Tiecelijn. Jaarboek 13 (jaargang 33)
(2020)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 259]
| |||||||||
Een dassenburcht onder de snelweg
| |||||||||
[pagina 260]
| |||||||||
Afb. 2. Kunst komt van Kunst, Groenekan, Eline Janssens.
Afb. 3. Hortus Conclusus, 2008, Bleiswijk, © Berkman en Janssens.
| |||||||||
[pagina 261]
| |||||||||
signatuur van Eline Janssens. Het spreekt vanzelf dat we graag inzoomen op het Reynaertkunstwerk in Maartensdijk. | |||||||||
Eline JanssensEline-Mireille Janssens werd in 1959 in Alkmaar geboren. Zij studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, had vanaf 1985 een gerespecteerd keramiekatelier in Utrecht en gaf tot 2000 ook regelmatig les op kunsthogescholen en keramiekopleidingen. Van 2000 tot 2010 werkte Janssens samen met Margot Berkman onder de naam ‘Berkman en Janssens, kunst voor openbare ruimte’ (afb. 3). Het kunstenaarsduo heeft in de samenwerkingsperiode een twintigtal kunstwerken voor openbare ruimte gerealiseerd. Opdrachtgevers als Nederlandse Spoorwegen, Prorail, Betuweroute, AM Vastgoed, woningbouwverenigingen en gemeentes stelden hen in de gelegenheid om tunnels te bekleden met keramische tegels, hekwerken langs het spoortraject en natuurgebieden te verfraaien en te duiden met beelden. Historische namen of gebeurtenissen uit de directe omgeving van de locatie boden meer dan eens inspiratie bij een dergelijk kunstproject. Zo is in het werk Berenparade in de Utrechtse Berekuil (zonder tussen-n) zowel een verwijzing naar The Polar BearsGa naar eind1 als naar de volgens overlevering echt bestane ‘berenkuil’ op deze plek te ontdekken (afb. 4 en 5). In 2010 werd besloten de maatschap Berkman en Janssens op te heffen en zijn de kunstenaars elk hun eigen oeuvre verder gaan uitdiepen. Eline Janssens laat zich bij het maken van ontwerpen voor kunstwerken, tentoonstellingen en kunsteducatief materiaal inspireren door erfgoed, kunst (‘kunst komt van kunst’), literaire bronnen en poëzie. In 2017 ontving ze trouwens een erepenning van de Utrechtse Dichtersgilde voor haar werkzaamheden als voorzitter (2012-2017). Vanaf 2010 ontstonden in het atelier van Eline Janssens in De Bilt (bij Utrecht) kunstwerken voor de openbare ruimte, kunstzinnige herinrichtingen van woonzorgcentra, workshops voor kinderziekenhuizen en tentoonstellingen. Naast haar grote werken voor de publieke ruimte, maakte ze ook kleiner werk als keramische tegels, gedecoreerde porseleinen borden, glasobjecten, wandtapijten, theatercoulissen, mobiles en tafelpapieren. Bij ieder kunstwerk dat Janssens maakt, zoekt ze het juiste materiaal en de juiste afmeting. Het materiaal kan steeds anders zijn, de blik is altijd dezelfde. | |||||||||
[pagina 262]
| |||||||||
Afb. 4-5. Berenparade, 2001, Utrecht, © Berkman en Janssens.
| |||||||||
[pagina 263]
| |||||||||
De in 2020 veelomvattende tentoonstelling over een van de metiers waarin Janssens' handschrift, beeldende voorkeuren en liefde te zien waren, was de tentoonstelling in het Westfriesmuseum te Hoorn, Janssens en Koerten, geknipt voor de kunst. Na de feestelijke opening op 7 maart stond de bezoekersteller van het museum na twee dagen al op meer dan vijfhonderd. En toen deed de coronacrisis haar intrede. Het museum heeft alle zeilen bijgezet om de tentoonstelling, geplande knipworkshops en speciale rondleidingen toch toegankelijk te maken. Er werd in een heel korte tijd een heel arsenaal aan digitale workshops, lezingen, gesprekken en interviews gemaakt. De site van het Museum van de Gouden Eeuw werd heel druk bezocht en daaruit hebben Eline Janssens en het museumteam kunnen opmaken dat de belangstelling voor knipkunst (maar dan even anders) heel groot is. De expo werd verlengd tot 21 januari 2021 (afb. 6 en 7). Eline Janssens is haar hele leven al in de ban van de expressieve kracht van knipkunst. Ze schetst knippend, ze denkt in open/dicht, teerheid/ robuustheid en de schijnbare luchtigheid van knipkunst past bij haar karakter. Knipkunst hoort bij mensen, wordt mondiaal ingezet om gebeurtenissen niet te vergeten, te vieren, te herinneren en te versieren. Ze heeft een grote beeldende kracht en vertaald van klein (papier) naar groot (staal) ontstonden er kunstwerken als A mon seul Désir (afb. 8) en De Liefdesbrief (afb. 9). Voor de expositie in Hoorn was de inspiratie het werk van de zeventiendeeeuwse knipkunstenaar Johanna Koerten Blok (1650-1717), die beschouwd wordt als het grootste genie van deze discipline in Nederland in de zeventiende en achttiende eeuw. Wikipedia leert ons dat keizer Leopold van Oostenrijk maar liefst 4000 gulden betaalde voor een fijn knipwerk van Johanna Koerten en er wordt aan toegevoegd: ‘Een ongekend bedrag, vergeleken met de 1600 gulden die Rembrandt met moeite kreeg voor zijn schilderij de Nachtwacht. Ook Goethe en Schiller hebben meer dan eens een portret geknipt.’ Knipkunst was mij vooral bekend van het werk van de Franse schilder Henri Matisse (1869-1954), in wiens Noord-Franse geboorteplaats Le Cateau-Cambrésis ik ooit het aan hem gewijde museum bezocht. Als ik de plakboeken van Janssens bekijk, dan heeft knipkunst een wezenlijke plek in de totstandkoming van haar oeuvre. En het wordt nog spannender: ze heeft immers plannen opgevat om ‘een variatie op het Reynaertkabinet te maken’Ga naar eind2 en wil Reynaertknipkunst het startpunt laten zijn van een tentoonstelling rondom Reynaert in de kunst. | |||||||||
[pagina 264]
| |||||||||
Afb. 6-7. Janssens en Koerten, geknipt voor de kunst, tentoonstelling Westfriesmuseum Hoorn, 2020.
| |||||||||
[pagina 265]
| |||||||||
Afb. 8. A mon seul Désir, 2010, Utrecht, © Berkman en Janssens.
Afb. 9. De Liefdesbrief, 2007, Delft, © Berkman en Janssens.
| |||||||||
[pagina 266]
| |||||||||
De afstand tussen knipkunst en Janssens' stoere kunstwerken in de publieke ruimte, zoals spoorzonegebieden, tunnels, parken, natuurgebieden (ook in de periode van samenwerking met Berkman onder de naam Berkman en Janssens), stadscentra, zorginstellingen, theaters, scholen en museaGa naar eind3 lijkt groot, maar eigenlijk is dat schijn. In het jarenlange voorbereidingsproces van grote projecten zitten natuurlijk een studie- en een ontwerpfase. Bovendien wordt Janssens' robuuste werk in de openbare ruimte steeds gekenmerkt door een duidelijk streven naar luchtigheid, verfijning en elegantie. Hierbij is de materiaalkeuze steevast erg beredeneerd en de perfecte uitvoering ervan een noodzaak. Ze werkt immers steeds met andere materialen en uitvoerders die mee deel uitmaken van het totstandkomingsproces. Nog een essentieel onderdeel van haar recente werk is de participatieve reflex. Vaak vragen opdrachtgevers om bij grote werken de inwoners, de buurten, de verenigingen of de scholen te betrekken. Scholen zijn dan zeer dankbare instellingen omdat je een jongere generatie kunt meenemen. Omgekeerd wordt de kunstenaar ook deel van het proces. Op haar Linkedinpagina lezen we dat ze vanwege haar filosofische kijk op kunst en de waarde ervan voor de hedendaagse mens, regelmatig zitting neemt in adviesraden van musea en projectorganisaties die met kunst bezig zijn. Verder expliciteert ze via Linkedin haar zienswijze en haar verhouding tot de kunsten. Als curator van tentoonstellingen maakt ze ruimte voor (de actualiteit van) erfgoed. In de combinaties van kunst met wetenschap, literatuur en humor heeft ze onuitputtelijke bronnen gevonden die haar inspiratie geven om de houding van ‘de spelende mens’ serieus te nemen.Ga naar eind4 Dierfiguren spelen een belangrijke rol in het werk van Janssens. Ze zijn vaak mooi, geheimzinnig, zelfs humoristisch. Maar ook de literatuur en erfgoed zijn vaak cruciaal. In het project in Maartensdijk komen haar voorliefdes samen. Ander werk van Janssens waarin dieren een belangrijke rol spelen, is bijvoorbeeld te vinden in Delft (De Liefdesbrief, Berkman en Janssens, 2007), Amsterdam-Zuid, (Het Verlangen, Berkman en Janssens, 2008), Utrecht-Leidsche Rijn (A mon seul Désir, Berkman en Janssens, 2010) en Vianen (Amor en Fortuna, Berkman en Janssens, 2010). Het gaat in al deze gevallen om grote stalen beeldengroepen. ‘Mijn belangstelling voor dieren in de kunst is er altijd al geweest. [...] De fabels van Fontaine, Japanse prenten met sprekende dieren in de hoofdrol, oude dierenverhalen in een nieuw jasje, ik blijf het fascinerend vinden dat wij mensen/kunstenaars dieren gebruiken om verhalen over te brengen en dieren menselijke eigenschappen toedichten.’Ga naar eind5 | |||||||||
[pagina 267]
| |||||||||
Grimbeert de Das en Reynaert de VosAanleiding van het Reynaertproject van Eline Janssens was de verbreding van de snelweg A27/A1, die in het beheer is van Rijkswaterstaat. De A27 loopt van knooppunt Sint Annabosch bij Breda naar Almere (Flevoland) en verbindt Noord-Brabant en België met het noordelijke deel van de Randstad en Noord-Nederland. Vlamingen die noordwaarts rijden of van daaruit terugkeren, staan wel eens in de file bij de Merwedebrug bij Gorinchem (Gorcum). De A27 loopt ten oosten van Utrecht en bereikt via Hilversum zijn eindpunt. Bij de verbreding van de A27/A1 in 2017 vroeg de wegbeheerder aan de aangestelde aannemerscombinatie 3Angle (Heijmans, Fluor, 3i Infrastructure) om de bewoners van de omgeving te betrekken bij de herinrichting van de weg. Dit resulteerde onder andere in een doorgedreven bevraging over de inrichting van de drie onderdoorgangen bij Groenekan, Maartensdijk en Hollandsche Rading. Bewoners en gebruikers van Groenekan en Maartensdijk gaven de voorkeur aan een kunstzinnige bijdrage; Hollandsche Rading koos voor de herinrichting van parkeerplaatsen en enkele ondergrondse containers. In Maartensdijk ligt onder de snelweg een bushalte die intens gebruikt wordt door de leerlingen van het nabijgelegen Aeres vmbo.Ga naar eind6 Zodra Eline Janssens de opdracht kreeg toegewezen, nam zij voor het viaduct in Maartensdijk contact met de directie van die plaatselijke middelbare school. Ze gaf er een aantal kunstlessen. In de eerste sessie werd de natuur rond Maartensdijk in kaart gebracht. Vaak leven er in de natuur rondom de huizen veel dieren waarvan men zelfs niet altijd de aanwezigheid beseft. Opvallend was voor Maartensdijk dat er een aantal dassen in de omgeving leeft. De dorpelingen zijn erg trots op hun grote dassenpopulatie. Naar aanleiding van het project van de verbreding van de A27 kregen drie dassen een gps-bandje. Ze kregen elk een eigen naam (men kon ze herkennen door de zwart-wittekeningen op hun snuit) en ze werden overal gevolgd. Op filmbeelden kan men zien dat aangelegde dassentunnels ook gebruikt worden door katten, een kuiken én een vos. De das leeft dus in Maartensdijk samen met veel dieren die ook in een bekend verhaal samen voorkomen. Meteen werd de link naar de literatuur en het beroemde Reynaertverhaal gelegd.Ga naar eind7 De oude literatuur werd uiteindelijk de basis voor een moderne ode aan de inwoners van Maartensdijk. Daarom werden het leven van de das en het Reynaertverhaal gedocumenteerd via alle mogelijke kanalen. Snel bleek dat de das ook grafisch een leuk beest is en ook en vooral in de Reynaertverhalen een lange iconografische traditie heeft. De dassen in het kunst- | |||||||||
[pagina 268]
| |||||||||
werk kregen meteen een naam: Grimbeert. Dassentrots was dus bepalend voor het kunstwerk. Middeleeuwse fabels, bestiaria, marginalia en tapijten passeerden de revue. Er volgde een periode van documenteren en verzamelen, schiften, kiezen, veranderen, schetsen, knippen, plakken, selecteren, tekenen... Het internet en boeken over kunstgeschiedenis, archieven en musea, boeken en films gaven - zoals bij de realisatie van elk kunstwerk van Eline Janssens ook nu weer - hun geheimen prijs. De selectie van al die bestaande plaatjes vormde het ruwe materiaal waarop weer werd doorgewerkt. ‘Zo komt kunst van kunst,’ zegt de kunstenares. De plakboeken die het proces documenteren, zijn kunstwerken op zich (afb. 10-13). Belangrijk voor het wordingsproces van het kunstwerk was de vertaalslag naar vandaag. Wat trekt de aandacht in het werk? Wat is de historische betekenis? Hoe kan die geactualiseerd worden? Is er kunstzinnig iets mee te doen? Hoe werkten de middeleeuwers? Welke tekeningen gebruikten ze en welke lettertypes en patronen? Vier gemotiveerde kunstzinnige leerlingen werden intens bij het project betrokken en werkten samen met de kunstenaar, waardoor er als het ware een ontwerpteam ontstond, zowel op inhoudelijk als op vormelijk vlak (afb. 14). Zij werkten mee aan de patronen en aan de selecties. Hun leven lang zullen ze kunnen verwijzen dat zij de cocreatoren waren van het kunstwerk onder de A27. Het project werd in maart/april 2019 uitgevoerd door Schildersbedrijf Johan van Doorn, een professioneel bedrijf uit de directe omgeving waarmee de kunstenares al jaren samenwerkt. De pilaren werden eerst schoongespoten, vervolgens werd er een transparante laag op aangebracht zodat de verf er niet intrekt en dan werd er geschilderd. De pilaren werden telkens in twee kleuren geschilderd: een onderstuk van 90 cm dat als stootrand wordt gebruikt én een bovenkleur, met een afwisseling van telkens twee blauwe en twee groene pilaren. Twaalf pijlers zijn voorzien van Reynaertfiguren, twaalf andere bevatten een ruitmotief. Het ruitmotief heeft Janssens eerder toegepast in het werk De Dames en de Muze (Berkman en Janssens, Amsterdam, 2003). De ruitvorm is volgens de kunstenaar een knipoog naar de middeleeuwen. Het eindresultaat is een reeks erg gestileerde voorstellingen van de vos en de das in frisse tinten (afb. 15-19). | |||||||||
[pagina 269]
| |||||||||
Afb. 10-13. Bladzijden uit de schetsboeken Grimbeert de das, 2019, Eline Janssens.
| |||||||||
[pagina 270]
| |||||||||
[pagina 271]
| |||||||||
Afb. 14. Eline met leerlingen Jeffrey, Indy, Maud en Ines van het Aerescollege tijdens de kunstlessen.
In de literatuur over dit kunstwerk troffen we twee verschillende titels aan. Eerst was er Grimbeert de Das en Reynaert de Vos, een titel die zowel naar het middeleeuwse verhaal waarin een das en een vos samen optrekken, als naar de grote dassenpopulatie in Maartsensdijk verwijst. De tweede titel, Niet is wat het lijkt, las ik in latere stukken. Interessant hierbij is de ‘trompe l'oeuil’ in de beeldende kunst. Ook een aantal figuren in de dassentunnel onder de A27 is niet zo eenduidig. Vaak moet je erg goed kijken wat er precies wordt afgebeeld: een dier, een boom, een combinatie van beide? Via deze titel van het werk komt volgens de kunstenares ook de ondergrond van het middeleeuwse verhaal naar boven, de actualiteit van de Reynaert voor vandaag. Reynaert doet uitspraken en komt erop terug. Hij heeft er baat bij om de realiteit steeds anders voor te stellen. Elke tijd heeft zo zijn eigen Reynaerden. Niets is wat het schijnt te zijn. Voor Eline Janssens is Reynaert een woordkunstenaar. Reynaert betovert, schept mogelijkheden, toont andere perspectieven, strooit zand in de ogen, verwart, verleidt. Hij stelt alles anders voor dan het in werkelijkheid is. En hij gebruikt voor dit alles zijn fantasie en verbeeldingskracht. ‘De grote fascinatie ligt nu bij het feit dat Reynaert de kunsten inzet om zijn zin te krijgen. De ver- | |||||||||
[pagina 272]
| |||||||||
sluiering, het verhullende, de zinsbegoocheling; alles gebruikt hij om de werkelijkheid door een andere bril te zien. Perspectiefwisselingen volgen elkaar op. Bij Reynaert is niets wat het lijkt. Daarmee betreedt Reynaert de wereld van de kunst.’Ga naar eind8 Eline Janssens: ‘Het terrein van de kunst is voor mij het terrein van: niet rechtstreeks iets vertellen maar met een omweg, via een andere vorm, via transformatie, via een andere weg een mededeling doen, een verhaal vertellen. Het is het gebied van de fantasie, de verbeelding is aan de macht: alles kan.’ Daarom laat de kunstenaar Reynaert niet meer los. Een toneelscenario, een decor, een prentenboek en een werk in knipkunst zijn al in de maak. We horen er ongetwijfeld nog over. | |||||||||
BronnenDit artikel kwam tot stand door te knippen, plakken, selecteren... in tijden van corona. Het geplande gesprek kon eerst in 2019 niet plaatsvinden en vervolgens waren medio maart 2020 de grenzen gesloten. Het schrijfsel werd als een knipkunstwerk via het internet heen en weer gestuurd en vindt nu zijn definitieve realisatie. De belangrijkste bronnen waren:
| |||||||||
[pagina 273]
| |||||||||
Afb. 15 e.v. Het eindresultaat: het project onder de A27.
| |||||||||
[pagina 274]
| |||||||||
[pagina 275]
| |||||||||
|