Reynaert in prent en exlibris
In 1932 verscheen Reinaert de vos door Carel Voorhoeve met houtsneden van Fokko Mees (Goossens, 95). Fokko Mees is een bekende Nederlandse graficus met een exotisch getinte biografie: geboren in 1887 te Batavia (Jakarta), hoofdstad van het toenmalig Nederlands Indië en overleden in 1968 in het Franse Aix-les-Bains. Hij kreeg zijn opleiding aan de Larense Kunstschool en de Koninklijke Academie Den Haag en bezocht tevens de Ecole Julian te Parijs. Hij was een graficus met brede belangstelling: houtsneden, gravures, etsen, vrije prenten, illustraties, nieuwjaarsprenten en exlibris. En hij leverde kwaliteitsbladen! In Voorhoeves Reynaertbewerking staan vier mooie prenten van Fokko Mees.
1. De afstraffing van Bruun door de dorpers, een sterk expressionistische prent. We zien een rechtopstaande Bruun met afhangende voorpoten, die grommend een slag van de bijl vreest. Naast hem heeft Lamfroyt de bijl al opgeheven voor de fatale slag en ‘Lottram, de langvoet’ heeft zijn stok met hoornen punt klaar om er mee naar Bruuns ogen te steken. In de achtergrond bekijkt Reynaert, met kippetje in de muil, de verhoopte afranseling.
2. De castratiescène: Goossens meent dat deze prent duidelijk op Van de Woestijnes tekening geïnspireerd is (p. 89): dat blijkt uit de elementen van de compositie en hun verdeling. Tibeert zit bij Mees vervaarlijk dicht bij de opengespannen onderrand van het hemd van de paap, die in de tekst ook ‘pater’ heet, zodat men kan vermoeden welk ‘vleesch hem van 't lijf gescheurd zal worden’. We zien Julocke, ‘zijn wijf dat er bij stond’ (Voorhoeve), met de kaars in de hand en schreeuwend: ‘In des duivels naam moet die strik zijn gezet! Liever had ik een jaar lang al de offergaven ontbeerd, dan dat ons dit overkwam.’ En ondertussen luistert Reynaert schalks achter de schutting!
3. De biecht voor Grimbeert. Geknield met vrome blik biecht Reynaert zijn zonden aan de das (ill. p. 75). Op de achtergrond grijpt Reynaert naar de vette Coppe!
4. De vierde prent is een verticale overzichtsprent. Onderaan zien we hoe Reynaert in de catacomben van Maupertuus halsrecht houdt over Cuwaert en bovengronds de aankomst van Reynaert, Belijn en Cuwaert voor Maupertuus. Belijn toont zich hier toch wat wantrouwig en Cuwaert is gelaten. De tocht is volbracht. De wandelstok is al neergelegd, de haas staat voor het gapende zwarte gat. Reynaert lokt hem naar binnen met onschuldige lichaamstaal. En helemaal bovenaan, in een Van de Woestijniaans landschap, de eenzame Belijn met de gruwelijke tas om de nek, op weg naar het verdict. Zelfvoldaan in een vredig landschap, de laatste momenten van vrede vooral-