traagzaam
Kiliaan: traegh-saem. Lentus.
Het woord traagzaam, dat volgens Van Dale tot de ‘literaire taal’ behoort, heeft als oudste bewijsplaats in het W.N.T. een tekst uit 1621 van P. Hondius (uit Vlissingen).
trawant
Kiliaan: Trawant. i. trouwant. (in het Etymologicum stond reeds: Trouwant. Satelles...sax. drauant.)
Volgens Franck-Van Wijk komt trawant ‘nog niet bij Kil.’ voor en volgens J. de Vries ‘eerst na Kiliaen’. Het M.W.B. vermeldt truwant, trouwant enkel met de betekenis van bedelaar, landloper; voor trawant, dienaar van een vorst vinden we in het W.N.T. toch reeds een bewijsplaats uit 1596.
Vermoedelijk is Kiliaans bron voor sax. drauant de Nomenclator van Chytraeus, die schrijft: Satelles, stipator, Cicer. ein Drauante (Hamburg, 1594, kol. 118).
trek (in het aangezicht)
Kiliaan: treck des aen-sichts. Filum, lineamentum faciei: physionomia vel tractus faciei. gal. traict.
Deze betekenis van trek staat nog niet in het M.W.B. en de oudste bewijsplaats ervoor in het W.N.T. komt uit Huygens (1633). Het is mogelijk dat Kiliaans kanttekening onder invloed staat van het Dictionnaire van Thierry: Le traict du visage, Ductus oris, Lineamentum; hierop kan de toevoeging gal. traict wel wijzen.
verzadigen
Kiliaan: ver-saedighen. Satiare. ger. ersettigen.
Het M.W.B. vermeldt enkel de vormen versaden en (later-mnl.) sadigen; in het nog niet uitgegeven materiaal van het W.N.T. komt de oudste bewijsplaats voor versadighen uit Lansbergen (1604). Bij Franck-Van Wijk vinden we over deze vorm: ‘nog niet bij Kil.’