Tiecelijn. Jaarboek 6 (jaargang 26)
(2013)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 271]
| |||||||||||||||||||||
Reynaerts (derde) verrijzenis in Oost-Indische inkt
| |||||||||||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||||
jaargang van het stripblad Ohee, een wekelijkse publicatie bij dagblad Het Volk (29 april 1972) en voor een reeks chromo's van de Belseelse honingkoekfabrikant Biekens. Net als bij de chocoladerepen in de jaren 1940 zat er bij de honingkoeken een kleurrijk plaatje met een Reynaerttafereel. Mede op aandringen van de Sint-Niklase stadsbibliothecaris André Stoop - een van de drijvende krachten achter de Sint-Niklase Reynaertspelen - werden contacten gelegd met de Antwerpse uitgeverij-drukkerij J.-E. Buschmann voor de publicatie van een Reynaertkunstboek met 250 Reynaertillustraties waaraan Van Riet bijna twee jaar werkte. Op het moment dat de maquette van een luxeboek klaar lag om in druk te gaan, ergens in 1978, ging de Antwerpse uitgeverij failliet. De prenten van Van Riet raakten zoek. Navraag bij de toenmalige curator leverde niets op. In het archief van de uitgeverij in het Letterenhuis in Antwerpen is geen bruikbaar spoor meer te vinden. Werden de prenten vernietigd? Gingen ze gewoon verloren? Of werden ze opgeborgen in een privécollectie? Wie zal het zeggen... In het kader van de tentoonstelling ‘Wij, Reynaert!’, naar aanleiding van het Sint-Niklase voorzitterschap van het intergemeentelijk project Het Land van Reynaert in 2010, deden de samenstellers (de Bibliotheca Wasiana, de stadsbibliotheek en het Stadsarchief van Sint-Niklaas) in de plaatselijke media een oproep om sporen die konden leiden naar de verdwenen prenten te zoeken. Zonder resultaat. De tentoonstelling ‘Wij, Reynaert!’ was voor de illustrator wel het signaal om zijn verloren Reynaertreeks deels opnieuw te completeren. Precies 25 jaar nadat de grootste Reynaertcyclus die ooit door een kunstenaar vervaardigd werd (de reeks van Bonnevalle bevatte er 196), verdween, maakte Jean van Riet zijn reeks pentekeningen in Oost-Indische inkt in dezelfde stijl opnieuw. Begin juni 2013 was het werk voltooid. Het aantal van 250 werd uiteindelijk gereduceerd tot circa 100. Tiecelijn publiceert in deze jaargang een dozijn van de nieuwe illustraties. Enkele prenten werden inhoudelijk aangepast. De ‘pape’ verschijnt terug in middeleeuwse ‘outfit’, en niet meer zedig gekleed zoals in de bonnevalliaanse traditie. De selectie werd gemaakt door Willy Feliers. Het gaat om de volgende taferelen.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||
Een groot deel van de circa 50 originele tekeningen voor de honingkoeken overleefde de tand des tijds wel en de illustraties zijn verspreid in diverse privécollecties. Het grootste lot is in handen van de nazaten van het Belseelse honingkoekbedrijf en een deel ervan werd geëxposeerd in de tentoonstelling ‘Wij, Reynaert! Drie Sint-Niklase massaspelen,’ in de Bib van Sint-Niklaas van 6 mei tot 19 juni 2011). Misschien vindt de nieuwe reeks wel een weg naar een uitgever. En wie weet komt de oorspronkelijke reeks ooit nog wel eens uit een of ander archief tevoorschijn. We zouden dan van dezelfde illustrator drie verschillende Reynaertreeksen bezitten. | |||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||
1.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||
2.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||
3.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||
4.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||
5.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||
6.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||||||||
7.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||
8.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||
9.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||
10.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||||||||||
11.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||||||||||
12.
|
|