Tiecelijn. Jaargang 19
(2006)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd2114 februari 1939 schoonzoon mevr. L. Willems aan Bernard Truffino Hooggeachte Heer Burgemeester, Mijn schoonmoeder Mevrouw L. Willems uit Gent vraagt mij uw geëerd schrijven van 23 December 1938 te beantwoorden, waarin U om het handschrift verzocht van de rede uitgesproken bij de onthulling van het Reinaert-monument. Het spijt mij ten zeerste dat ik bij de archieven van mijn schoonvader slechts eenige, meestal onleesbare losse nota's van die rede gevonden heb: gewoonlijk improviseerde mijn schoonvader dergelijke toespraken. Die nota's heb ik aan Pater Van Mierlo die hetzelfde vak van mijn schoonvader beoefent en ook Academielid is, onderworpen - hij ook acht het volstrekt onmogelijk daarmede de redevoering te reconstitueeren. Het spijt mij dan ook ten zeerste aan uw vriendelijk en voor de familie zeer vleiend verzoek geen gevolg te kunnen geven. Volgens mij is misschien de eenige oplossing extracten uit de dagbladen over te drukken: ‘Het Dagblad van Noordbrabant’ en Zeeland' van Dinsdag 13 September 1938 geeft mijns insziens een zeer degelijken beknopten inhoud van de toespraak en in het Belgisch dagblad: ‘Het Laatste Nieuws’ van 20 September verscheen een artikel van Em. De BomGa naar eind1. die met mijn schoonvader de reis naar Hulst meemaakte. Ik zend U hieringesloten het uittreksel van dit dagblad. Ik weet niet of nog andere bladen artikels over de onthulling publiceerden. Indien het de bedoeling van den Oudheidskundigen Kring ‘De Vier Ambachten’ is het jaarboek van 1939 uit te geven zoudt U mij zeer veel genoegen doen een exemplaar daarvan op te zenden ten einde mij in de gelegenheid te stellen de documentatie betreffende het werk van mijn schoonvader daarmee te kunnen volledigen. Met mijn dank op voorhand verzoek ik U, Hooggeachte Heer Burgemeester, de verzekering mijner oprechte gevoelens van hoogachting te aanvaarden.
De brief aan mevrouw Win(n)ifred Willems-Hallett werd wellicht beantwoord door schoonzoon (advocaat) Joseph Aerts.
Bewaarplaats: AMVC-Letterenhuis, map W 2072/B3, 59370/248a.
Context: De vraag van schoonzoon van L. Willems aan pater Van Mierlo en de bestudering van de fragmenten in L. Willems' archief leidden drie jaar later in het In memoriam L. Willems door Van Mierlo tot de volgende conclusie: ‘De tijd had hem ontbroken om de feestrede te schrijven; hij moest ze door een gejaagde en daarom afmattende improvisatie vervangen.’ (p. 104; zie brief 19 noot 1). |
|