Reynaert in prent en exlibris
Frits van Oostrom schrijft in zijn prachtig boek Maerlants Wereld: ‘De Willem die de Reinaert maakte is een superieur genie die ons mede door zijn grandioze stijl nog veel te zeggen heeft.’ En de grote kracht van ‘Willems vierduizend fonkelende verzen’ had ook de Oekraïener David Bekker uit Odessa aan de Zwarte Zee veel te zeggen. Geinspireerd door de plastische Reynaertverzen tekende hij met zijn droge naald en de warmte van de mezzotint - die zwarte kunst met haar rijk gamma aan kleurtinten - een prachtige prent in het gevoelige koper; en won met glans de Internationale Exlibriswedstrijd Reynaert de vos.
‘Willem die Madocke maecte’ zou glunderen bij het zien van deze erotisch geladen prent (Reynaert de vos in prent en exlibris. Sint-Niklaas, 1996, p. 9 in kleur, onze p. 62). Reynaert is genodigd aan rijke tafelen. In een prachtige metamorfose van dier naar mens - de figuren houden hun dierenkop als masker - geeft de kunstenaar een fonkelende synthese van de voor hem representatieve Reynaertverzen. Volgens neef Grimbeerts pleidooi is Reynaert een genode, geen verkrachter. We zien hem aan een rijk gedekte tafel met Wein, Weib en op de voorgrond (klaag)Gesang van Cantecleer. De vos geniet met volle teugen. Zo ook Hersinde! En dit terwijl de vos bijna sereen haar borsten streelt. Hier is geen enkele suggestie van verkrachting. Ik mis wel een retorische afbeelding van Grimbeert als verdediger van Reynaert: ‘die kwestie van zijn vrouw, waar Isegrim zo over jankte: de zaak ligt zo,...het is nu al jaren en jaren dat er voor die vrouw geen ander bestaat dan oom Reinaart.’ (Biegel).
Gerard Reve zegt in een interview: ‘De taal is een wapen, door naamgeving oefen je macht uit.’ Sterke grafische taal heeft ook macht. Bekker bewijst met de kracht van het beeld Reves uitspraak en Biegels hertaling. De droge naald is zo sterk als de ganzeveer van Willem. In een vakkundige compositie rond de kern van het liefkozende paar ensceneert de kunstenaar enkele Reynaertepisodes, en dit zonder de sterke kern van zijn prent te schaden. Dat paar is de blikvanger. De kop van de wolvin straalt van minne en hunkering, en niet van de wijn, want we zien dat ze van haar glas nog maar een teugje heeft gedronken. Ze is zo in vervoering dat ze alleen nog met haar tenen de grond raakt. Bekker zal zelf genoten hebben, want hij is een grote bewonderaar van Rubens en de rijkdom van Rubens' vrouwen. Al heeft hij Hersinde wel aangepast aan deze tijd en wat minder weelderig ontworpen dan zijn grote voorbeeld. De uitdrukking van de lichaamstaal van Hersinde is ondubbelzinnige overgave. Is dit ook zo voor de vos? Al lijkt zijn liefkozing sereen, zijn blik is dubbelzinnig. Een ware Reynaert.
Als we de beeldtaal van de omlijsting lezen, zien we in de ruimte vakkundig bewoond door Reynaerts antagonisten, linksonder een afgunstige Cantecleer, met zijn toom kippen. Hij, hét symbool van de viriliteit zou ook een graantje willen meepikken. Maar