Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 107
(1991)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J.M. van der Horst en R. Storm
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voornaamwoordelijk bijwoord ook te wensen overlaat, de enumeratieve definities maken herkenning en aanwijzing in teksten over het algemeen goed mogelijk. Over wat wel en wat niet een betrekkelijk voornaamwoordelijk bijwoord is, bestaat weinig verschil van mening. In dit onderzoek hanteren wij de gangbare opvatting. Met enige nadruk moet hier gezegd worden, dat dit pragmatisch uitgangspunt niet inhoudt dat wij het betrekkelijke voornaamwoordelijk bijwoord zouden erkennen als een aparte categorie naast het aanwijzende en het vragende voornaamwoordelijk bijwoord. Veeleer zal het relativum hier, net als elders, beschouwd moeten worden als een gebruikswijze van het demonstrativum of het interrogativum. Maar ook deze kwestie valt ver buiten het onderhavige beperkte onderzoek. De vraag of het betrekkelijke voornaamwoordelijk bijwoord een woord is of een woordgroep, die misschien voor de verschillende eeuwen verschillend beantwoord moet worden, hebben wij evenmin vooraf willen beantwoorden. Ook al spreken we gemakshalve van betrekkelijk voornaamwoordelijk bijwoord, we laten in het midden of we de geschiedenis van een woord of van een woordgroep behandelen. Naar onze mening kan deze vraag zelfs niet vooraf beantwoord worden. Het antwoord zal juist gebaseerd moeten worden op allerlei onderzoek als dit. Tot slot van deze inleiding wijzen wij erop, dat we met ‘gesplitst’ voornaamwoordelijk bijwoord en met ‘gescheiden’ plaatsing louter bedoelen aan te geven dat bij bijvoorbeeld hier en mee het element mee niet onmiddellijk volgt op hier maar pas na één of meer woorden. Vooralsnog kiezen we dus de gangbare terminologie, zonder daarmee de ‘ongesplitste’ vorm oorspronkelijker, frequenter, echter, dieper of beter te vinden. Zolang er nog zo weinig zicht is op de aard van deze woorden of woordgroepen, zou men ook wel kunnen spreken van ‘verbonden’ en ‘onverbonden’, maar deze termen hebben als nadeel dat ze minder gangbaar zijn en bovendien dat ‘ongesplitst’ geen binding hoeft in te houden.
Het onderzoek
In dit artikel worden twee veranderingen in de geschiedenis van het betrekkelijke voornaamwoordelijk bijwoord (vanaf nu: bvb) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de 13de eeuw tot nu verkend. In de eerste plaats de vervanging van d-vormen door w-vormen; vergelijk:
In de tweede plaats is onderzocht hoe gescheiden plaatsing (zie 1) en ongescheiden plaatsing (zie 2) zich in de verschillende eeuwen tot elkaar verhouden. Beginnend bij de 13de eeuw hebben wij uit elke eeuw 100 à 125 bvb's verzameld. Er is gebruik gemaakt van zeer divers materiaal, zowel naar genre, stijl als dialect, zoals moge blijken uit de lijst. Per eeuw zijn gemiddeld 4 verschillende teksten gebruikt. Uiteraard zijn uit de gekozen trajecten steeds alle bvb's genomen. Het spreekt vanzelf dat zo'n 4 teksten per eeuw, hoe divers ook, niet veel genoemd kan worden in verhouding tot het hele taalgebied. Wij zijn ons daarvan bewust. Het alternatief echter, op zo'n onontgonnen terrein als dat van de bvb's, is ofwel een strikte beperking tot één dialect (vgl. Gerritsen 1987 en 1989, waar dit soms al niet haalbaar blijkt door gebrek aan teksten, en conclusies soms op enkele zinnen gebaseerd moeten worden), ofwel een onderzoek op basis van een tien of vijfentwintig keer zo groot corpus, maar ook dan kan men zich nog afvragen of het representatief is. Representativiteit is een kwestie van graad. Tot slot zij nog vermeld dat aan de schrijfwijze, aaneen of met spatie, geen aandacht is besteed. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De uitkomstenDe uitkomsten laten zich als volgt weergeven:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 108]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel 1.
Tabel 2.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Behoudens enkele zinnen in de Ferguut, waar ons inziens niet zonder willekeur gekozen kon worden voor een relatieve gebruikswijze, deden zich verrassend weinig interpretatieproblemen voor. In de Ferguut vonden wij acht zinnen die niet zonder meer duidelijk waren. In de eerste plaats zinnen als Ic ben die knape, wetekeye! / Daer met scopte mijn her Keye (1017-1018). De editie van Rombauts, De Paepe en De Haan geeft in een noot ‘met wie’; hier is dus bij 1098 gekozen voor een bijzin. Nu kon in een bijzin inderdaad het subject nog wel achter de persoonsvorm staan (vdHorst 1984a, 79) en deze lezing leidt tot een bruikbare interpretatie. De plaatsing van het subject in bijzinnen nog na de persoonsvorm is echter ook in het vroege Middelnederlands zeldzaam. Het ligt daarom veel meer voor de hand om vers 1018 op te vatten als hoofdzin: dat leidt evenzeer tot een soepele interpretatie. Bovendien heeft dit het voordeel dat het ons vrijwaart van een wonderlijke uitzondering: namelijk van ongescheiden bvb's uitsluitend in bijzinnen met het subject na de persoonsvorm. Wij accepteren die uitzondering pas wanneer vast zou staan dat 1018 inderdaad een bijzin is, quod non. Hetzelfde in 1628, 2214, 3055, 3086 en 3415. Een ander problematisch geval in de Ferguut zijn de verzen 1276 en 2492. Enen casteel hi vore hem sach / Daer over ene brucge lach (2491-2492). Interpretatie van 2492 als bijzijn is heel wat beter te verdedigen dan bij het hierboven genoemde type, maar noodzakelijk is het niet. Juist in de Ferguut, waarin frequent zinnen voorkomen als Ferguut ten coninc orlof nam (vdHorst 1984b), zal rekening gehouden moeten worden met een oude volgorde die het werkwoord achteraan plaatst. Met andere woorden: we kunnen met 1276 en 2492 twee 13e-eeuwse uitzonderingen hebben op het beeld van tabel 2 en figuur 2 maar zeker is het niet. WI is een bron die bestaat uit teksten uit verschillende dialecten. De 18 bvb's uit WI, allemaal gesplitste d-vormen, waren als volgt over de dialecten verdeeld: 9 Vlaamse, 5 Hollandse, 3 Brabantse en 1 Limburgse. Deze uitkomst geeft vooralsnog geen aanwijzing voor scherp dialectverschil. De uitkomsten van de andere 13de-eeuwse teksten trouwens evenmin. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BesprekingDe vervanging van d-vormen door w-vormen vertoont een regelmatig beeld. In het onderzochte corpus komen in de 13e en 14e eeuw enkel d-vormen voor, de eerste w-vormen verschijnen in de 15e eeuw, in de 16e en 17e eeuw is de verandering in volle gang, in de 18e en 19e eeuw zijn w-vormen reeds in de meerderheid, en in de 20e eeuw zijn de d-vormen totaal verdrongen. Het is niet uitgesloten dat de meestal conservatievere schrijftaal langer d-vormen behouden heeft dan de spreektaal en dat de feitelijke overwinning door de w-vormen iets eerder plaatsvond, maar in grote lijnen zal het geschetste beeld juist zijn. De d/w-verandering heeft zich geheel binnen de onderzochte periode voltrokken en is compleet. Minder duidelijk is het beeld bij de gescheiden/ongescheiden plaatsing. Op het eerste gezicht lijken gescheiden bvb's van eeuw tot eeuw het veld te ruimen voor ongescheiden bvb's, tot in de 19e eeuw, waarna die ontwikkeling tot een keerpunt komt en gescheiden bvb's weer in opmars zijn (zie tabel 2 en figuur 2).Ga naar eind2 Men zou echter evengoed een andere conclusie uit deze gegevens kunnen trekken, namelijk dat in het onderzochte corpus tussen de 13e eeuw en de 19e eeuw de gescheiden d-vorm totaal verdwenen is en dat in de 19e eeuw iets geheel nieuws opduikt: de gescheiden w-vorm. Een aanwijzing dat de gescheiden w-vorm als vernieuwing gezien moet worden, zou men kunnen zien in de huidige verhouding spreektaal/schrijftaal. Uit de frequentiewoordenboeken van Uit den Boogaart (1975) en De Jong (1979) zou men kunnen concluderen, dat in het hedendaagse Nederlands in schrijftaal de ongescheiden bvb's het meest frequent zijn, terwijl in spreektaal de gescheiden bvb's de overhand hebben (zie ook ANS 1984, 390). Omdat schrijftaal doorgaans conservatiever is, zou men kunnen vermoeden dat de gescheiden w-vorm een vernieuwing is. Een tweede argument om de gescheiden w-vorm als betrekkelijk recente vernieuwing te zien, is misschien gelegen in het materiaal van het WNT. In de afleveringen 573 t/m 575 worden van waaraan t/m waarzonder in totaal 41 w-bvb's behandeld. Blijkens de citaten zijn het vrijwel uitsluitend ongescheiden vormen. Alleen bij waaraan, waarher, waarin, waarnaar, waarop en waarover worden, als ter- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
loops, één of twee citaten gegeven met gescheiden w-bvb. De gescheiden w-bvb's zijn voor het overige zozeer afwezig, dat de gebruiker van het WNT zou kunnen denken dat ze met opzet ongenoemd bleven, bijvoorbeeld omdat ze niet als woord erkend werden. In geen van de lemmata wordt er iets over gezegd. Navraag bij de auteur van de bedoelde lemmata, dr. F.J. Heyvaert, leerde ons dat dat geenszins het geval was. Het WNT-materiaal bevatte nu eenmaal hoegenaamd geen gescheiden w-bvb's (‘Gelooft u mij, WNT-excerpeerders schieten op alles wat beweegt’). Bovendien is in dit verband van belang dat in de zojuist genoemde zes lemmata waar dan wel één of twee gescheiden w-bvb's genoemd zijn, dit steeds laat 19de-eeuwse citaten zijn. De enige uitzondering vinden we s.v. waarin met twee gescheiden w-bvb's uit 1598 en één uit 1784. Dr. Heyvaert was zo vriendelijk ons ook het niet-gebruikte WNT-materiaal ter inzage te geven. Dat leverde, zoals te verwachten, niet veel meer op: nog enkele gescheiden vormen van waar/in (1891 en 1899) waar/mee (1898) waar/naar (1891) waar/op (1895) waar/toe (1598 en 1891) waar/van (1866 en 1891). Kortom, ook het WNT lijkt te suggereren, net als de frequentiewoordenboeken, dat gescheiden w-bvb's een (laat 19de-eeuwse) vernieuwing zijn, afgezien van de vier uitzonderingen uit 1598 en 1784. Er zijn echter belangrijke bedenkingen tegen deze opvatting. We mogen namelijk niet uitsluiten dat de gescheiden w-vorm in de spreektaal al eeuwen bestaat en teruggaat op de oude mogelijkheid van gescheiden plaatsing, d.i. wel de d/w-verandering ondergaan heeft maar niet de verandering naar bijeenplaatsing. Het is namelijk zeker dat schrijftaalconventies bijeenplaatsing eisten. De ogenschijnlijke toename van gescheiden w-vormen in de 20e eeuw zou in dat geval toegeschreven moeten worden aan een vrijere houding ten opzichte van de traditionele schrijftaalnorm. Een mogelijkheid die eeuwenlang slechts in de spreektaal gangbaar was, dringt dan de laatste honderd jaar tot de schrijftaal door. Het al veel langer bestaan van gescheiden w-vormen dan ons corpus suggereert, wordt, behalve door de enkele uitzonderingen in het WNT-materiaal, bevestigd door de woorden van Bilderdijk (1826, 348-349): ‘Tot de omvatting van verscheiden woorden waarvan | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wij hier spreken, behoort ook het van een scheiden der voornaamwoorden van hun nasleepend van, aan, door, bij, mee, in; 'tgeen de Fransch of Latijn nabootsende pedanterie met grote zorgvuldigheid als een misdaad van Staat tracht te ontwijken, om dat bij voorbeeld 't Latijn cuius, unde, hinc, inde, en 't Fransch dont, duquel, auquel zegt. De ware Hollander zegt, waar ik zeer van verwonderd was, waar ik mij hartelijk in verheugde; waar ik om gehaat werd’;() ‘en dwaaslijk willen de schoolvossen van de latere tijden waarvan ik verwonderd was, waarover ik verblijd was, waarin ik mij verheugde (...) enz. Laf gerammel van die noch gehoor, noch gevoel, noch verstand hebben voor de samenvlechting eener rede! Niet dat het waaraan, (...), waardoor, in zich-zelfs kwaad is, maar zich daaraan te binden is stijve eenvormigheid’. Bilderdijk laat ons niet alleen zien dat er toen een schrijftaalnorm was ten gunste van ongescheiden vormen, maar ook dat gescheiden w-vormen geenszins ongewoon waren in 1826. Uitgebreider onderzoek en vooral eventuele vindplaatsen of getuigenissen van gescheiden w-vormen in de 16e t/m 18e eeuw zullen de geschiedenis van de gescheiden w-vorm verder moeten ontwikkelen. Nu al kunnen we ook verwijzen naar het getuigenis van Weiland (1811), deel 11 (W-Z) blz. 5: ‘Deze zamenstellingen mogen niet weder gescheiden worden, gelijk in de spreektaal doorgaans geschiedt, en zelfs bij anders goede Schrijvers dikwerf aangetroffen wordt...’. Dit overwegende menen wij dat bij de bvb's de huidige frequentie-verhouding in schrijftaal/spreektaal (resp. veel ongescheiden en veel gescheiden bvb's) niet opgevat moet worden als aanwijzing van een vernieuwing in de richting van gescheiden bvb's. Gegeven het feit dat gescheiden (w-)bvb's in spreektaal al zeker 200 jaar voorkomen (zie Bilderdijk 1826, Weiland 1811 en de uitzonderingen in het WNT), gegeven dat er een schrijftaalnorm was pro ongescheiden bvb's (zie Bilderdijk 1826 en Weiland 1811) zodat wellicht de spreektaalgeschiedenis van gescheiden w-bvb's veel verder teruggaat, gegeven dat de toename van gescheiden w-bvb's uitsluitend in laat 19e-eeuwse en 20e-eeuwse schrijftaal geconstateerd is (zie ons corpus en het WNT), gegeven de schrijftaalrevolutie van de tweede helft 19e eeuw (Roorda, Multatuli, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kollewijn enz., ‘schrijf zoals je spreekt’), is het veel aannemelijker te spreken van een toename van gescheiden w-bvb's in schrijftaal. Of er in de afgelopen twee à drie eeuwen ook in de spreektaal een toename was van gescheiden w-bvb's, daarover valt op dit moment bijna niets te zeggen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het verband tussen de twee veranderingenDe vraag ligt voor de hand of er verband is tussen de d/w-verandering en de verschuiving van gescheiden bvb naar ongescheiden bvb in de 13e t/m 19e eeuw. Heeft de één de ander teweeggebracht, hebben zij een gemeenschappelijke oorzaak, of is het maar toevallig dat ze in de tijd min of meer gelijk op gaan? De vervanging van d-vormen door w-vormen doet zich op een veel breder front voor (vdHorst 1988) en zal dus hoogstwaarschijnlijk een oorzaak hebben die gelegen is buiten de verschuiving van gescheiden bvb naar ongescheiden bvb. Onze uitkomsten wijzen echter evenmin op een omgekeerde gevolgelijkheidsrelatie. Immers, als de d/w-verandering de oorzaak was, dan zouden we de volgende stadia mogen verwachten:
Het ziet er echter naar uit dat het zo gegaan is:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SlotDe verklaring van de geschetste veranderingen is nog niet in beeld. Dat is overigens in de historische grammatica eerder regel dan uitzondering. Ofschoon er uiteraard ook wel naar een verklaring gezocht moet worden, zal die vermoedelijk toch pas in zicht komen nadat veel meer bekend is over hoe de veranderingen verliepen. Ons onderzoek is niet meer dan een aanzet. Zo verdienen bijvoorbeeld de volgende kwesties ons inziens de aandacht:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adressen van de auteurs: Melchior Treublaan 6 2313 VG Leiden Schelpenkade 49 2313 ZX Leiden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijst van gebruikte teksten en tekstgedeelten
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|