Tiecelijn. Jaarboek 13 (jaargang 33)
(2020)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 299]
| |||||||||
The Book of Beasts
| |||||||||
[pagina 300]
| |||||||||
De catalogus bestaat uit vier delen. Het eerste deel bevat een introductie die bestaat uit een inleidend essay van Elizabeth Morrison, de senior curator van de handschriften van het museum en initiatiefneemster van de tentoonstelling, en een selectie van afbeeldingen van belangrijke dieren uit de bestiaria, voorzien van een Engelse vertaling van de Latijnse tekst van een wijdverspreide groep bestiaria. Het gaat om leeuw, tijger, eenhoorn, griffioen, olifant, bever, bonnacon, aap, vos, adelaar, pelikaan, sirene, draak, hydrus en walvis. De drie volgende delen bestaan steeds uit een of meer essays en daarna beschrijvingen van de tentoongestelde handschriften en voorwerpen. De essays zijn geschreven door een groep wetenschappers, onder wie veel van de beste kenners van het genre. Ook voor de catalogusbeschrijvingen is een beroep gedaan op specialisten van buiten het museum. (Het is waarschijnlijk niet echt belangrijk, maar het trof mij dat er onder die medewerkers veel emeriti en ‘independent scholars’ waren. Zijn de moderne universiteiten dan plaatsen geworden die niet meer zo geschikt zijn voor dit soort werk?) Het tweede deel gaat over de bestiaria zelf. Het bestaat uit twee afdelingen. De eerste afdeling wordt geopend met een essay over de teksttraditie van de bestiaria. Dit essay van Sarah Kay opent met een omschrijving van de verschillende betekenissen die het woord bestiarium kan hebben (p. 31). Omdat die betekenissen heel verschillend kunnen zijn, is die omschrijving heel nuttig, ook buiten de context van dit boek om. Volgens Kay kan bestiarium betekenen:
| |||||||||
[pagina 301]
| |||||||||
Besef van deze betekenisvariatie kan in veel gevallen verwarring voorkomen. Dan volgen essays over opdrachtgevers en kunstenaars, de manier waarop de combinatie van tekst en beeld op handschriftpagina's wordt aangebracht, de rol van bestiaria in verzamelhandschriften, de verandering van betekenis die geleidelijk zichtbaar wordt in bestiaria en de afbeeldingen in de Griekse Physiologus. Daarna worden beschrijvingen van 28 handschriften met een Latijns bestiarium opgenomen. De tweede afdeling gaat over de Franse traditie. Zij bevat een essay over vertalen en een over de rol van het hof. Daarna volgen beschrijvingen van vijf handschriften met een Frans bestiarium. Het derde deel heet ‘Beyond the Bestiary’ en bevat opnieuw twee afdelingen. De eerste gaat over kerk en hof en laat zien hoe elementen uit de bestiariumtraditie invloed hebben gehad op beeldhouwwerk, op tapijten en gebruiksvoorwerpen van de geestelijke en wereldlijke elite. Vooral de vijf aquamaniles (watervat voor het handen wassen aan tafel) in de vorm van een leeuw zijn opvallend. In deze afdeling wordt ook aandacht besteed aan dieren in de afbeeldingen in Hebreeuwse handschriften. De tweede afdeling behandelt de relaties tussen bestiaria en natuurlijke historie. Zij behandelt de rol van dieren in encyclopedieën en op wereldkaarten en bevat bovendien een essay over de kennis over dieren in de islamitische traditie.Ga naar eind2 Het laatste deel heet ‘Legacy of the Bestiary’ en gaat over de moderne tijd. Ik had verwacht daar Harry Potter tegen te komen, omdat een aantal dieren uit de bestiariumtraditie via die serie een enorme, wereldwijde bekendheid gekregen heeft, maar de tentoonstelling en de catalogus beperken zich tot kunst in de strikte zin van het woord. We vinden er tekeningen, etsen, beeldhouwwerken en foto's uit de periode 1936 tot en met 2017; en kunstenaars als Apollinaire, Toulouse Lautrec, Picasso en Damien Hirst. Voor mij zijn er nauwelijks directe relaties tussen het middeleeuwse en het moderne materiaal, maar hun combinatie werkt wel inspirerend. Het boek is prachtig uitgegeven. De omslag is gedeeltelijk van papier (waar een handschriftillustratie wordt weergegeven) en gedeeltelijk van stof (waar een tapijt wordt weergegeven). De boekverzorging is voorbeeldig, er zijn heel veel illustraties en de kwaliteit daarvan is uitstekend. Als kijkboek lijkt het mij onovertroffen. | |||||||||
[pagina 302]
| |||||||||
Dat is waarschijnlijk ook de belangrijkste kwaliteit van het boek voor een breed publiek, samen met de selectie van dieren in het eerste deel. Wie de bestiariumtraditie nog niet kent, heeft na lezing van dat eerste deel een heel aardig idee van het type boek dat een bestiarium is en heeft een serie prachtige afbeeldingen gezien. En ook in de rest van het boek is veel interessants te vinden dat goed toegankelijk is. Maar hoewel alle auteurs gevraagd is om toegankelijk te schrijven, zijn ze daar niet allemaal in geslaagd en sommige onderwerpen die worden besproken, zijn voornamelijk van specialistisch belang. Dat geldt zeker voor de documentatie die in de appendices is opgenomen. Een belangstellende leek doet er dus goed aan sommige delen van dit boek niet al te zorgvuldig te bekijken. Er blijft echter meer dan genoeg interessants over. Ook voor wetenschappers is dit boek heel boeiend. Veel van wat erin staat, is al bekend. Zo bevat het essay van Sarah Kay over de teksttraditie niets nieuws, maar het is noodzakelijk in de opzet van dit boek en het is heel helder. En dat is bij zulke ingewikkelde stof allerminst vanzelfsprekend. Anderzijds is er ook veel nieuws. Het stuk van Ilya Dines over bestiaria in verzamelhandschriften is vernieuwend en lijkt mij hoe dan ook belangrijk omdat het er de aandacht op vestigt dat bestiaria vaak niet geïllustreerd zijn en ook niet uitsluitend als enkelteksthandschriften voorkomen. Ook het interculturele perspectief dat ontstaat doordat er ook essays aanwezig zijn over de Griekse, de Hebreeuwse en de islamitische traditie, vind ik belangrijk. Dat geldt ook voor de gedetailleerde informatie over de getoonde handschriften en voorwerpen. Als een bepaald handschrift op internet te zien is, wordt de betreffende website aangegeven. (Dat is waarschijnlijk ook een aantrekkelijke service voor leken.) Bovendien worden steeds bibliografische verwijzingen gegeven. Het boek is dus een gids op detailniveau. Op dit niveau past overigens enige voorzichtigheid. Het is duidelijk dat de kennis over de Latijnse traditie groot is en de detailinformatie over de Griekse, Hebreeuwse en islamitische traditie komt van specialisten, dus die zal ook wel in orde zijn. Maar de informatie over de Franse en de andere volkstalige handschriften komt voornamelijk van medewerkers van het museum en wanneer ik op dat terrein kennis van zaken meen te hebben, denk ik dat ze niet altijd de beste verwijzingen geven. Maar dat een dergelijke onderneming niet zonder enige oppervlakkigheid kan, dat besef ik heel goed. En ik heb niets gelezen wat mij werkelijk fout voorkwam. Maar wie onderzoek wil doen naar de volkstalige traditie, kan toch beter uitgaan van andere studies. De volkstalige traditie speelt een kleine rol in dit boek en de Nederlanden zijn slechts minimaal vertegenwoordigd, maar wie geïnteresseerd is in de Eu- | |||||||||
[pagina 303]
| |||||||||
ropese omgang met dieren in de middeleeuwen, hun symbolische betekenis, het perspectief dat onze voorouders op hen hadden, en vooral in de visuele representaties die dit alles heeft opgeleverd, die vindt hier een ware schatkamer. Nieuwe kennis en uren kijkplezier zijn gegarandeerd. Elizabeth Morrison with the assistance of Larissa Grollemond (ed.), Book of Beasts, the Bestiary in the medieval world, Los Angeles, J. Paul Getty Museum, 2019, 340 p. ISBN9781606065907, $ 60. |
|