Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 42
(1923)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een paar lengtemetingen.Het zal in de eerste plaats noodig wezen den titel en daarmede het doel van deze studie nader te omschrijven. Ik heb namelijk de lengte van enkele lettergrepen en klanken willen vaststellen naar aanleiding van hetgeen over die lengte wordt beweerd in de twee historische grammatica's van het Nederlandsch die ik ken: De ‘Schets eener historische Grammatica van het Nederlandsch’ door Prof. J. VercoullieGa naar voetnoot1) en de ‘Historiese Grammatika van het Nederlands’ door Dr. SchönfeldGa naar voetnoot2). In zijn eerste hoofdstuk, tweede boek, bl. 7-8, zegt Vercoullie: ‘Bovendien valt in onze taal, evenals in alle Germ. talen; de quantitatieve klemtoon steeds met den expiratorischen samen, zoodat de lettergreep, die den meesten nadruk heeft, steeds de langste is: vergel. léggen en légplaats, of wánhoop en wanhópig - waaruit niet volgt dat plaats, ofschoon niet zoo lang als leg, even kort zou zijn als -en, noch dat wán een langer klank zou hebben dan wan'. Men houde wel het verschil in 't oog tusschen korte of lange lettergreep en een korten of langen klinker. Een lettergreep die lang is, heeft niet daarom een langen klinker en een lettergreep met langen klinker kan korter zijn dan eene met korten klinker: verg. manden en maanden, waar de eerste lettergreep in ieder woord even lang is, of ook legplaats van hierboven’. Op bladz. 28 staat bij Schönfeld te lezen: ‘Men onderscheidt dus in onze taal twee groepen van vokalen, lange (= van ouds lange + gerekte) en korte. Deze ter- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men zijn alleen histories juist, en dat geldt niet alleen voor de ie en de oe, maar ook voor de andere vokalen. Zoo is er b.v. tussen de a van lat en die van laat, de e van bek en die van beek niet verschil in tijdsduur, maar in vorming (mindere of meerdere wijdte van de mondopening, enz.)’. In deze beide uittreksels komen een paar punten voor waarmede ik het reeds op 't eerste zicht niet eens was, en daar wij, bij de schaarschte van historische grammatica's van het Nederlandsch, nooit genoeg zorg kunnen besteden aan de minste bizonderheden die er in voorkomen, heb ik mijnen indruk willen objectiveeren met de volgende kwesties van naderbij te onderzoeken. 1o. Is het juist te zeggen, dat het accent de lettergreep waarop het rust tot de langste van het woord maakt, of dat de lettergreep waarop niet de hoofdtoon rust korter wordt dan de hoofdtonige? 2o. Is het waar, dat tusschen onze parallelreeksen van zoogenaamde korte en lange klinkers enkel een verschil van timbre en geen verschil van lengte meer bestaat? 3o. Indien het antwoord op deze beide vragen negatief luidt, hoe moeten dan de kwesties worden gesteld en opgelost van het verband tusschen expiratorisch accent en kwantiteit, en van de lengte-verhouding tusschen ă en ā, ŏ en ō, ĕ en ē? * * * Ik mocht mij natuurlijk niet tevreden stellen met mede te deelen hetgeen ik zelf hoor: namelijk in wanhoop, legplaats, enz., hoop en -plaats enz., resp. langer dan wán- en lég-; a van maanden, a van laat, e van beek, enz., resp. langer dan a van manden, a van lat, e van bek, enz. Een meening a priori, zelfs wanneer die, zooals hier, vrij algemeen is, is daarom niet altijd juist; hoeveel medeklinkers zijn er bijvoorbeeld niet, die in bepaalde woorden langer zijn dan de klinkers - en hoeveel oningewijden die zoo iets, op 't gehoor af, niet zouden aannemen? Ik vond het zelfs geraadzaam mij voor mijn eerste reeks | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
proefnemingen - de zuiver acoustische - niet te wenden tot taalgenooten, die wellicht door traditie en schoolsche kennis zouden kunnen bevooroordeeld zijn, maar tot phonetisch geschoolden die onze taal niet kennen. Ik riep dus de hulp in van twee vrienden, een Roemeenschen student en een Sjineeschen professorGa naar voetnoot1), beiden met een scherp gehoor begaafd, en sedert jaren phonetisch getraind. Ik vroeg hen tweemaal opnieuw, op afzonderlijke dagen, in verschillende volgorde, zonder hen op voorhand het doel van mijn vragen te zeggen, en zonder dat de éene het antwoord van den ander kende, om mij hunne indrukken mede te deelen over de lengte van een reeks lettergrepen en klanken, zooals zij door mij werden uitgesproken. Men kan mij vragen of mijne uitspraak niet beïnvloed werd door het idee dat ik mijzelf had gemaakt over de lengte der lettergrepen en klinkers. Ik ben mijzelf integendeel zeer duidelijk bewust, juist dié lettergrepen en klinkers die, blijkens dit onderzoek, de kortste zijn, opzettelijk langer te hebben uitgesproken dan ik gewoonlijk doe, en de langere, korterGa naar voetnoot2). Nu waren de gehoorsindrukken mijner beide vrienden de volgende:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*** Dezelfde lettergrepen en klanken heb ik nu, op een paar na, ook gemeten met behulp van de registreer-apparaten die prof. Poirot mij in het phonetisch laboratorium van de Sorbonne leerde hanteeren en liet benuttigen naar believenGa naar voetnoot1). De gemeten woorden en klanken zijn in de eerste plaats die van mijn eigen uitspraak; voor wat de lengte mijner lettergrepen of klanken betreft, werd mij nopens mijn uitspraak nooit de minste opmerking gemaakt; ik vertrouw dus dat zij normaal is; maar ik heb het toch geraadzaam gevonden, naast mijne Zuid-Nederlandsche uitspraak, ook die van een Noord-Nederlander op te nemen, ten einde alle bezwaren van dien kant te vermijden. Mijn goedwillige zegsman was een Noord-Nederlandsch studentGa naar voetnoot2), die, ofschoon hij lange jaren ook in Zuid-Nederland verbleef, nooit anders dan zuiver Hollandsch heeft gesproken en nog spreekt. Het apparaat waarvan ik mij bediende was in hoofdzaak een trommeltje (tambour Marey), waarvan het vlies de trillingen van de (door mond, mondstuk en gummi-buisje aangevoerde) luchtkolom mededeelt aan een speciale pen; deze laatste rust dan op een draaienden cylinder met beroet papier omkleed, en schrijft op dit papier de trillingen, afsluitingen en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plotse losbarstingen van de luchtkolom, met een woord al hare bewegingen, neer. Waar het noodig was werd, tegelijk met het mondstuk, een neusglaasje gebezigd dat door middel van een gummi-buisje met een tweede trommeltje en -pen verbonden was, en de door den neus wegstroomende lucht opving om in het bizonder begin en einde van de neusklanken te kunnen onderscheiden. Bij elke proefneming werd de snelheid van den draaienden cylinder gemeten met een chronograaf - een stemvork van 50 trillingen per secunde, dien men in beweging bracht en die, door een speciale schikking, ook zijne trillingen, evenwijdig met die van de luchtkolom, op het papier schreef. Op die wijze kan de lengte van elken afgebakenden klank of lettergreep herleid worden tot een absoluten tijdsduur. Ieder woord werd een voldoende aantal malen herhaald om er, volgens de duidelijkheid der graphische lijn, telkens vier of vijf specimens van te meten. De opgenomen woorden werden afzonderlijk uitgesproken, in het tempo van het gewone spreken. Enkele malen werd een woord of een reeks woorden met méer nadruk dan in de gewone rede uitgesprokenGa naar voetnoot1). Dit is wel het geval geweest met manden, maanden bij den H. van Griethuysen, en met lat, laat bij mijzelf. Maar zulks verandert niets aan de gegrondheid van mijn verdere conclusies, vermits deze gesteund zijn op de verhouding van éen lettergreep van een woord tot een andere of van éenen klank tot een anderen, bij éen en denzelfden spreker, en dat het tempo waarmede de tweede lettergr. van een zelfde woord of twee opeenvolgende woorden (lat, laat; manden, maanden) werden uitgesproken, toch gelijk bleef. De Heer van Griethuysen ondervond in den beginne, zooals iedereen, eenige moeite om met de gepaste drukking tegen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het mondstuk, de woorden natuurlijk uit te spreken, maar hij verzekerde mij dat het, na een paar pogingen, veel beter ging, en dat het toestel hem ten slotte niet meer hinderde. Wat mij betreft, het spreken aan het registreer-apparaat belemmerde mij hoegenaamd niet meer. Ziehier nu de uitslagen mijner metingen en berekeningenGa naar voetnoot1):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berekenen wij nu, bij wijze van samenvatting, de verhouding der gemiddelde lengte van de kortere lettergrepen en klinkers tot de langere, dan bekomen wij de volgende uitslagen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
*** Deze uitslagen behoeven weinig commentaar. Samen met die van de auditieve proeven, laten zij ons toe op de twee eerste vragen die op bl. 2 gesteld werden negatief te antwoorden: 1o. Het is dus niet juist te zeggen dat de lettergreep die den meesten nadruk heeft steeds de langste is. 2o. Het is ook onjuist te beweren dat tusschen onze historisch kort en lang genoemde klinkers, naast het verschil van timbre, geen verschil van lengte meer bestaat. Wat betreft de derde vraag, de vraag naar het positieve dat in de plaats van beide bovenstaande ontkenningen zou treden, zij zal, om met volle zekerheid te kunnen beantwoord worden, een uitgebreider studie en een vollediger materiaal vereischen dan hetgeen hier voorhanden is. Wij moeten ons dus voorloopig tevreden stellen met te wijzen op de gevallen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die, in het aangehaalde materiaal, reeds nuttige aanduidingen geven. Uit de volgende verhouding zouden wij geneigd kunnen zijn om af te leiden dat de beklemtoonde lettergreep langer is dan de niet beklemtoonde:
Een laatste opmerking bij de cijfers die wanhopig ons geeft, is dat de langste lettergreep van dat woord, noch wan-, noch -ho- is, maar verreweg het onbeklemtoonde -pig. Zulks bewijst eens te meer dat de klemtoon er verre van af is de lettergreep waarop hij rust tot de langste van het woord te maken; -pig is de langste lettergreep omdat de ch van het einde een zeer lang geruisch is. Naast den klemtoon en het aantal medelettergrepen, is dus het aantal en de aard van de afzonderlijke klanken waaruit een lettergreep bestaat in aanmerking te nemen voor het bepalen van hare absolute of relatieve lengte. Om nu de onderlinge waarde van deze verschillende factoren - waar ook de plaats van de lettergreep nog bijkomt - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vast te stellen, zou men ze zooveel mogelijk moeten isoleeren. De verlengende waarde van den klemtoon zou eventueel blijken uit de studie van woordkoppels als doorlóopen en dóorloopen; de verkortende waarde van het aantal lettergrepen uit gevallen als zonder naast zonderling, wonder naast wonderlijk, wonderbaar, verwonderen, verwondering, enz.; de waarde van elken klank afzonderlijk moet ten slotte gemeten worden in al de verschillende posities waarin deze klank zich kan bevinden: beginklank, middenklank, eindlank; vóortonig, beklemtoond, nátonig; alleenstaand of achtereenvolgens verbonden met al de andere klanken; dit laatste grenst aan het oneindige; de lettergrepen kunnen dus op hare beurt, volgens de klanken waaruit zij gevormd zijn, oneindig van lengte verschillen, en er zijn voor het vaststellen van de langste of kortste lettergrepen in een woord wel geene absolute regels te formuleeren. Men kan mijns inziens alleen de tendensen tot verkorting of verlenging van een zelfde lettergreep bestudeeren volgens de plaats van den klemtoon, het aantal lettergrepen van het woord waartoe zij behoort en hare plaats in dat woord. Van de lengte-verhouding tusschen ă en ā, ŏ en ō, ĕ en ē zien wij uit de medegedeelde resultaten reeds zóoveel, dat er nog wel degelijk korte en lange a's, o's en e's zijn. Wél verschillen lengte en timbre volgens de klanken die er vóor en achter komen; maar de kwestie van klanknuanceering door omstaande klanken kan van de kwestie der respectievelijke lengte van die klanken gescheiden blijven. Om de juiste verhouding van ă tegenover ā te bepalen zou eerst die verhouding moeten gemeten worden in evenveel woordparen als er verschillende posities van de a mogelijk zijn ten opzichte van klemtoon, aantal lettergrepen, plaats en klank-omgeving. Ook hier schiet mijn materiaal nog te kort. In zijn geheel moet dus de uitslag van dit onderzoek nog negatief heeten. Maar indien ik er in geslaagd ben enkele gegevens te verstrekken en daarmede een stoot te geven tot een nieuw en meer uitgebreid onderzoek over de lengte onzer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlandsche klanken en beklemtoonde lettergrepen, zal ik mij voor mijn moeite rijkelijk beloond achten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijschrift.Eerst een paar maanden na afsluiting van de bovenstaande studie was het mij mogelijk mijne resultaten te vergelijken met die van andere Noord- en Zuidnederlandsche phonetici, maar deze omstandigheid is een waarborg te meer voor de objectiviteit van mijn onderzoek. De studiën waarvan ik de uitslagen of de aanduidingen met de mijne kon vergelijken zijn de volgendeGa naar voetnoot1).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daaronder hebben enkel de studiën van Colinet en Gallée rechtstreeks en hoofdzakelijk voor doel den duur van beschaafd-Nederlandsche klanken of lettergrepen te bepalen, en bevatten de andere slechts incidenteel een aanwijzing die ons hier aanbelangt.
Verschuur heeft de klanken van het Noordbevelandsch - volgens zijn uitspraak (?) - in afzonderlijke woorden bestudeerd met, o.m., de insnijdingen te meten die zij op de phonograafrollen teweegbrachtenGa naar voetnoot1). Op p. 111 geeft hij ons de gemiddelde lengte van zijn klinkers, en wij stippen daar uit aan:
Wat daar nu uit afgeleid voor het Nederlandsch? Wel, de cijfers van V. wijzen er ons op dat er, in zijn dialect, een merkelijk lengte-verschil bestaat tusschen ŏ, ăo, ĕ eenerzijds en ō, ṓə, ōū,āo, ē anderzijds. Bovendien vergelijkt V. deze klanken op pp. 7-8 met de overeenkomende Nederlandsche. Bijv. ō klinkt als de o in Ndl. bode; ... de ŏ wordt vergeleken met die van Geld. Overijs. dom en pot;ăo klinkt als de a in Ndl. man met een licht ò-timbre; āo klinkt als een aangehouden ăo; ĕa klinkt als de e van Ndl. pet, met een steeds waarneembaar maar in duidelijkheid zeer variëerend a-timbre; ē klinkt als de ee in Ndl. been, gewijzigd door een timbre der ĭ... Overal wordt ons gewezen op de timbre-nuanceering Noordbevelandsch-Nederlandsch, maar nergens is er spraak van een verschil in tijdsduur tusschen den Noordbevelandschen en den | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlandschen klank; de tijdsduur van de e in pet en de ee in been komt dus voor V. overeen met dien van de Noordbevelandsche ĕa (0.151 sec.) en ē (0.202 sec.), etc. ‘De Graphiek der Spraakbewegingen’ van Zwaardemaker wordt hooger vermeld omdat Gallée, Eykman en anderen zich in min of meer gewijzigden vorm hebben bediend van de daarin beschreven graphische methode voor het registreeren der lip-, kin- en tongbewegingen. In zijn ‘Description phonétique’ (bibl. 2-b.) meet Eykman natuurlijk geene algemeen-Nederlandsche klanken, maar uit de beschrijving die hij pp. 30-35 van zijn Friesche klanken geeft, blijkt, evenals bij Verschuur, dat er voor hem een duidelijk lengte-verschil bestaat tusschen o van Ndl. op en oo van Ndl. boom. Ook in zijn ‘Registratie van bovenlipbewegingen’ (bibl. 2-c.) geeft E. een lijst van alg.-Ndl. woorden, waarbij de juiste tijdsduur nog niet wordt aangegeven, maar toch phonetische weergave in het internationaal phonetisch schrift voorkomt: Welnu, daarin lezen wij bo:r en bo:t naast bot (i.p.v. b2t?) en p2t; ba:t enbəpa: lə naast bat en kafə; be;rən, be:t naast bεt. Ook ik zijn artikel ‘Signification des mouvements de la mâchoire en parlant’ geeft E. ons geen lengtemetingen, maar op tafel I worden ons de curven van enkele woorden weergegeven met de opmerking: ‘la première vallée de chaque courbe représente la voyelle, le membre’ ‘montant indique la transition, le sommet est la consonne’ ‘finale, etc....’ - En bij de curven van bat en baat kan men met het bloote oog waarnemen dat de ‘vallée’ van bat merkelijk enger is dan die van baat, dat de a vanbat dus ook in de uitspraak van den H. Eykman korter is dan die van baat. De studie van Gallée in de ‘Onderzoekingen’ (bibl. 3-a) bevat slechts enkele klank-metingen die met de mijne moeten vergeleken worden: De zinnetjes als ‘Piet eet pitten’, ‘zij maten met twee maten’ e.a. zijn voor deze vergelijking niet bruikbaar, juist omdat het zinnetjes zijn, en omdat het zins- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
accent hier als wijzigende factor kan optreden, buiten den eigen aard der klanken om; ook omdat daarin geene woordparen voorkomen die, zooals de mijne, enkel verschillen door de afwisseling van de gemeten klanken (bek, beek, etc.) Hier zal dus enkel gelet worden op de afzonderlijke, door een Hollander gesproken woorden, waarin dergelijke afwisselingen voorkomen: Dan tref ik in de eerste plaats aan: baat (a = 0.60 sec.) naast bat (a = 0.46 sec.) Door een Vordener 6 maal gezegd, komt de a van baan voor als gem. 0.25 + 0.28 + 0.30 + 0.30 + 0.31 + (0.32 + 10) / 6 = 1.86/6 = 0.31 sec. en die van ban als gem.Ook de ee van peet = 0.10, en de e van pet = 0.18 sec. Daaronder wijken de uitslagen van pet - peet beslist en die van ban - baan eenigszins van de mijne af. Bij pet - peet valt op te merken dat slechts van ééne enkele meting wordt gewaagd, en bij ban - baan is het mogelijk dat er een verschil van tempo of van nadruk geweest is. Steun voor mijn bewering dat in een woord de beklemtoonde lettergreep niet altijd de langste is, vind ik in deze studie van G. naar hartelust: de eerste lettergreep van leven duurt, volgens ik naar de cijfers van G. bereken, gemiddeld 0.56 sec.; de tweede 0.58 sec.; de eerste van (zij) maten 0.21 sec.; de tweede 0.23 sec.; de eerste van (met twee) maten 0.206 sec, de tweede 0.39 sec. De ‘Studie van Spraakklanken II’ (bibl. 3-b.) bevat hoofdzakelijk hetzelfde materiaal als het artikel van de ‘Onderzoekingen’ en brengt voor ons onderwerp niets nieuws. Alleen een opmerking van den schrijver op p. 85 wil ik hier aanstippen, omdat zij misschien de verklaring bevat voor de niet verwachte verhouding der a's in ban - baan: ‘Bij sommige vocalen, o.a. bij de Hollandsche a die met sterk geopenden mond gezegd wordt, werkte het (electrisch signaal) maar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zelden regelmatig en bijna nooit zonder sterke inspanning’. Men kan zich inderdaad afvragen of soms deze ban-woorden niet met dergelijke sterke inspanning werden uitgesproken? In ieder geval zijn de conclusies van Gallée in ‘Taal en Letteren’ niet van aard om Vercoullie en Schönfeld in hunne beweringen - geen verschil in tijdsduur voor ă - ā; ŏ - ō; ē - ĕ - te steunen. In deze conclusies wordt inderdaad gezegd: ‘Voor ons oor gelijkklinkende vocalen zijn, naar deze maten oordeelende, niet altijd even lang, en evenmin is een, in de spraakkunst lang genoemde vocaal altijd (cursiveering van mij) langer dan een zoogenaamde korte; (vgl. Sievers Phonetik § 642) het omgekeerde kan zelfs het geval zijn. Wordt een klank met emphase gezegd, dan is deze meestal langer dan wanneer dit niet het geval is, vgl. eet Piet pitten met Piet eet een pit’. - Hierover zal eenieder het wel eens zijn. Men zal in ‘laat me met rust’ het eerste woord - en de aa die er in voorkomt - wel eens korter uitspreken dan het laatste in: ‘geef me die lat’, maar daar gaat het niet over. Wél over de kwestie welke van beide klanken, de a van laat of die van lat de langste is, wanneer de eene even krachtig en met hetzelfde tempo wordt uitgesproken als de andere. Met andere woorden, om den duur van twee klanken onderling te vergelijken moet er voor gezorgd worden dat die klanken in een zelfde omgeving van andere klanken voorkomen, en zooveel mogelijk met gelijken klemtoon en in onveranderden gemoedstoestand worden uitgesprokenGa naar voetnoot1). Ook zullen die cijfers het grootste vertrouwen verdienen welke berusten op het grootste aantal metingen bij het grootst mogelijk aantal verschillende personen. Uit de lezing van Gallée op het 3e Philologencongres (bibl. 3-c.) valt, in verband met ons onderwerp, het volgende aan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te stippen: Sprekende over het tijdsaccent zegt hij op p. 117: ‘De klanken van op zichzelf staande woorden z.a. baan, boon, ban e.a., zie Taal en Letteren l.c., welke zonder verband gesproken zijn, geven geen juist begrip van den aard der klanken in het gesprek. Daarbij kan een willekeurige lengte gegeven worden. Voor de quantiteitsbepaling hebben zij geen waarde’. Is dat nu het doodvonnis over mijn lengtemetingen? - Vooraleer ze als van geener waarde te verwerpen ware het rechtvaardig het volgende te bedenken: Ten eerste, ongeveer elk woord van onzen taalschat kan, alleen staand en kalm uitgesproken zooals dit bij mijn metingen het geval was, zeer wel in het gesprek voorkomen, en op zichzelf een zin vormen, bijvoorbeeld als antwoord op een vraag. Ten tweede, Vercoullie en Schönfeld zelf hebben zoo niet gedacht, vermits zij hunne voorbeelden geven, niet in den vorm van zinnen, maar van alleenstaande woorden. Ten derde, ‘de’ duur van een spraakklank kan in een zin die uit verscheidene woorden bestaat nog veel minder bepaald worden dan in afzonderlijke woorden, omdat juist in den zin het accent en de omstaande woorden in het oneindige kunnen afwisselen. Voor mijn bewering dat de klemtoon niet iedere lettergreep waarop hij valt tot de langste van het woord maakt, vind ik in de lezing van Gallée weer bewijzen genoeg. De lettergrepen van het woord lentedagen bijvb. staan op p. 128 gemeten als volgt:
En op p. 117 zegt G. uitdrukkelijk: ‘De lange duur gaat niet altijd samen met het dynamisch accent. Zoo is b.v. in no. 2 van het vers van Staring de syllabische duur van hagen 31:36, in no. 1 daarentegen: 35:22’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In ‘De quantiteit der vocaal a, etc....’ (bibl. 1) geeft Colinet ons meer dan hij beloofde. Hij meet niet alleen de Aalstersche a's, maar ook alg. ndl. klankenGa naar voetnoot1). Bovendien komen ook zijn metingen van den Aalsterschen klank ons hier te stade. Op p. 340 zegt hij inderdaad: ‘De Nederlandsche vocalen a en ā door mij uitgesproken, verschillen niet van de Aaltersche’. En als uitslagen voor die Aalstersche a's heeft schr. op p. 336 medegedeeld: ‘De gemiddelde duur van de korte a is aldus (in 1/100 van een sec.) 17.94, die van de lange a 30.92’. Om nu de Nederlandsche a- en ook de i-, ie-, e- en o-klanken met meer zekerheid te bepalen, heeft Colinet, naast zijne uitspraak, ook die van een Haagschen student en van een geboren Maastrichtenaar gemeten, en uitsluitend gebruik gemaakt van geïsoleerde woordkoppels als pit-piet; pot, poot; bed, beet, enz. Als uitkomsten voor hemzelf en voor den Maastrichtenaar bekomt hij een verschil van ½ tusschen korte en lange a's, een van ± ⅔ voor de e's en de o's. Bij den Haagschen student is de verhouding van monosyllaben ongeveer 3 of 4 tot 5. Deze vergelijking met de resultaten van genoemde studiën laat mij dus toe de conclusies die ik eerst had gesteund op mijn eigen metingen alleen, onveranderd te bewaren. De meest beklemtoonde lettergreep van een woord is daarom niet de langste; er bestaat, naast het verschil in timbre, ook nog een lengteverschil tusschen de Nederlandsche a's, e's, o's van lat, laat; bek, beek; rok, rook en dgl.
Gent, 1922-23. e. blancquaert. |
|