Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 23
(1904)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over de Middelnederlandse vertaling van de Pèlerinage de la vie humaine.Het beroemde gedicht van Guillaume de Deguilleville, de Pèlerinage de la vie humaine, is in de Middeleeuwen in onze taal overgezet. Deze prozavertaling, bekend onder de titel Pelgrimage van der menscheliker Creaturen, is tot ons gekomen in drie handschriften nl. één op de Koninklike Bibliotheek te Gravenhage (H), één in het Bisschoppelik Museum te Haarlem (Hl), en één in de Koninklike Bibliotheek te Berlijn. Van het eerste bezit Verdam een volledig afschrift; van het tweede heeft hij zelf de varianten opgetekend; door zijn grote bereidwilligheid heb ik zowel het afschrift als de varianten kunnen gebruiken; ik breng hem daarvoor mijn oprechte dank. De Pèlerinage de la vie humaine is door Guillaume de Deguilleville - een plaatsje in het departement Manche, tans ‘Digulleville’ geheten - tussen 1330 en 1332 geschreven, en vormt het eerste deel van een trilogie waarvan de beide andere zijn getiteld Le Pèlerinage de l'âme en Le Pèlerinage de Jésus-Christ. De beide eerste zijn in 1893 en 1895 uitgegeven voor de Roxburghe Club, door Prof. J.J. Stürzinger, die door de dood verhinderd werd zijn werk te voltooien met de publikatie van het derde en laatste deel. De werken van de Roxburghe Club zijn zeer moeielik te krijgen, en dat is voor mij een reden te meer deze vergelijkende studie openbaar te te maken; ik was zo gelukkig het exemplaar van Gaston Paris enige maanden in huis te mogen hebben, en ik ontveins mij | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet dat ik er anders bezwaarlik kennis van zou hebben kunnen nemenGa naar voetnoot1). Ik heb ondernomen de middelnederlandse bewerking met het origineel te vergelijken, met het doel mij een oordeel te vormen over de meerdere of mindere getrouwheid van de vertaling; indien ik de resultaten van mijn onderzoek tans hier mededeel, dan is dat om een bijdrage te geven tot het nog ongeschreven hoofdstuk van de middelnederlandse letterkunde, dat ik zou willen noemen ‘De vertaalkunst in de Middeleeuwen’; mij dunkt dat, in een beschrijving van de middelnederlandse werken, die toch voor het grootste deel vertalingen zijn, dat hoofdstuk niet mag ontbrekenGa naar voetnoot2). Juist omdat zij in proza is geschreven, leent de vertaling van de Pèlerinage zich uitstekend tot een studie als deze. Bij Maerlant kan een onjuiste overzetting worden toegeschreven aan de dwang van het rijm; hier daarentegen was de bewerker volkomen vrij de woorden te gebruiken die hem vóór de geest kwamen; zijn werk zal dus zijn verdiensten en gebreken als vertaler duidelik aan den dag brengen.
Vooraf wil ik even de vraag stellen of de middelnederlandse bewerking enig belang heeft voor de kennis van de oudfranse tekst. Eén punt verdient misschien onze aandacht. Het gedicht van Guillaume schijnt zich te onderscheiden door een eigenaardigheid van versbouw, die hierin bestaat dat de verzen met vrouwelik rijm niet acht lettergrepen plus stomme e hebben, doch slechts zeven, plus stomme e. Stürzinger heeft, uitgaande van het denkbeeld dat de dichter dit systeem konsekwent moet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebben volgehouden, niet geaarzeld veelal gewelddadige veranderingen te doen ondergaan aan de tekst zijner handschriften; hierin toch hebben de bedoelde verzen meestal de acht lettergrepen waaraan de afschrijvers gewoon waren. Volgens G. ParisGa naar voetnoot1) ‘on peut se demander toutefois, en présence du nombre très considérable de vers où tous les mss. donnent à ces vers le nombre habituel des syllabes, si le poète a constamment observé la règle qu'il s'était faite, et si les restitutions de M. St., toujours ingénieuses et acceptables, mais parfois assez radicales, nous représentent bien les leçons originales’. Zonder mij in deze kwestie te willen mengen, konstateer ik dat de middelnederlandse tekst, altans die van het Haagse handschrift, is bewerkt naar een oudfrans manuskript dat niet overal in de vrouwelike verzen zeven in plaats van acht lettergrepen had. Dit blijkt overtuigend uit vers 10571 vlgg., waar de oudfranse tekst heeft hetgeen onze vertaler aldus overzet (100 c.): ‘Oec heb ik liever mij selven te geven in een abdie of in enen clooster dan ic dade een ychtech punt te wesen in dinen geselscapGa naar voetnoot3). Juist de verkeerde vertaling van de franse negatie point toont dat dit woord aanwezig was in het handschrift dat onze landsman vóór zich had. Ook vs. 8064 heeft in dezen kracht van bewijs: (Autri) mestier c'on ne set [pas] faireGa naar voetnoot4),
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat in het Middelnederlands luidt (71 d.): ‘ander lude dingen dat niemant gedoen en can’, waar dus autri zonder twijfel in het manuskript voorkwam dat de vertaler gebruikteGa naar voetnoot1).
Op de Leidse Bibliotheek bevindt zich, onder No. 74, een handschrift van de Pèlerinage dat door Stürzinger niet is gebruikt. Trouwens het aantal der handschriften van zijn tekst is zó groot dat het er op één meer of minder niet aankomt, te minder omdat de uitgever er van heeft afgezien, en terecht, een kritiese uitgave in de strenge zin van het woord te geven; hij vermeldt zelfs niet de varianten van alle manuskripten, doch heeft er zich toe bepaald een handschrift uit de 14de eeuw letterlik te doen drukken en alleen de belangrijkste varianten van een beperkt aantal manuskripten te geven; slechts van de A.B.C. strofen, gericht tot de Heilige Maagd (vs. 10894 en vlgg.) zijn alle afwijkende lezingen van de handschriften vermeld. Het is dus niet mogelik een juist inzicht te krijgen in de verhouding van het Leidse handschrift tot de overige. Volledigheidshalve deel ik hier mede wat mijn onderzoek mij daaromtrent heeft geleerd. In het algemeen zijn de lezingen er van gelijk aan die van het teksthandschrift, maar in vs. 1827 komt het overeen met de groep B M G M1 H1 H, in vs. 11169 met A1 L (Physiques), in vs. 9528, 10958, 10965 met M, en eindelik, in vs. 3325 met A. Zolang de verhouding der andere handschriften onder elkander niet nader is onderzocht, zal men zich met deze vage mededelingen tevreden moeten stellen. Het Leidse handschrift bevat de drie ‘Pèlerinages’.
Tans overgaande tot het eigenlike onderwerp van deze studie, begin ik met mede te delen dat ik als basis het Haagse hand- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schrift heb genomen, en overal de lezingen er van nauwkeurig heb vergeleken met die van het Haarlemse; ik heb de afwijkingen echter, in het algemeen, alleen dan vermeld wanneer er verschil van betekenis bestaat. De vertaling volgt het origineel op de voet, zodat het niet nodig is een franse prozabewerking te veronderstellen die als brug tussen de Pèlerinage (Pèl.) en de Pelgrimage (P) zou hebben gediend. De vergelijking van het oorspronkelik gedicht met de vertaling zal dus geen ingrijpende verschillen aan het licht brengen; zij wordt er des te belangrijker door, want het psychologiese probleem dat iedere vertaling bevat, is nu zuiverder gesteld: het zijn juist de nuances die tonen welk verschil er bestaat tussen de geest van de dichter en die van de vertaler. Trachten wij te weten te komen welk handschrift of welke handschriften onze vertaler heeft gevolgd, dan doen zich dezelfde moeielikheden voor waarop wij daareven zijn gestuit, bij het bepalen van de verhouding van het Leidse oudfranse handschrift tot de overige. Ik moet mij beperken tot enkele aanwijzigingen. In vers 113-4 kombineert hij de lezing van H1 met die der andere handschriften, in vs. 1484 komt zijn lezing overeen met die van H A7, in 3436 en 3683 met O B M, in vs. 1686, 3325, 4412, 9163, 11890 met A (A M, A G L, A L), in vs. 8405 met B G, in vs. 9528 met M1 L, in 1827 met B M G M1 H1 H.
Ik zal trachten door het volgende overzicht aan de lezer een zo juist mogelik beeld te geven van de verhouding van P tot Pèl., en tevens, zo mogelik, dė oorzaak op te sporen van de verschillende afwijkingen en lakunes. Het spreekt van zelf dat ik bijna uitsluitend de aandacht zal vestigen op de verschillen tussen het origineel en de vertaling. Wat betreft hun overeenkomst, mogen enkele regels volstaan. In het algemeen, ik zeide het reeds, is de vertaling juist en geeft zij altans de algemene zin van het Oudfrans goed weer. Doch | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het is betrekkelik zelden dat een franse en een middelnederlandse passage letterlik overeenstemmen. Dit is b.v. het geval:
Doch, ik herhaal het, zulk een letterlike vertaling is uitzondering; meestal bestaan tussen Pèl. en P. verschillen die wij zullen moeten onderzoeken om een antwoord te vinden op de vraag: hoe de vertaler zich van zijn taak heeft gekweten. Een afzonderlike plaats verdienen in dit overzicht de A.B.C. strofen, gericht tot de Heilige Maagd; de vertaler heeft zich aldaar grotere vrijheden veroorloofd, ter wille van het rijm en van de dichtmaat. Voor biezonderheden verwijs ik naar de noot hieronderGa naar voetnoot1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om het overzicht te vergemakkeliken, komt het mij raadzaam voor de stof in twee delen te splitsen. In het eerste behandel ik de veranderingen die de vertaler aan de franse tekst heeft doen ondergaan; wij zullen daaruit dus zien in hoeverre hij zich vrijheden veroorloofde tegenover het gedicht dat hij vertaalde, en wij zullen er ons tevens een oordeel door kunnen vormen over de meerdere of mindere juistheid van zijn vertaling. In het tweede vergelijk ik de stijl en de woordekeus van de vertaler met die van Guillaume de Deguilleville, en dat onderzoek zal ons inlichten omtrent de vaardigheid die de bewerker bezat in het gebruiken van zijn moedertaal, omtrent de eisen die hij zich als vertaler stelde en omtrent zijn opvattingen op het punt van taal en stijl. In het eerste deel beschouw ik dus vooral de inhoud, in het tweede de vorm van zijn vertaling. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.1. Over de juistheid van de vertaling.Wij beginnen onze beschouwing met de bespreking van de wijze waarop onze vertaler de woorden overzet, om daarna over te gaan tot zijn vertaling van zinnen. De manier toch waarop hij een woord, afzonderlik genomen, weergeeft is een goede maatstaf voor de beoordeling van de juistheid zijner vertaling en kan ons reeds dadelik laten zien hoe ver hij in het Frans was. Men kan zeggen dat onze landsman in de meeste gevallen een frans woord weergeeft door de daaraan beantwoordende term; toch komt het niet zelden voor dat hij op een andere wijze te werk gaat. Wij vinden nl. een gehele reeks franse woorden die hij vertaalt met een bastaardwoord; dit geval zal zo straks op nieuw ter sprake komen wanneer wij over de vorm van de vertaling zullen handelen. Tans moeten wij ons de vraag stellen: zijn de vertalingen juist? Geeft de vertaler zich altijd rekenschap van de kracht, ja zelfs van de betekenis der | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
franse woorden, zowel van die welke hij vertaalt als van die welke hij gebruikt? Er zijn twee bastaardwoorden waarvoor onze ‘clerc’ een voorliefde heeft, nl. destrueren en deputeren; dit zijn ware lopers bij hem geworden; hij gebruikt ze te pas en te onpas:
Zoals men ziet, zijn deze termen voor de veelsoortigste begrippen gebruikt, en men zou kunnen veronderstellen dat de vertaler zich uit gemakzucht zo vaak van bastaardwoorden bediende, die uitteraard een vagere betekenis hebben dan de inheemse. Doch bij hem zijn zij in deze gevallen toch wel wat te vaag en hij maakt het zich wel wat al te gemakkelik, wanneer hij, zoals in de volgende verzen, zich vergenoegt het franse woord te vertalen door een ongeveer gelijkluidend bastaardwoord dat hij blijkbaar op de klank af koos:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trouwens, niet alleen bij de keuze van bastaardwoorden heeft hij zich al te vaak door zijn gehoor laten leiden; dat overkomt hem ook met woorden die in engere zin middelnederlands zijn. Ziehier enige termen die hij blijkbaar alleen gebruikt wegens hun overeenkomst in klank met het franse woord:
Dit is, inderdaad, een originele manier om zich uit een moeielikheid te redden. Minder zwaar moeten, dunkt mij, de volgende foutieve vertalingen wegen, die blijkbaar aan slordigheid, niet aan onkunde te wijten zijn.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik aarzel ook niet hierbij te voegen de hoogst zonderlinge overzetting van evaporee (vs. 7780); dat wij hier met een vergissing te doen hebben, blijkt uit vs. 7786, waar hetzelfde woord altans iets beter is vertaald. Men vergelijke:
Zo is de uitdrukking a moi l'ara, op fo. 45 b verkeerd vertaald met hi sal tegens mi spreken, en op 77c eveneens zeer zonderling met en had cromme stave noch rechte(?), daarentegen zeer juist, op fo. 63 c, met mi rekeninge doen. Als slordigheden zijn zonder twijfel ook te beschouwen de vertaling, in vs. 2296, van maillet door besem (22 c); in 4749, van renge door taerge (41 d); in 6104, van veüe door lichame (53 d). Doch, om terug te komen op de zonderlinge klanknabootsingen - een eervoller naam toch kan ik er niet voor vinden - van daareven: zij tonen dat onze vertaler het zich soms gemakkelik maakte; evenmin als de hierboven vermelde fouten, behoeven zij als bewijzen van zijn onkunde te worden beschouwd. Dat is waarschijnlik wèl het geval met de volgende vertalingen; altans ik weet niet hoe die fouten anders te verklaren zijn:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeer kurieus is de vertaling van traitis (vs. 683) door treckend (8 c), eene letterlike overzetting die toont dat de vertaler de betekenis (‘schoon gevormd’) van het franse woord niet kende.
Onjuiste vertalingen van gehele zinnen komen niet zelden voor en ook daarbij is het moeielik een scheiding te maken tussen de fouten die aan slordigheid en die aan onkunde zijn toe te schrijven. Wel zijn er natuurlik graden in te onderscheiden. Zo maakt de vertaler volslagen onzin o.a. van de verzen 76 en 3444:
Evenmin is zijn bedoeling duidelik in de volgende verkeerd overgezette verzen:
Soms staat zelfs in de vertaling juist het omgekeerde van hetgeen er staan moest, bijvoorbeeld:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik kan hier al de fouten die ik heb opgemerkt niet opsommen, zij zijn vrij talrijk. Als men echter hun cijfer vergelijkt met het grote aantal verzen dat het oudfranse gedicht telt (meer dan 13000), dan is men eerder geneigd het niet hoog te vinden, al zijn er onder die ons soms doen twijfelen of de vertaler wel zeer intelligent was. Het is dan ook niet meer dan billik dat ik hier, als tegenwicht, enige plaatsen bijeenzet waaruit blijkt dat hij ook zeer verstandig wist te werk te gaan:
Als voorbeeld van een fraaie - zij het ook omslachtige - vertaling vermeld ik nog die van Pèl. 2487-2496; zie hier de franse passage: Non pas pour ce que leur il fust
Ne que point leur estre dëust,
Quar (pas) donner ne le pouoient
Mes serjans qui le gardoient
Ne ceus digne du recevoir
N'estoient ne de li avoir.
En bail l'ont ëu seulement
Pour rapeler a mon talent;
Quar fors moi nul ne le pouoit
Donner ne donner ne devoit.
De vertaling luidt aldus (24 b.): Mer hier in en es niet te verstane dat haerluder was noch ooc yet sculdich was te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wesen. Want mine serianten en waren niet machtich dat sijt weck mochten gheven, om dat sijt van minen weghe hadde[n] te bewaerne ende te bewachten. Noch ooc die ghene en warent niet sculdich tontfane noch te hebben over haer eighen goet. Maer hets hem geleent sonder meer om weder te hebben te mijnre genouchten alst mij ghelieft. Want sonder minen wille noch sonder mijn consent so en was noyt niement machtich noch sculdich yement te gheven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Over de nauwkeurigheid van de vertaling.Tot nu toe hebben wij ons bezig gehouden met de woorden en passages die, door welke oorzaak dan ook, verkeerd zijn vertaald. Tans vraagt een andere groep van afwijkingen onze aandacht, nl. die de algemene zin van de franse verzen weergeven maar in biezonderheden daarvan afwijken. De vertaler bedient zich soms niet van de middelnederlandse term die onmiddelik aan het franse woord beantwoordt, doch van een die in betekenis hieraan slechts min of meer nabij komt; hij laat soms verzen uit, en wij zullen moeten zien in hoeverre hij de tekst daardoor verzwakt. De verschillen tusschen Pèl. en P. die wij tans ter sprake brengen, zijn ingrijpender dan de tot nu toe behandelde, die alle min of meer geïsoleerd waren; zij zullen ons een begrip geven van de wijze waarop de vertaler zijn rol heeft opgevat en zullen ons tevens zijn eigenaardige geestesvorming leren kennen, Ziehier, om te beginnen, enige afwijkingen waarvan het mij niet gelukt is de oorzaak op te sporen; zijn zij te verklaren uit slordigheid?:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Karakteristiek is daarentegen een gehele reeks veranderingen die de vertaler aanbrengt en die hem aan ons doen kennen als iemand die weinig gevoel had voor oorspronkelikheid en voor geestigheid, die zich meer voelde aangetrokken door het gewone en alledaagse en die angstvallig vermeed wat hem vreemd voorkwam. Hij is wat laag bij de grond. De typiese uitdrukkingen die aan Pèl. een eigenaardige bekoorlikheid geven, vinden geen genade in zijn ogen. Voor lokale kleur heeft hij geen zin; spreekt Guillaume (vs. 7588) van iemand die men tot Bouloigne la Crasse vergeefs zou hebben gezocht, de vertaler vervangt deze naam (68 a) door het hoge Rome en Jerusalem; noemt de franse dichter (vs. 7635) Chastiau Ludon, de vertaler schrapt die naam. Hij handelt met zulke plaatsen op twee manieren, òf hij vervangt de biezondere uitdrukking door een algemene, òf hij laat haar achterwege. Voorbeelden van de toepassing van het eerste middel:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door deze afwijkingen van de oorspronkelike tekst krijgt de vertaling iets mats. Vergelijk b.v. de volgende passages met de vertaling:
De vertaler is een nuchter man. Nuchter is hij wanneer hij vrolike verzen wijzigt, als Pèl. 7817 Tru tru di je, tru tru tru [tru]!,
een onschuldige scherts, van weinig belang voor de tekst, maar die toch levendigheid geeft aan die passage van het Oudfrans. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nuchter is hij wanneer hij ironiese gezegden tot banale verzekeringen maakt, zooals:
Nuchter is hij vooral wanneer hij beelden en vergelijkingen niet doorzet en ze middenin onderbreekt om de zaken bij hun naam te noemen. De strofen leveren vele voorbeelden van deze eigenaardigheden; zie ook:
De indruk die deze groep van afwijkingen ons heeft gegeven kan niet dan versterkt worden door de lakunes die wij opmerken als wij de franse met de middelnederlandse tekst vergelijken. Men gaat niet te ver als men het systeem van de schrijver om al wat in het Frans karakteristiek is weg te laten, noodlottig noemt voor het middelnederlandse werk. Nemen wij b.v. de geestige beschrijving der kleding en de hekeling van de modezucht van zijn tijdgenoten waarmede Guillaume de Deguilleville ons vermaakt (vs. 7496 vlgg.). Wat komt daarvan in de vertaling te recht? Ongeveer niets. In vers 9777-79 noemt de franse dichter verschillende jachtinstrumenten: Unes longes, se vous voulez,
Et unes guiches me donnes.
De vertaler laat die eenvoudig weg. Zo doet hij met de namen van de dichtsoorten en de spelen die vermeld staan Pèl. vs. 6753 vlgg., zo doet hij ook in de volgende passages, waar alle techniese termen zorgvuldig vermeden zijn: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat de vertaler zelfs geen pogingen doet om de woordspelingen van de franse tekst weer te geven, bewijzen verschillende plaatsen. Doch vooral te betreuren is het dat hij er toe is gekomen om beelden, vergelijkingen, aardigheden te schrappen. De vertaling is daardoor droog en dor geworden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a hij laat spreekwoorden weg:
b hij schrapt vergelijkingen en beelden:
Het is waar dat de vertaler een enkele maal vergelijkingen maakt die niet in de franse tekst staan, maar welke!
Men zal mij toegeven dat deze vergelijking in oorspronkelikheid onderdoet voor die van de dichter. c de vertaler laat aardigheden weg:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit weglatingsysteem hangt samen met een andere eigenaardigheid van de vertaler, die nl. moeielike verzen eenvoudigheidshalve overslaat. Wanneer men de lijst nagaat van de verzen die in de middelnederlandse tekst ontbreken, vindt men ook hier lakunes die moeielik te verklaren zijn, doch daarnaast een groter aantal op plaatsen van de franse tekst die bezwaar voor de vertaler hebben kunnen opleveren. Ziehier vooreerst enige verzen die niet zijn vertaald, zonder dat ik weet waarom:
Zo ontbreken op fo. 69 c vijfendertig verzen van Pèl. (7829-64). Het geval doet zich voor dat de vertaler slechts gedeelten van verzen weglaat, zodat bijv. het onderwerp van de éne zin bij het werkwoord van de volgende komt te staan, daar het werkwoord van de eerste en het onderwerp van de tweede zin zijn uitgevallen. Deze lakunes eenvoudig te verklaren uit het streven naar vereenvoudiging van de tekst gaat niet aan, omdat, zoals wij in het tweede deel dezer studie zullen zien, de vertaler eerder omslachtig is. Dus ook hier slordigheid? Ziet men niet goed in waarom hij in dezen aldus heeft gehandeld, maar al te goed begrijpt men zijn nalatigheid in een lange reeks van passages waar de oudfranse tekst moeielik te vertalen was. Deze handelwijze is een tegenhanger van de daareven besproken manier waarop hij met woorden en plaatsen die hem ongewoon toeschenen omspringt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ziehier, om te beginnen, enige vreemde substantiva, door de vertaler niet overgezet: con respondans, varr. correspondans, Pèl. 1128 (P. 12 b) - gerfaut, Pèl. 7083 (P. 63 b) - esmerillon, Pèl. 7084 (P. 63 b) - Poitevineresse, Pèl. 9517 (P. 89 a) - machecriere, Pèl. 12128 (P. 116 b) - equipollence, Pèl. 12417, 12441 (P. 119 a), 12607 (P. 120 c) - equivalence, Pèl. 13013 (P. 123 d). Weggelaten moeielike verzen:
Somtijds slepen de verzen die uitvallen andere mede die een toespeling bevatten op de weggelaten passage en die dus onverstaanbaar zouden zijn nu deze ontbreekt. Dit is het geval met de tirade Pèl. 1181-1188 (P. 13 c.), achterwege gebleven omdat door de vertaler niet is opgenomen vs. 1005: ...... maniable
Versatile et variable,
die op P. 11 a hadden behoren te staan. Zo ontbreken ook | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de verzen Pèl. 9191-9200 (P. 85 b), omdat Pèl. 9163-66 niet vertaald zijn. En wat te zeggen van de lakunes waardoor verzen onvertaald blijven die volstrekt onmisbaar zijn, zoals vooral het geval is in de passage die van vs. 9611-9652 gaat? In de regels die korresponderen op vss. 11997-12000 en 12237 ontbreekt de tegenstelling; de verzen 3181-84 en 10593-96 zijn niet vertaald, hoewel zij het antwoord bevatten op een vraag die wèl in de middelnederlandse tekst is opgenomen. Op de volgende plaatsen verzuimt de vertaler enige franse verzen te vertalen die een verklaring van het voorafgaande bevatten en daarom niet dan node gemist worden:
De billikheid gebiedt ons echter hierbij te voegen dat niet zelden de weglatingen van de vertaler te rechtvaardigen zijn. De franse tekst toch bevat een zeker aantal stoplappen, aangebracht ter wille van rijm en maat, die in de vertaling terecht zijn geschrapt. Ik noem er nog enige, tot besluit van dit deel onzer vergelijking:
Bovendien ontbreken, alleen in H.:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.1. Over de woordeschat van de vertaler.Een der meest voorkomende woorden van het franse gedicht is esbahi. Gaan wij na hoe dit, op enkele plaatsen. is weergegeven.
Geen dezer vertalingen is onjuist en men mag uit deze ruime woordenkeus besluiten dat de vertaler niet alleen zijn moedertaal goed machtig was, doch ook zich er op toelegde gebruik te maken van de rijkdom van termen die hij tot zijn beschikking had. Het is waar dat men ook een feit zou kunnen aanhalen van het tegendeel, want op fo. 17 d en 18 a gebruikt hij driemaal het woord verspreken, terwijl het Frans op die plaatsen verschillen werkwoorden heeft, nl. laidoier (1786), tencier (1818) en courroucier (1824). Evenwel, dat is een uitzondering. De vertaler breidt zijn woordeschat uit door op kwistige wijze franse woorden tot de zijne te maken. Sprekende voorbeelden zijn: execucie, ordinancie ende ministracie (var. ministrancie), P. 7 b (Pèl. 567 en 568) - exposicie ende significacie (var. beteekenesse)Ga naar voetnoot1), 21 c (Pèl. 2183 en 2184) - murmuracie noch detractie, 23 d (Pèl. 2422), ghereprobeert, 28 b (Pèl. 2974). Dat hij hierin nog verder ging dan zijn tijdgenoten blijkt hieruit dat hij zich soms verstout neologismen van dat soort te bezigen, bijv. gepaneteirt, 27 c (Pèl. 2874), gheautoriteit (var. gheauctorizeert), 25 b (Pèl. ottroia, 2598). Dit blijkt ook hieruit dat, waar het vreemde woord dat aan de franse term zou beantwoorden niet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gebruikelik is, hij deze niet altijd door het middelnederlandse woord weergeeft, maar door een andere, soms zeer ver af liggende vreemde term; zelfs veroorlooft hij zich dat wanneer het rechtstreeks met het franse woord overeenkomende bastaardwoord hier wèl in gebruik was; om plente te vertalen, zal hij niet het middelnederlandse overvloed gebruiken, maar evenmin plenteit; hij kiest multitude. Ziehier eenige voorbeelden:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wij hebben gezien welke bezwaren dit overvloedig gebruik van bastaardwoorden heeft opgeleverd en behoeven over deze eigenaardigheid van de vertaler dus niet verder uit te weiden. Ziehier een ander feit dat toont dat hij over een grote woordenschat beschikte en zich die ten nutte trachtte te maken. Het is bij hem, men kan haast zeggen, een systeem geworden om aan een verbum, en ook aan een substantivum en een adjektivum, een synoniem toe te voegen. Hoewel dit niet zozeer een persoonlike eigenaardigheid is, doch ook bij andere prozaschrijvers wordt aangetroffen, haal ik de volgende voorbeelden aan:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het overkomt de vertaler soms wel eens dat zijn tautologieën niet goed zijn gekozen en dat hij onzin neerschrijft:
Of zijn de laatste verbindingen als ‘hystera protera’ bedoeld? Zeer talrijk zijn een bepaalde soort van herhalingen die zich laten verklaren door de voorliefde die de vertaler koestert voor vreemde woorden, nl. zodanige waar, naast de inheemse term, een bastaardwoord van gelijke betekenis wordt gezetGa naar voetnoot1).
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook in deze groep van tautologiëen komen somtijds zonderlinge verbindingen voor:
Ziedaar voorzeker voorbeelden te over van de vaardigheid van de vertaler. Een andere vraag is het of hij de rijkdom waarover hij beschikte goed heeft aangewend. Mijn antwoord moet ontkennend zijn. Want zijn woordverbindingen zijn niet anders dan een ‘tour de force’; verre van de zin te versterken, verzwakken zij die, en, daar zij geen nieuw denkbeeld aanbrengen en evenmin de indruk die wij ontvangen dieper maken, geven zij aan de zinnen iets soeperigs dat de lezing ervan nu juist niet veraangenaamt. Ja, zó weinig bedoelt de vertaler met zijn herhalingen een kunsteffekt, dat het voorkomt dat, waar de franse tekst meer dan één term voor hetzelfde begrip geeft met de bedoeling dat begrip op de voorgrond te plaatsen, de vertaler zich vergenoegt met één woord: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trouwens, het vervolg van deze studie zal evenzeer als de reeds besproken feiten, ons overtuigen dat als kunstennaar de vertaler verre beneden de dichter stond. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Over de stijl en de toon van de vertaling.Ik wil tans enige eigenaardigheden van onze landgenoot ter sprake brengen die ons biezonder treffen wanneer wij zijn arbeid vergelijken met het franse gedicht. Reeds alleen het feit dat de vertaling in proza en de franse tekst in dichtmaat is geschreven, maakt waarschijnlik dat in zinsbouw en in inkleding van de stof ingrijpende verschillen zullen bestaan. Het onderzoek bevestigt dit vermoeden. De vertaler heeft een ruim gebruik gemaakt van zijn meerdere vrijheid en hij heeft niet nagelaten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de beknopte vorm van het franse gedicht te vervangen door een lossere. Ik bespreek in de eerste plaats de zinsbouw. Onze vertaler houdt ervan zinnen die in het Frans gesubordineerd zijn, te koördineren, en deze verandering geeft aan zijn zinnen veelal iets onbeholpens, zoals blijken zal uit de volgende voorbeelden:
Vaak ook splitst de vertaler de franse zin in twee delen, een uitbreiding dus van de zo juist vermelde wijze van behandeling.
Niet alleen geeft deze verandering van de konstruktie aan | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het gehele werk iets omslachtigs, maar soms heeft zij bovendien ten gevolge dat de zin onduidelik, ja onjuist wordt:
Nog bedenkeliker is het wanneer de vertaler ten gevolge van zijn splitsing een woord in moet lassen:
Een bepaalde fout eindelik is de overzetting van vs. 10941-2, waar de gesubordineerde zin tot hoofdzin is gemaakt (de passage komt voor in de strofen):
De indruk van omslachtigheid die wij gekregen hebben, wordt nog versterkt door andere eigenaardigheden die de stijl van de vertaler kenmerken. Zo houdt hij er van zijn zinnen aan te vangen met oproepingen als weet dan, merct op enz., die in het Frans ontbreken. Ik citeer een paar voorbeelden van deze gewoonte:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Niet weinig wordt ook de stijl van de vertaling ontsierd door het misbruik van konjunkties. Op fol. 4 c beginnen drie opeenvolgende zinnen met Bedi, terwijl geen enkele de beantwoordende term in de franse tekst bevat. Zo voegt hij vaak erbij Ende, want, overmits dien, bedi, om dies dat, dat, maar, ja enz. enz.
Wij vinden soms dat affirmatieve tot negatieve zinnen zijn gemaakt, een enkel maal ook het omgekeerde:
De eerst aangehaalde passage toont dat de betekenis ten gevolge van deze verandering wel eens wordt gewijzigd.
Kenmerkend voor de vertaler is het dat hij gaarne in plaats van de direkte rede de indirekte rede gebruikt, waardoor het verhaal minder levendig wordt:
Eénmaal vond ik de omgekeerde verandering, nl.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Soms vervangt hij slechts in een deel van de woorden die de dichter een van zijn personen in de mond legt, de direkte door de indirekte rede:
Zonder twijfel hangt met de afkeer van de vertaler tegen de direkte rede samen dat vaak korte antwoorden, tussenzinnen van de aangesprokene niet vertaald zijn; Zoo b.v.
Ten slotte vermeld ik nog de zonderlinge gewoonte om zinsdelen met elkaar van plaats te doen verwisselen, met welke bedoeling blijkt niet.
Zie ook 10050-1. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eindelik zijn er ook vrij veel verzen waarin de vertaler een of andere bepaling bij een ander naburig substantivum of verbum heeft gevoegd dan in het Frans:
Wanneer men een passage van Pèl. legt naast de daarmede overeenkomende plaats in de vertaling, dan bemerkt men dat er, behalve de tot nu toe genoemde verschillen, nog iets anders is dat van P. een geheel ander werk maakt dan Pèl. Ik wil zeggen dat de vertaler geheel anders geïnspireerd is dan de franse dichter. Ik heb dat genoemd de verschillende ‘toon’ die er in het origineel en in de vertaling heerst. De dichter van Pèl. is een uitnemend verteller; zijn verhaal, ontdaan van alle onnutte toevoegselen en beschouwingen, gaat geleidelik voort; van langdradigheden heeft hij een afkeer waarin wij allen zeker zullen delen, en al is er veel in zijn werk dat aan de hedendaagse lezer minder belang inboezemt dan het onze voorouders deed, toch lezen wij het franse gedicht met groot genoegen en bewonderen de bondigheid en kunstrijkheid van de vorm. Geheel anders heeft de vertaler zijn taak opgevat. Stel u voor een novelle van Guy de Maupassant in een nederlands kleed gestoken door Rhijnvis Feith, of, indien deze kombinatie u te zonderling klinkt, een oudfrans ‘fabliau’ naverteld door Tollens. De franse tekst is in het Middelnederlands verwaterd. De vertaler heeft getracht door allerlei onnodige toevoegselen zijn tekst te verfraaien. Met welk gevolg, dat kan ieder beoordelen die de beide werken vergelijkt en die de volgende beschouwingen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wil lezen. Door die inlassingen komt het dat, niettegenstaande het weglaten van verzen, iets waarvan, zoals wij gezien hebben, de vertaler een ruim gebruik maakte, de middelnederlandse tekst eer uitgebreider is geworden dan de franse. De vertaler is een omslachtig man, hetgeen wij trouwens reeds wisten door de korte studie die wij van zijn stijl hebben gemaakt en hetgeen wij tans nog duideliker gaan zien. Om met de eenvoudigste middelnederlandse verfraaiingen te beginnen: de vertaler heeft de gewooute om substantiva van adjectiva en deze op hun beurt van adverbia te voorzien, waarvan in het Oudfrans geen spoor te ontdekken valt en die te veroordelen zijn omdat zij aan de zin geen kracht bijzetten. Voorbeelden:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Somtijds hebben deze epitheta niet uitsluitend de strekking om de tekst te versieren. Ziehier nl. enige verzen waarin zij dienen ter verklaring van het origineel:
Maar meestal hebben die adjectiva en adverbia geen betekenis hoegenaamd. Ja, zózeer is het plaatsen er van hem tot een gewoonte, een manie kan men haast zeggen, geworden dat hij er blijkbaar niet meer bij nadenkt: het gaat machinaal. Hoe zijn anders de volgende hoogst zonderlinge verbindingen te verklaren?
Hier passen de bepalingen al zeer slecht bij het hoofdwoord. Doch de vertaler bepaalt zich niet tot zulk een geringe uitbreiding van zijn tekst; hij voegt er soms gehele zinnen bij. Dikwijls kan alleen breedsprakigheid de oorzaak van die uitbreiding zijn - tenzij men moet aannemen dat de vertaler een oud- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
frans handschrift vóór zich had, waarin die zinnen reeds stonden. Doch wij hebben geen reden dit aan te nemen, daar het zeer onwaarschijnlik zou zijn dat geen enkele ervan zich bevond onder de varianten die door Stürzinger zijn medegedeeld. Voorbeelden:
Hij deinst er voor terug zelfs de geringste biezonderheid over te slaan, al vermeldt het franse gedicht haar niet:
Om het verschil van toon tusschen het oudfranse gedicht en de vertaling duidelik te zien, vergelijke men nog:
Dikwijls wil hij ook door deze grotere inlassingen het origineel toelichten en verklaren:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zo is ook de raa te verklaren die hij op fo. 119 b en 120 a (= Pèl. 12465 en 12532) er bij haalt, hoewel de franse tekst er niet van rept. Maar hoe zeer hij als kunstenaar onderdoet voor Guillaume, ziet men nergens zoo goed als daar waar een klein verhaal in de tekst voorkomt. Ik heb hier het oog op de geschiedenis van Izaak (vs. 2763-69 = 26 c-26 d), de fabel van de ‘Kraai en de Vos’ (7699-7722 = 68 d) en die van de ‘Aap en de Schoenmaker’ (8075-8080 = 71 d-72 a). Om de lezer in staat te stellen zelf te vergelijken, schrijf ik het tweede dezer verhalen hier af: 7699[regelnummer]
Ga naar margenoot+Së onques parler tu ouis.
Du corbel qui tenoit jadis
Un fromage, a qui le regnart
Dist: ‘O, corbel, se Diex te gart,
Que me dies une chancon,
Desir ai d'ouir le douz son
7705[regelnummer]
De la gorgete polie
Qui miex vaut (que) de simphonie,
D'orgue ne de psalterion;
Si ne m'en fail pas, je t'en pri,
7710[regelnummer]
Quar pour ce sui je venu ci.’
Le quel quant il senti tel vent
Et tel enforcie souffement,
Le fromage plus soustenir
Ne peut, ains le laissa chaïr;
7715[regelnummer]
A chanter se prist sans delai
Com cil qui avoit le cuer gai,
Quar il cuidoit que le goupil
Deïst a certes, mais nennil.
De son chanter ne li chaloit,
7720[regelnummer]
Le fromage sans plus vouloit.
Il l'en porta si com li plut
Et ainsi le corbel decut.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
P. 68 d: En hebstu noyt horen spreken van eenre crayen die wilneer had eenen case in haren bec (Hl. voegt erbij Alse ons vertelt Ysopet), ende doe quam de vos tot haer ende steldese ter redenen ende bat haer sonderlinge seer dat si hem woude singen een liedekijn. Want hi had horen seggen dat in alder werlt geen vogel so wel en sanc als si. Ende doe die craye hoerde seggen desen prijs, welken prijs anders niet en was dan wint uut minen blaesbalge, so ontdede si haren bec om te singen, ende mittien ontviel haer die kase. Ende die vos, die anders niet en sochte dan den kase, nammen ende lieper mede wech. Hetgeen ons vooral treft wanneer wij deze teksten met elkander vergelijken is dat de vertaler de schilderachtige verzen van het franse gedicht achterwege laat (zo b.v. het grootste deel van de woorden van de vos; vergelijk hierboven, p. 14) en daarentegen overvloedige uitweidingen plaatst waar de franse verteller door bondigheid van uitdrukking zijn verhaal levendig weet te maken. Hoe weinig rekenschap de verteller zich ook gaf van hetgeen hij toevoegde, moge blijken uit de volgende passages:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik vermeld afzonderlik nog enige passages waar het duidelik is dat de middelnederlandse toevoegsels in de plaats zijn gekomen van oudfranse verzen die de vertaler niet begreep en daarom, getrouw aan zijn systeem, wegliet:
a hetgeen reeds gezegd is, behoef ik niet meer te wijzen op de bezwaren van dit uitbreidingsysteem. Alleen citeer ik nog het volgende vers, waar de zucht om te verklaren en duidelik te zijn, de vertaler parten speelt en hem fouten doet begaan:
Alvorens te eindigen is het billik hier op enkele plaatsen te wijzen waar de vertaler de franse tekst verbetert; het geval is zeldzaam, doch komt een enkele maal voor. Ik citeer één voorbeeld:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluit.Uit bovenstaande beschouwingen is gebleken dat, als mens, de vertaler zeer verschilt van de franse dichter. Zijn nuchterheid en omslachtigheid, en ook zijn gemakzucht, maken dat de vertaling veel mist van de bekoring van het franse gedicht: de levendigheid van het verhaal en de geestigheid van de vorm hebben veel geleden. Toch zou het onbillik zijn niet te erkennen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat de vertaler ook verdiensten heeft: de getrouwheid waarmede hij het origineel, in het algemeen, heeft weergegeven, de waarlik niet geringe kennis van het Frans waarover hij beschikte, geven hem recht op onze waardering. En als hij er nu eenmaal niet de man voor was om de eigenaardige schoonheden van het franse origineel recht te doen wedervaren, dan kunnen wij dat betreuren, maar dan moeten wig tevens rekening houden met de stand waartoe hij hoogstwaarschijnlik behoorde. Ook het Rolandslied is geheel iets anders geworden in de middeleeuwse vertaling die een ‘clerc’ ervan heeft gemaakt. En dat de vertaler van de Pelerinage de la vie humaine ook een ‘clerc’ was, blijkt duidelik uit wat hij aan de tekst heeft toegevoegd. Men oordele:
Kenmerkend voor de stand waartoe hij behoorde is dat hij sermon en contrition alleen in de kerkelike betekenis kent. Zie: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Misschien is het ook van enig belang op te merken dat hij Sinte Marie op twee plaatsen aanroept, waar zij in het franse gedicht niet genoemd is (Pèl. 5101 = P. 45 b en 7113 = 63 d), en dat hij (5266 = 46 c) Saint-Germain weglaat. Verder geeft de vertaling ons geen inlichtingen omtrent de persoon van de vertaler. Alleen dit nog kunnen wij er uit opmaken dat hij van de drie Pèlerinages alleen de eerste heeft overgezet; immers hij laat weg de verzen Pèl. 13023-26: Aprez maintes foiz le sceu bien,
Mes de ce n'escrirai je rien,
Miex l'aimme une autre foys dire
Que ci en mon livre escrire.
j.j. salverda de grave. |
|