Tiecelijn. Jaargang 8
(1995)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
Reynaert in prent en exlibrisIn 1979 organiseerde het Stedelijk Museum van Sint-Niklaas een retrospectieve Antoon HerckenrathGa naar voetnoot1. Op deze overzichtstentoonstelling waren 86 prenten te zien, enkele burijngravures en andere diepdrukken, maar hoofdzakelijk houtsneden, waaronder ook een mooie Reynaertprent (afb. p. 118). Antoon Herckenrath (1907-1977) was een geboren Antwerpenaar. Hij groeide op in de schaduw van het Museum Plantin-Moretus, in het hart van de oude stad, in een echte volksbuurt. Als kind kon hij niet vermoeden dat in dit prentenkabinet zijn prenten later ook een plaats zouden vinden. Dikwijls schuilen er in een mens diverse wezens. Zo ook in Herckenrath. Het meest viel hij op als de jongen die zich toonde als krachtpatser met demonstraties van zijn lichaamskracht en de elegantie van sierlijke turnsprongen. Daarnaast was hij een stille ogenmens met het oneindige geduld om microscopische wezens te bespieden en met zelfgebouwde telescopen de kosmos te exploreren. Kracht en gevoel voor precisie gingen bij hem samen met zijn aangescherpte opmerkingsgaven. Zo had hij de ideale eigenschappen om een xylograaf van formaat te worden. En dit niettegenstaande hij een groot deel van zijn actief leven, aangetast door een beenderziekte, zijn opgebouwde kracht diende te missen. Herckenraths werk toont een brede belangstelling: van worstelaars tot sprookjesmotieven (de krachtpatser en de stille ogenmens) en tevens de traditionele Vlaamse inspiratiebronnen zoals de figuren van Ernest Claes (kopergravure uit 1945), Felix Timmermans (houtsnede uit 1974), Tijl Uilenspiegel (De as klopt op mijn borst, houtsnede uit 1968) en Reynaert. Zijn Reinaert de vos (40 × 29 cm) is een syntheseprent. Reynaert met staf en sierlijke hoed domineert de houtsnede als een ‘grand seigneur’. Onder de donkere schaduw van de kolossale Reynaert zit een wat verschrompelde Nobel in zijn kraag weggedoken. De domme Cantecleer kraait te vroeg victorie. De nutteloze galgeladder gaat over van zwart naar wit. Geen De trap van steen en wolken van Daisne, maar ‘De trap van zwart en wit’. De houtsnede als metafoor. Een voorafbeelding? De toekomst is niet zwart voor de vos, zijn kop zal niet weten hoe zwaar zijn achterste weegt. Reynaert zal niet hangen! Geen magisch realisme, maar de magische kracht van het woord. De zwarte kracht van de leugen zal de schuld witwassen. | |
[pagina 124]
| |
Dezelfde triomferende Reynaert vinden we terug op het exlibris dat Antoon Vermeylen graveerde voor de Duitse verzamelaarster Brigitte Lizinski (p. 120, zie ook: Tiecelijn, 5 (1992), p. 72). Deze X2-prent (een internationale afkorting: X staat voor xylografie; X1 = houtsnede / X2 = houtgravure / X3 = linosnede) beeldt dezelfde scène uit, en laat daarom een vergelijking tussen een houtsnede en een houtgravure toe. In de houtgravure (Vermeylen) kan de prent meer in detail worden uitgewerkt. Dit is merkbaar in de vossestaart. Anderzijds biedt de houtsnede (Herckenrath) een grotere kracht in het spel van zwart en wit. De X1-prent in een sterke artistieke hand heeft interessante mogelijkheden. Willy FELIERS |
|