Tiecelijn. Jaarboek 12 (jaargang 32)
(2019)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
North Sea Crossings
| |
[pagina 41]
| |
ken met scholen voor speciaal onderwijs, en is gespecialiseerd in het toegankelijk maken van geschiedenis en oudere literatuur voor een jonger publiek.Ga naar eind4 Afb. 1. PECS-transcriptie die door Flash of Splendour wordt gebruikt in workshops met leerlingen met speciale onderwijsbehoeften.
Met het doel zulke ongelijkheid van kansen te verhelpen, werkt FoS sinds juli 2017 nauw samen met twee scholen voor speciale onderwijsbehoeften, de Ormerod Resource Base van de Marlborough School in Woodstock (Oxfordshire) en de | |
[pagina 42]
| |
Kingsweston School in Bristol. Doel van deze samenwerking is om het leerplan te verrijken, zodat de leerlingen van deze scholen ook kunnen leren over de door het nationale curriculum aanbevolen thema's zoals de culturele uitwisseling tussen Groot-Brittannië en de rest van de wereld en over het leven van belangrijke personen zoals William Caxton. Caxtons History of Reynard the Fox werd in 1481 voor het eerst uitgegeven, vertaald uit het Nederlands door de allereerste Engelse drukker/uitgever. Deze tekst wordt nu in beide scholen onderwezen, en leerlingen en hun leraren leren over de originele Reynaertverhalen door ze te bewerken voor een nieuw medium. Sommige leerlingen van Ormerod en Kingsweston hebben autisme en vinden het makkelijker om met visuele middelen te leren. Een van de technieken die worden gebruikt om deze leerlingen toegang tot Reynaerts wereld te geven, is het Picture Communication Exchange System (PECS), waarin woorden worden vervangen door of aangevuld met grafische afbeeldingen. In afb. 1 zien we de inleiding tot Reynaert de vos die Flash of Splendour samen met een docent van Kingsweston heeft geproduceerd.
Maar de beste manier om leerlingen met speciale onderwijsbehoeften de Reynaertverhalen optimaal te laten beheersen, is hen zelf creatief met de verhalen te laten omgaan. In de workshops die FoS organiseert, krijgen de leerlingen de opdracht om hun eigen animatieversie van een middeleeuws Reynaertverhaal te maken. Daarvoor hebben we de hulp ingeroepen van onze tweede partner, Aardman Studios in Bristol, maker van Oscar-winnende animatiefilms. Aardman Studios begeleidt de leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het proces van filmmaken: in een reeks van acht praktische workshops komen alle belangrijke aspecten van preproductie, productie en postproductie aan bod. Aardmans ondersteuning heeft het project een enorme boost gegeven. De leerlingen waren begrijpelijkerwijs enthousiast over deze workshops, vooral omdat Aardman voor deze workshops de deuren van de studio heeft opengezet. Wie daar binnenkomt, wordt verwelkomd door een gigantisch standbeeld van Shaun het Schaap.
Het is een indrukwekkende herinnering aan het feit dat de middeleeuwse traditie van de dierenepiek, waartoe Reynaert behoort, een nog steeds voortdurend erfgoed is, waar Aardman ook bij hoort. Ook de naam van de studio behoort tot de traditie van Engels-Nederlandse culturele uitwisseling: Aardman | |
[pagina 43]
| |
is een combinatie van het Nederlandse ‘aard’ en het Engelse ‘man’ (de eerste animaties hadden een eenvoudige kleifiguur, een ‘aardman’, als protagonist). Afb. 2. In de Aardman Studios in Bristol
De leerlingen met speciale onderwijsbehoeften gaan de uitdaging animaties te produceren met toewijding, interesse en inspanning aan, en de opdracht blijkt zeer geschikt om hen zich volledig thuis te laten voelen in de Reynaertcyclus. Om te beginnen mochten de leerlingen van de twee scholen elk het verhaal kiezen waarmee ze zouden gaan werken. De leerlingen van Kingsweston kozen het verhaal van Reynaert en Isegrim in de put, van de vierde branche van de Roman de Renart. Engelsen waren klaarblijkelijk in de dertiende eeuw al dol op specifiek die episode, toen ze werd vertaald als The Fox and the Wolf (in Oxford, Bodleian Library, MS Digby 86).Ga naar eind5 De Ormerod-scholieren kozen de episode van Reynaert, Bruun de Beer en de gespleten boom, die ze hadden leren kennen in James Simpsons toegankelijke hertaling van Caxtons Histo- | |
[pagina 44]
| |
ry of Reynard the Fox (zelf een vertaling van de Middelnederlandse Reynaerts historie).Ga naar eind6 De twee door de leerlingen gemaakte Reynaertanimatiefilms zullen in 2020 worden vertoond als onderdeel van een tentoonstelling over historische Engels-Nederlandse contacten in de Bodleian Libraries van de Universiteit van Oxford. Dit brengt ons bij het tweede deel van North Sea Crossings, en een derde partner, de Bodleian Libraries, die een tentoonstelling gaan organiseren om het verhaal van Engels-Nederlandse relaties in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd te vertellen aan de hand van handschriften, vroege drukken en kaarten, voornamelijk puttend uit de prachtige collecties van de Bodleian Library zelf. Er zijn verschillende redenen waarom de Bodleian een ideale locatie is voor deze tentoonstelling. Allereerst maken de bibliotheek en haar collecties zelf deel uit van dit Engels-Nederlandse erfgoed. Het oudste deel van de Bodleian Library, ‘Duke Humfrey's Library’, is genoemd naar haar begunstiger Humphrey, hertog van Gloucester, die de titel van graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen opeiste vanwege zijn huwelijk met Jacoba van Beieren (1423, geannuleerd in 1428). De bibliotheek werd vervolgens in 1602 opnieuw opgericht door Sir Thomas Bodley, de Engelse ambassadeur voor de Republiek der Nederlanden. Veel middeleeuwse Nederlandse schatten in de collectie werden verzameld en geschonken aan de bibliotheek door Thomas Marshall, kapelaan van de Merchant Adventurers in de Republiek. De boekenverzameling van de Bodleian Library weerspiegelt dus de geschiedenis van Engels-Nederlandse contacten, en is daarom uitermate geschikt voor een tentoonstelling die deze geschiedenis zichtbaar en inzichtelijk beoogt te maken. Daar komt nog bij dat de bibliotheek sinds 2015 een fantastische tentoonstellingsruimte heeft. Iedereen die in de loop der jaren met middeleeuwse handschriften en zeldzame boeken in de Bodleian heeft gewerkt, herinnert zich de historische setting van ‘Duke Humfrey's Library’. Toegang tot deze exclusieve leeszaal was een privilege voor wetenschappers. De leeszaal voor middeleeuwse en zeldzame werken is nu echter verplaatst naar de nieuwe gerestaureerde Weston Library, die in 2015 werd geopend. De toegang tot de leeszalen voor handschriften en zeldzame werken blijft beperkt, maar de tentoonstellingsruimte, de S.T. Lee Gallery, is open voor het publiek, en de tentoonstellingen die er zijn opgezet, trekken vele tienduizenden bezoekers. De Weston Library was in 2016 de Architects' Journal Building of the Year en ontving binnen de eerste achttien maanden na opening zijn miljoenste bezoeker. Het is de ambitie van de Bodleian Libraries om de demografie van bezoekers te verruimen | |
[pagina 45]
| |
door een jonger publiek te verwelkomen. Met de hulp van Reynaert hopen we de Bodleian te helpen dat doel te bereiken. Onze tentoonstelling is georganiseerd in zes hoofdthema's, elk met onderlinge verbindingen die toegelicht worden in de onderschriften van de verschillende tentoongestelde objecten en in het tentoonstellingsboek dat we momenteel aan het schrijven zijn. | |
1. Middeleeuwse en zestiende-eeuwse handschriften die getuigen van Engels-Nederlandse contacten in de boekgeschiedenisEen van de hoogtepunten in dit thema is MS Bodley 340, dat het vroegste fragment van wereldlijke poëzie in het Nederlands bevat, ‘Hebban olla vogala’, geschreven rond het jaar 1100 als een penproef op de keerzijde van het laatste blad van een Oudengels handschrift. De schrijver was waarschijnlijk een Vlaamse migrant, die in een klooster in Kent verbleef.Ga naar eind7 Er zullen ook enkele prachtige getijdenboeken tentoongesteld worden die in de Lage Landen voor de Engelse markt werden geproduceerd. De Bodleian bezit onder andere het psalter- en getijdenboek dat eigendom was van Mary Tudor. Het werd gemaakt in Brugge, met miniaturen van een Utrechtse meester, en met randen die versierd zijn met een extravagant kosmopolitische mix van Engelse en continentale decoratieve motieven. De bijdrage van de Nederlanden aan de boekkunst wordt schitterend weergegeven door de sublieme schrijfhanden van Nederlandse kopiisten die hun beroep in Engeland uitoefenden. Een voorbeeld is Pieter Meghen, de meest gewilde afschrijver in Tudor Engeland, die voor koning Hendrik VIII werkte. | |
2. Vroege drukgeschiedenisEngels-Nederlandse contacten speelden een centrale rol in de vroege handel in boeken. Van bijzonder belang is het drukken in de Lage Landen van boeken voor de Engelse markt - het eerste Engelstalige boek werd door William Caxton in de zuidelijke Nederlanden gedrukt - en omgekeerd het drukken in Engeland van werken in het Nederlands voor de vroege Nederlandse Hervormde Kerk. Er zijn ook op dit gebied weer veel mooie schatten in de collecties van de Bodleian, zoals een exemplaar van de eerste complete gedrukte Engelse Bijbel, | |
[pagina 46]
| |
de zogenaamde Coverdale Bijbel (Seld. C.9). Het is nu bekend dat deze Bijbel werd gedrukt in Antwerpen (in 1535) en gefinancierd door Jacobus van Meteren, vader van de Engels-Nederlandse intellectueel Emanuel van Meteren, en door Leonard Ortels, vader van de beroemde kaartenmaker Abraham Ortelius. | |
3. Historische werkenGeschiedschrijvers aan beide zijden van de Noordzee toonden altijd grote belangstelling voor elkaars historiën, en ook aan de aanwezigheid van Nederlandstaligen in Engeland en Engelstaligen in de Nederlanden werd geregeld aandacht geschonken in kronieken en andere geschiedschrijving. Zulke werken vertellen zowel de geschiedenis van Engels-Nederlandse relaties, als het verhaal van toenmalige reacties op die relaties. De Bodleian bezit onder andere een handschrift met een tekst waarin verhaald wordt hoe Mathilde, de dochter van de graaf van Vlaanderen, haar echtgenoot Willem van Normandië het schip gaf dat hem in 1066 het Engelse Kanaal overvoer voor zijn verovering van Engeland - en hoe zij als tegenprestatie bij haar kroning tot koningin van Engeland ook het graafschap Kent cadeau kreeg. Uit de late zestiende eeuw stamt een rijkgeïllustreerde Engelstalige kroniek van de Nederlanden, waarin koningin Elizabeth I wordt gepresenteerd als ‘protectrix of the libertie of the united Provinces of the Netherlands’. | |
4. Vroegmoderne Engels-Nederlandse intellectuele netwerken en de vroege Bodleian LibraryDit thema richt de schijnwerper op intellectuelen met netwerken die zich uitstrekten aan beide zijden van de Noordzee, en verbindt ons onderzoeksproject met de vroege geschiedenis van de Bodleian. Het album amicorum (‘vriendenboek’) van Emanuel van Meteren (MS Douce 68), Nederlandse handelsconsul in Londen en auteur van de eerste geschiedenis van de Nederlandse Opstand (en zoon van de voorgenoemde Jacobus van Meteren), geeft een kijkje in de intellectuele netwerken die zich rond de Noordzee uitstrekten. Ook zijn er de correspondentie en boeken van de verzamelaars die de basis legden voor de Bodleian Library, zoals de stichter van de bibliotheek Sir Thomas Bodley | |
[pagina 47]
| |
zelf, de Nederlandse taalkundige en onderzoeker van Oudengels Franciscus Junius de Jongere, en de Engelse diplomaat en filoloog Thomas Marshall. | |
5. KaartenVroege gedrukte kaarten van de Noordzeekusten maken de nabijheid van Engeland en de Nederlanden zichtbaar, en het belang van Engels-Nederlandse contacten in de vroege boekdrukkunst wordt zichtbaar door het werk van verscheidene Nederlandse kaartenmakers die actief waren in een markt die zich rond de Noordzee uitstrekte. De relaties tussen de Lage Landen en Engeland waren natuurlijk niet altijd vriendelijk, en deze kant van het verhaal kan ook met kaarten worden verteld. Een van de geëxposeerde werken in deze sectie (MS Rawlinson A. 195A) is een handgetekende kaart door John Evelyn, die hij naar Samuel Pepys stuurde, waarop de Nederlandse Tocht naar Chatham (of Slag bij de Medway) van juni 1667 geschetst staat. | |
6. Reynaert de vosDe vos laat regelmatig zijn snuit zien in de geschiedenis van Engels-Nederlandse culturele uitwisseling. Hij is afgebeeld in de versierde randen van handschriften uit de Lage Landen die naar Engeland werden gebracht. Een van de mooiste veertiende-eeuwse handschriften, dat waarschijnlijk als oorlogsbuit in de Honderdjarige Oorlog naar Engeland is gekomen, is MS Bodley 264.Ga naar eind8 Het handschrift werd in fasen gemaakt. Eerst werd een Franse Alexanderroman gekopieerd en verlucht, waarschijnlijk in Doornik; maar het werd voltooid in Londen, waar een Middelengelse Alexanderroman werd toegevoegd, op zijn beurt verlucht door een Engelse kunstenaar. Afbeelding 3 toont een detail uit de randversiering die liefhebbers van Reynaert zullen herkennen. Losjes gebaseerd op een episode van branche XVII van de Roman de Renart, toont deze illustratie Reynaert die wordt gedragen in een begrafenisstoet.
Zijn baar wordt gedragen door Ferrant het paard (dat zijn naam, ‘Dragend’, recht doet) en de wolf Isegrim, terwijl Tibeert de kater een kaars draagt. In de Roman de Renart komt de vos weer bij bewustzijn na de begrafenisprocessie, wanneer hij in zijn graf ligt en Bruun de beer aarde over hem uitstrooit. Rey- | |
[pagina 48]
| |
naert springt haastig het graf uit, grijpt Cantecleer de haan en ontsnapt. De verluchter heeft het verhaal ingekort en verbeeldt de aanval van Reynaert op Cantecleer alsof die plaatsvindt terwijl de vos nog in de baar gedragen wordt; zijn hoofd is zichtbaar onder de baar, met Cantecleer al in zijn mond. Afb. 3. Detail van Oxford, MS Bodley 264 pt 1, fol. 79v. © The Bodleian Libraries, University of Oxford. Gereproduceerd met toestemming.
Verhalen over Reynaert behoorden tot een gedeelde literaire cultuur die herkenbaar was aan beide zijden van de Noordzee. Die banden lopen door naar de tijd van de boekdrukkunst, met William Caxton, die zijn Engelse vertaling van een Middelnederlandse Reynaerttekst in 1481 uitgaf. Het Tudor modelboek in de Bodleian, MS Ashmole 1504, laat zien hoe bekend Reynaert was bij het Engelse publiek. Het handschrift werd rond 1525 geproduceerd in East Anglia,Ga naar eind9 een streek in het oosten van Engeland met veel Nederlandse migranten, die mogelijk hebben geholpen om Reynaert speciaal in deze regio bekend en geliefd te maken. Dit modelboek voor het tekenen van bomen en | |
[pagina 49]
| |
Afb. 4. Oxford, Bodleian, MS Ashmole 1504, fol. 22v. © The Bodleian Libraries, University of Oxford. Gereproduceerd met toestemming.
| |
[pagina 50]
| |
bloemen is alfabetisch gerangschikt. De illustraties (p. 49) zijn voor L en M, en tonen tekeningen van een laurierboom en de moerbeiboom. Maar de persoon die de boomtekeningen maakte, kon de verleiding niet weerstaan om in de benedenmarge een Reynaertscène te schilderen. Daarin wordt Reynaert getoond, gewapend met een bisschopsstaf, die een preek houdt voor een lichtgelovige gemeente, waaronder een ooievaar, een haan en een kip. Reynaert staat in het midden, religieuze devotie veinzend: ‘Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen’ (Matteüs, 18:20). Zoals Kenneth Varty heeft aangetoond, werd de ooievaar in de literaire en visuele wereld van Reynaert geïntroduceerd vanuit Esopus' fabel van De vos en de ooievaar (in een veertiende-eeuwse Franse versie van deze fabel wordt deze vos Reynaert genoemd), terwijl de haan en de hen in het modelboek vermoedelijk Cantecleer en zijn favoriete vrouw Pinte vertegenwoordigen.Ga naar eind10
Last but not least worden in de tentoonstelling de animaties vertoond die de leerlingen van Ormerod en Kingsweston gemaakt hebben onder begeleiding van Flash of Splendour en Aardman Studios. Met vele zelden of nooit vertoonde boeken, waaronder een reeks met Reynaertepisoden geïllustreerde handschriften en vroege drukken, is de tentoonstelling voor de liefhebbers van Reynaert zeker een bezoek waard. De tentoonstelling loopt van 4 december 2020 tot april 2021 en is gratis toegankelijk. Een rijkgeïllustreerd boek van de tentoonstelling, North Sea Crossings, door Sjoerd Levelt en Ad Putter en verschillende gastauteurs, zal door Bodleian Library Publishing worden uitgegeven, alsook een nieuw kinderboek over Reynaert, door Anne Louise Avery. |
|