intro
Imaginair Reynaertcentrum
1998 was een bijzonder Reynaertjaar. Tiecelijn werd tien jaar en dit ging gepaard met een totale vernieuwing op alle vlakken. Meest in het oog springend was de nieuwe vormgeving. In dit nummer keert de redactie terug naar het in het vijfjarenplan 1998-2002 opgenomen concept. Na een lanceringsnummer van 56 pagina's en een dubbel-thema/feestnummer van 96 pagina's blijven we het houden bij telkens 48 pagina's. Tiecelijn mag niet klagen over de waardering en de promotie. Ook de Vlaamse Regering honoreerde de inspanningen. Tiecelijn heeft geen complexen en rekent zich tot de literaire tijdschriften. In dit nummer komen essay, poëzie, vertaling, grafiek en recensies aan bod.
1998 was een bijzonder Reynaertjaar omdat het aantal publicaties, opvoeringen en tentoonstellingen nooit zo groot was. In dit jaar verschenen diverse wetenschappelijke edities (Goossens, Strubel), drie stripverhalen (een vierde is op komst), gingen minstens evenveel opvoeringen in première (Sint-Niklaas, Oosterhout, Groningen, Lokeren, Brugge ...) en vonden minstens een dozijn Reynaerttentoonstellingen plaats (Lübeck, Offenbach, Münster, Düsseldorf, Giessen, Hulst, Redu, twee te Groningen en niet minder dan drie te Lokeren ...).
Nooit eerder waren er zoveel vulgariserende initiatieven. De Suske en Wiske-strip De rebelse Reinaert verscheen op 400.000 exemplaren. In Hulst komt ‘Reynaertland 2000’, een themapark rond de figuur van de vos. In het Land van Reynaert wordt een nieuwe, definitieve Reynaertroute ontworpen. In Lokeren wordt door sommigen luidop over een Reynaertcentrum binnen het Stedelijk Museum gesproken, na de succesvolle internationale Reynaerttentoonstelling met meer dan 4800 bezoekers. Een blijvende, permanente collectie zou het onderwijs voedsel kunnen geven. Er zijn plannen voor een didactische tentoonstelling, cultuurklassen, een bezoekerscentrum en een documentatiebibliotheek in het Reynaertland. Tegen het magische jaar 2002 zou een volledig ontsloten Reynaertland een realiteit zijn. De nieuwe wimpels van het Intergemeentelijk Project die op 20 december voor het eerst en gelijktijdig in dertien gemeenten ten noorden en ten zuiden van de landsgrens wapperden, kondigen hoogdagen aan.
In voorbereiding van een mogelijk centrum willen wij de Tiecelijn-lezers vragen mee te plannen aan een (voorlopig nog) imaginair Reynaertcentrum met museale functie. Wat moet het worden? Wat moet het vertellen? Wat moet het tonen? Een documentatiecentrum moet groeien. Inventarissen van Reynaertstudies, computerbestanden, collecties van dubbels, oude knipsels, de weg is lang. Alle hulp en suggesties zijn welkom. Kunnen bestaande collecties in bruikleen worden gegeven? Audiovisuele middelen en multimedia kunnen het verhaal vertellen. Maskers, dierenkleren, schmink, ook de jongsten moeten aan bod komen. Ideeën voor wisselende tentoonstellingen zijn eveneens nodig. Hoe dit imaginaire museum er zou kunnen uitzien en hoe het ooit de fictie zou kunnen ontstijgen, is misschien al in volgende nummers te lezen. De vos is opnieuw in het Land van Reynaert.
Rik van Daele