Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 57
(1938)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
De scheepsnaam KarbasIn het Woordenboek der Nederlandsche Taal (Dl. VII, kol. 1594) vindt men een artikel Karbas (karrebas) als ‘de naam van eene soort van sloep welke een groot schip met zich voert’. Over de etymologie volgt dan een gissing: ‘men is geneigd te denken hier met eene omzetting van barkas (barrekas) (Dl. II, kol. 1024) te doen te hebben’. Hoe begrijpelijk en zelfs aannemelijk deze gissing op het eerste gezicht ook moge schijnen, toch kan zij moeilijk juist zijn: men heeft hier ongetwijfeld met een geheel ander woord te doen. De eenige bewijsplaats die het Woordenboek geeft is uit de Voyagie van den Heere Koenraad van Klenk, Extraordinaris Ambassadeur van haer Ho: Mo: aen Zyne Zaarsche Majesteyt van Moscovien (blz. 21), welke gezantschapsreis plaats had in de jaren 1675-'76 en waarvan dit relaas het volgend jaar in 1677 te Amsterdam verscheen. De aanhaling luidt: ‘Yder boot heeft by zich oock twee of drie en sommige meer jollen en karrebassen, die achter aan slepen, en met de welken men ... somtijdts aen lant vaart, terwijl de boot langsamelijck voortraakt’. Wat de plaats van handeling betreft, bevinden wij ons hier in het Noorden van Rusland, meer bepaaldelijk in Archangel, vanwaar het gezantschap, mede door de zorgen van den goeverneur Feodor Polievktovič Naryškin, over de rivieren naar Moskou zou worden gevoerd. Wat den tijd aangaat, zijn wij hier, gelijk gezegd, in de tweede helft der zeventiende eeuw. Maar ook nog in onzen tijd kan men het woord in geschriften over het Noorden van Rusland aantreffen. In de Engelsche vertaling van het boek van den voormaligen goeverneur van Archangel Alexander Platonovich Engelhardt, getiteld A Russian Province of the North (translated from the Russian by Henry Cooke, Westminster 1899), leest men op blz. 192 in het hoofdstuk over Nova Zembla (Novaia Zemlia): ‘As we were starting | |
[pagina 58]
| |
for Karmacula we met a karbass, or big boat, piled high up with geese, all of which had been killed by one Samoyede family’. In de New English Dictionary zoekt men het woord karbass tevergeefs en ook voor het eenige jaren geleden verschenen supplement op dat monumentale werk had men blijkbaar niet de beschikking over een bewijsplaats. De gissing ligt nu wel zeer voor de hand, dat het woord dan ook eigenlijk noch Nederlandsch noch Engelsch is, maar Russisch, al is het dan, zooals in 't vervolg blijken zal, toch ook weer niet oorspronkelijk Russisch. De heer A.M. Lovjagin, die de Voyagie van den Heere Koenraad van Klenk in het Russisch heeft vertaald (als uitgave van de Archeographische Commissie, St. Petersburg 1900), geeft het woord karrebas van den oorspronkelijken tekst dan ook weer door Russ. karbasGa naar voetnoot1); en zoo zal omgekeerd in het origineele Russische boek van A.P. Engelhardt dit woord ongetwijfeld worden aangetroffen, waar de Engelsche vertaling karbass heeft. Het in het Noorden van Rusland en in Siberië gebruikelijke woord karbas treft men aan in de beide groote Russische lexica, het voltooide van Dahl en het in bewerking zijnde der Akademie. De klemtoon valt in het Russische woord doorgaans op de eerste lettergreep; naast kárbas komt in Siberië ook kárbaz voor: het verschil tusschen den scherpen en zachten sisklank hoort men in de verbogen vormen (evenzoo Tungús naast Tungúz voor een Toengoes; mv. Tungúsy naast Tungúzy); en naast kárbaz hoort men ook karbáz met het accent op de tweede lettergreep, bepaaldelijk in Transbaikalië, terwijl in het Noord Oosten van Siberië, aan de rivier de Kolyma, zooals men aanstonds zien zal, het woord kárbas in het meervoud niet het gewone kárbasy, maar karbás'ja heeft. Volgens het woordenboek van Dahl (in den derden druk, | |
[pagina 59]
| |
onder toezicht van Baudouin de Courtenay, St. Petersburg 1905), is de kárbas: ‘een boot van de Witte Zee, gewoonlijk voor 4 tot 10 riemen, met twee sprietzeilen; zij varen op de rivieren en op zee tot uitoefening van haar bedrijf’Ga naar voetnoot1). Men heeft ook kárbasy van grooter afmeting met een roef of kleine kajuit achter, zoo b.v. de Cholmogorskij karbas, de karbas van Cholmogory bij Archangel. Het woordenboek van de Akademie (ao. 1908) voegt hier nog aan toe, dat de kárbas ‘het noodzakelijke toebehooren uitmaakt van alle groote vaartuigen, die uit het goevernement Wologda naar Archangel gaan’Ga naar voetnoot2). De eerste definitie zal van toepassing zijn op de karbass in het boek van Engelhardt; de laatste op de karrebas in de Voyagie van den Heere Koenraad van Klenk. In de 18de eeuw komt volgens het woordenboek der Akademie ook een vorm karbus voor, waarvan het een tweetal bewijsplaatsen geeft. In Siberië is de kárbas of kárbaz volgens beide lexica ‘een groote platboomde boot voor transport’Ga naar voetnoot3), terwijl de karbáz van Transbaikalië een ‘parom’ d.i. een praam of pont is. Van de dialektwoordenboeken heb ik dat van het dialekt van Archangel door PodvysockijGa naar voetnoot4) kunnen raadplegen, alsmede het idioticon van het dialekt van het Kolymagebied door BogorazGa naar voetnoot5). Dus nagenoeg twee eindpunten in het Westen en in het Oosten van Europeesch Rusland en Siberië aan de Noordelijke IJszee. Beide woordenboeken geven kárbas in het algemeen weer met ‘lodka’ d.i. boot. Podvysockij somt voor de Witte Zee en aangrenzende rivieren en wateren tot Nova Zembla toe verder wel meer dan tien verschillende soorten van kárbasy op met de definities en vermeldt ook den ver- | |
[pagina 60]
| |
kleinvorm karbasók, terwijl Bogoraz voor het N.O. van Siberië (Kolyma) als meervoud van kárbas, zooals wij reeds boven zagen, karbás'ja geeft. Ten slotte vindt men bij den eersten nog de afleidingen kárbasnyj in kárbasnaja artél': werklieden-coöperatie in de haven van Archangel voor het vervoeren van lading naar de zeeschepen door middel van karbassen; kárbasnik: eigenaar of bestuurder van een karbas; waarvan weer afgeleid is het w.w. kárbasničat': zich bezighouden met, zijn werk maken van het vervoer per karbas. Bij Podvysockij wordt ook de ongetwijfeld juiste etymologie van het woord vermeld. Russ. kárbas moet ontleend zijn aan Finsch karvas: boot. Of Podvysockij, in wiens woordenboek zoovele Finsche leenwoorden voorkomen, de eerste is geweest die op den Finschen oorsprong heeft gewezen, weet ik niet. In hetzelfde jaar, waarin zijn woordenboek van het Archangelsche dialect het licht zag (ao. 1885), verscheen de derde druk van Grot's welbekende Filologische Onderzoekingen (Filologičeskija Razyskanija)Ga naar voetnoot1), waarin (Dl. I, blz. 584 vlgg.) een lijstje voorkomt van Finsche woorden in het Russisch, doch karbas treft men daaronder niet aan. Wel vindt men de etymologie later (ao. 1894) bij Mikkola in zijn bekende verhandeling, getiteld Berührungen zwischen den Westfinnischen und Slavischen SprachenGa naar voetnoot2) (blz. 118). En dan wordt zij natuurlijk ook gevonden in de dissertatie van Richard Meckelein (Berlin 1913) Die Finnisch-Ugrischen Elemente im Russischen, waar men op blz. 37 leest: ‘karbas (Arch.) “kleines mit Segeln versehenes Ruderschiff auf dem Weiszen Meere”; vgl. finn. karvas “scapha minor portatilis”’, zie ook blz. 24, waar een aantal aan het Finsch door het Russisch (Noord-Russisch) ontleende woorden voor booten en haar onderdeelen bijeengebracht staan. Uit het Finsch laat zich ook het accent van kárbas op de eerste lettergreep verklaren, dat in het Oostelijk deel van | |
[pagina 61]
| |
Siberië hier en daar op de volgende (tweede) lettergreep blijkt te zijn overgegaan: karbáz in Transbaikalië en het mv. karbás'ja aan de Kolyma. Het door Podvysockij vermelde verkleinwoord karbasók heeft op echt Russische wijze den klemtoon op den (Russischen) verkleiningsuitgang. Ten slotte, wat betreft den overgang van de Finsche v (d.i. w) van karvas in de Russische b van karbas, kan men wijzen op een parallel geval bij een anderen door de Russen van de Finnen overgenomen scheepsnaam; ik bedoel de in het Russische Oostzeegebied bekende benaming voor een soort van zeilboot láiba uit Finsch laiva, welk woord reeds in de middeleeuwen in het Oud-Russisch in den vorm loiva wordt aangetroffen, met name in de Annalen van de oude handelsstad NowgorodGa naar voetnoot1). Ook Litausch laivas: ‘boot, schip’ beschouwt men als aan Finsch laiva te zijn ontleendGa naar voetnoot2), hoewel het omgekeerde ook wel wordt staande gehoudenGa naar voetnoot3). Leiden r. van der meulen | |
[pagina 62]
| |
NaschriftNog een tweetal aanvullingen bij het bovenstaande mogen hier een plaats vinden. In het Russische zeemanswoordenboek van VachtinGa naar voetnoot1) staat karbas met twee verschillende accenten vermeld, zoowel op de eerste als op de tweede lettergreep, dus kárbas en karbás. De definitie luidt: ‘boot, door de bewoners van het goevernement Archangel gebruikt’Ga naar voetnoot2). Zagen wij boven, dat de karbas in Rusland bekend is langs de geheele kust der IJszee van het Westen van Europeesch Rusland tot het Oosten van Siberië, de naam en de zaak worden ook nog Westelijker aangetroffen t.w. aan de IJszeekust van Noorwegen, hetgeen zich afspiegelt in het eigenaardige mengeltaaltje van Russisch en Noorsch, dat daar gebruikt wordt tusschen de Russen afkomstig van de Westkust der Witte Zee, die daar 's zomers visch komen koopen, en de Noorsche visschers. Dit zoogenoemde Russenorsk is uitvoerig beschreven door Olaf Broch, hoogleeraar in de Slavische talen te Oslo, in Archiv für Slavische Philologie 1928, blz. 209-262, en in Maal og Minne 1930, blz. 113-140. In het eerste artikel vindt men den kárbas vermeld onder de ‘kleinere Fahrzeuge’ op blz. 259; in het tweede (Russenorsk Tekstmateriale) op blz. 122 en 126; steeds naast de jolla (jol). Leiden r. van der meulen |
|