Aleidis Dierick
De verlatenheid
Vannacht reed de trein door een bos
de maan scheen en alles was groen
er liepen vossen mee met de trein
en paarden, er riepen uilen.
De meeste reizigers sliepen
en gaven zich pijnlijk bloot in de slaap
men moet slechts slapen bij wie men liefheeft
of eenzaam achter de luiken.
Urenlang reed de trein door het bos
men was samen en vreselijk alleen
als amber glansde de vacht van de vos
als melk blonk elke steen.
Aleidis Dierick, Borgerhout 1932
Blauwdruk voor een vriendschap, Orion/Colibrant, 1981.