Tiecelijn. Jaargang 19
(2006)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd45[Rotterdam,] 7 juli 1964 A. Stempels aan Elisabeth Cramer-Peeters
Geachte Mevrouw Cramer, Hierbij zend ik u fotocopieën van een aantal brieven naar aanleiding van uw verhaal over de Reinaert. Zoals u zult zien heeft iedereen wel de afschrijver Claes van AcenGa naar eind1. gevonden. Mevrouw prof. dr. Maartje DraakGa naar eind2. weet nog een heleboel meer te vertellen, allemaal dingen die op zichzelf waarde kunnen hebben maar die veel van hun waarde verliezen door de emotionele toon die deze dame meent te mogen aanslaan. Het verhaal van Peter van Eeten was bedoeld ter rechtstreekse publikatie in de N.R.C. Peter van Eeten is nl. een van mijn redacteuren. Hij is neerlandicus en mag wel geacht worden te weten, hoe iets wetenschappelijk moet worden aangepakt maar hij geeft toe dat de hele Reinaertproblematiek niet zijn specialiteit is. Ik ben van plan om voor a.s. zaterdag een samenvatting te schrijven van de stellingen die door de verschillende briefschrijvers zijn geponeerd. Op hun veelvuldige vraag wat er nu eigenlijk met Claes van Acen aan de hand is zal ik kunnen antwoorden dat deze Claes van Acen een 15e eeuws figuur is die zich heeft bezig gehouden met het afschrijven van de Reinaert en niet met het dichten. De schijnbaar voor de hand liggende stelling dat uit de regels waar u zowel Willem Utenhove als Willem de BerguedanGa naar eind3. vindt ook Elisabeth Cramer kan worden gevonden, kan voldoende worden weerlegd daar het geen toeval kan zijn dat in een zo beperkt aantal letters deze twee namen verborgen zijn. Maak u verder vooral niet ongerust over aanvallen van wetenschappelijke zijde. Er zijn wel vaker bijzondere dingen gevonden door mensen die zich gespecialiseerd hadden op een gebied waarin zij niet officieel hadden gestudeerd. Er is voor zover ik weet, misschien één wetenschap waar dit door de officiële wetenschapmensen wordt geaccepteerd, de astronomie. Onze eigen astronomische medewerker is in zijn vrije tijd burgemeester van Maarn.Ga naar eind4. Verder is er een groot en alom gewaardeerd werk over sterrenkunde geschreven door de Amsterdamse oudhoogleraar in het staatsrecht prof. George van den Bergh.Ga naar eind5. Het wordt tijd dat zulke zaken ook eens in andere wetenschappen worden geaccepteerd. Met vriendelijke groeten, Mr. A. Stempels (hoofdredacteur) | |
[pagina 295]
| |
Plaatstalen Reynaert van Bert Peleman uit 1963
| |
[pagina 296]
| |
Bijlage niet gevonden.
Briefhoofd NRC / Nieuwe Rotterdamse Courant N.V.
Bewaarplaats: collectie van Hans Cramer (Amsterdam).
Context: In de jaren 60 staat de Reynaertstudie op een laag pitje. J.W. Muller is weggevallen, W.Gs Hellinga heeft de vos gelaten voor wat ie is, F. Lulofs en K. Heeroma moeten hun eerste Reynaertstudie nog schrijven. In Vlaanderen is de Notax-groep (M. Gysseling, J. de Wilde, Broeder Aloïs e.a.) nog steeds aan het woord. In Aardenburg publiceert Elisabeth Cramer-Peeters, nadat zij door W.Gs Hellinga op 16 februari 1967 in zijn colleges was uitgenodigd, diverse studies. De meest opmerkelijke stelling was haar identificatie tussen Willem en de verlopen Provençaalse dichter en edelman Guilhem de Berguedan (Willem de B.). |
|