen dat taal ingebed is in de hele ontwikkeling en binnen de andere gaat men ervan uit dat taal een aparte module is. Hoewel beide benaderingen wetenschappelijk legitiem zijn, meent de auteur dat niet alle aspecten van de taalontwikkeling binnen het tweede kader verklaard worden. Een van de conclusies luidt dan ook dat de biografie van een kind in ontwikkeling ‘een belangrijke bron van informatie’ voor psycholinguisten blijft; echter, slechts bepaalde informatie zal uiteindelijk relevant zijn voor de taalverwerving (p. 21).
Het boekje is verzorgd uitgegeven en op plezierige wijze geïllustreerd.
Jan Noordegraaf