Tiecelijn. Jaargang 19
(2006)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 285]
| |
34Sint-Niklaas, 1 april 1955 Broeder Aloïs aan Prosper Thuysbaert
Geachte Heer Burgemeester, In verband met het gesprek dat we verleden Maandag met U en het schepencollege hadden, scheen U genegen te zijn om ter gelegenheid van de Reinaert-fees-telijkheden, o.a. een paar banken te plaatsen te Lokeren en te Daknam. We hebben deze zaak eens overdacht. Daar de banken gelijktijdig met andere, voor uw park bestemd, zouden gemaakt worden, zou er van onzentwege niets anders moeten ontworpen worden dan de versiering van de rugleuning met een figuur van de R. en een tekst van twee verzen, in de zin op bijgaand blaadje geschetst. Indien U daarmee instemt moeten we voor het maken van een definitieve tekening de lengte van de bank kennen. [in de marge: 1,75 m] Te NonnenbosGa naar voetnoot1. is er alleszins een geschikte plaats van de bank te vinden. Te Daknam hebben we het terrein verkend van waaruit de vermoedelijke ligging van het Kasteel zou kunnen bekeken worden; het is nevens de weg van Daknambrug naar Daknamkerk op de plaats waar de dijk een kromming maakt en de weg er onmiddellijk nevens loopt. Is de dijk zelf een geschikte plaats? Maar te Daknam op het kerkpleintje zou een tweede bank kunnen staan (de linde waaronder Coppe begraven werd). Vermits die bank buiten het kerkhof zou staan kan de pastoor (!!) moeilijk bezwaren maken. Kan er op onze suggesties voortgebouwd worden? Dit hadden we graag te vernemen. Dr Goossenaerts gaf me de opdracht in naam van het Comité met U daarover te spreken. Inmiddels verzoek ik U, Mijnheer de Burgemeester, mijn eerbiedige hoogachting te aanvaarden. Br. Aloïs
Briefhoofd Vrije middelbare landbouwschool ‘Sint-Isidorus’ Sint-Niklaas - Directie.
Kopie in collectie Rik van Daele.
Context: zie brief 31. |
|