leeft en de koning schaadt.
Die zoon zijn naam is Primaat,
Ze geven geen zier om mijn faam
en nog minder om mijn rijmen.
Zij denken alleen maar aan lijmen
Laten wij God ertoe bewegen
hen te geven wat zij betrachten.
Een hennepstrop staat hen te wachten.
en dat verwacht iedereen wel,
wegens hun kwade kuiperijen
verdienen zij geen medelijden
en evenmin liefdadigheid.
Zij hebben koning Nobel ontnomen
zijn burchten verlaagd tot hermitages.
en slechts met beloften betalen.
Dat God door Satan hen laat halen
God, die straft en hekelt,
en de Heer is van de wereld.
Ik aanvaard dat men mij schere
zonder kwaad te genereren
lijk 't spreekwoord leert:
‘Die veel begeert ook veel ontbeert.’
doet een mens slecht verzamen.’
We kunnen dat slechts beamen
ziet er slecht uit in dit land,
zodat ieder dier uitziet en verlangt
Viel Nobel in een kuil vol bramen,
geen dier zou hem daarvoor beklagen;
Men voorziet helaas krijg en strijd
maar 'k geef niet om wat brengt de tijd.
Rutebeuf (ca 1230 - ca 1285), Parijzenaar, afkomstig uit Champagne. Jongleur/klerk.
Vertaling Paul van Keymeulen (1920-2006).