te doen, maar een bevestiging werd ondanks herhaaldelijk verzoek nog steeds niet ontvangen. Inmiddels is bekend geworden dat het colloqium van 22 tot en met 26 juli 2013 in Alicante wordt gehouden.
Het is een traditie dat de zittende voorzitter zijn opvolger benoemt. De eer is ditmaal aan Baudouin van den Abeele, mede-editeur van het jaarboek Reinardus. Tot het colloquium in 2013 is hij vicevoorzitter om dan tot president te worden benoemd.
Om met de tijd mee te gaan wordt in deze periode een website aangemaakt, een lang geuite wens. De zoon van Alessandro zal een website bouwen (doet hij dat niet, dan verliest hij het geld voor benzine voor zijn auto). Paul Wackers biedt aan om deze web site door een van zijn medewerkers te laten onderhouden. De website zal in vijf talen, waaronder het Nederlands, opgezet worden. Er komen suggesties vanuit de zaal om bibliografieën van bestiaria en fabels op deze website te plaatsen.
Na deze mededelingen riep Paul Wackers de deelnemers op om kopij in te sturen voor de komende twee nummers van Reinardus. Nummer 23 (2011) is persklaar. In de twee volgende nummers 24 (2012) en 25 (2013) komen de artikelen van de sprekers van dit colloquium. Hierna sloot Alessandro met de nodige kwinkslagen de vergadering af.
Omdat het colloquium ingekort was, - de Assemblée Générale die vaak aan het eind gehouden wordt, was verschoven naar de vrijdagmiddag - waren op de laatste ochtend nog slechts drie lezingen, waaronder die van Baudouin van den Abeele. In de session de clôture toonde hij prachtige illustraties uit handschriften en incunabelen. In zijn boeiende lezing betoogde hij dat veel houtsneden in incunabelen ontleend zijn aan afbeeldingen in handschriften, maar dat ook illustraties in vijftiende-eeuwse handschriften geïnspireerd zijn door houtsneden in incunabelen, iets wat men niet zou verwachten.
Hierna nam Alessandro afscheid van de overgebleven deelnemers - veel congresgangers waren vrijdagavond al vertrokken - en sprak hij de hoop uit dat we elkaar in 2013 zouden weerzien in Alicante.