Structuur en moderne boekverluchting
De manier waarop de bewerking in circa veertig bladzijden onder de aandacht wordt gebracht, is overzichtelijk en goed gestructureerd. De tekst van het Reynaertverhaal is netjes verdeeld in achttien hoofdstukken, voorzien van een volgnummer, een titel en een samenvattende ondertitel.
In de eerste zeven hoofdstukken worden de belangrijkste personages voorgesteld. De hoofdstukken krijgen in de titel een van de hoofdrolspelers toegewezen. ‘Reinaert’, ‘Coppe’, ‘Bruun’, ‘Lamfroit’, ‘Tibeert’, ‘Mijnheer Pastoor’ en ‘Grimbeert’. Vanaf hoofdstuk acht worden de titels veeleer thematisch: de biecht, het proces, de doodstraf, de schat, de samenzweerders, de vrijspraak, de kriekenput, de pelgrimstas, het cadeau van de koning en de brief voor de koning. Dan volgt het slot.
Elk hoofdstuk heeft ook een verhelderende, min of meer verklarende ondertitel die het verhaal op de betreffende pagina inleidt of soms samenvat. Bij Het geheim van de schat staat bijvoorbeeld Waarin Reinaert de Vos zegt niet langer te kunnen zwijgen. Erg handig bij het vertellen of voorlezen.
Ieder hoofdstukje past precies op een bladzijde en daarbij hoort telkens een paginagrote prent, waardoor het lijkt alsof het boek bestaat uit achttien korte verhalen. De prent staat de ene keer op de linkerpagina, een andere keer op de rechterpagina, zonder een duidelijke reden. Persoonlijk hou ik meer van de rust die een vast ritme meebrengt. Hetzelfde geldt voor het aflopend of nietaflopend plaatsen van de illustraties. Eenvormigheid geeft meer rust en saai kan het hierdoor moeilijk worden. Het verschil in opmaak doet overigens geen afbreuk aan het feit dat het werk mooi vormgegeven is en goed in de hand ligt. Het boek heeft een harde kaft en stevig mat papier, waarbij ik mij afvraag of de kleuren van een aantal van de kunstwerken niet beter tot hun recht zouden komen op een witter en iets glanzender papier. Het werk van bijvoorbeeld Carll Cneut of Sylvia Weve zou in dat geval misschien nog sprekender zijn.
De versierde en vergrote eerste letter of initiaal per hoofdstuk is een leuk gegeven. Een moderne manier van boekverluchting die extra structuur aan het hoofdstuk geeft en de illustratie meteen doortrekt naar de tekst zelf. Met uitzondering van Harmen van Straaten en Marije Tolman, die kozen voor een vrijere vorm, zijn de illustratoren hierbij netjes in het afgebakende vierkantje gebleven.
Wat mij betreft mochten er wat meer verschillende initialen zijn. Met een alfabet van 26 letters en slechts achttien hoofdstukjes kan je natuurlijk niet al-