Tiecelijn. Jaargang 7
(1994)– [tijdschrift] Tiecelijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 181]
| |
P. Wackers, Words and deeds in the Middle Dutch Reynaert stories, in: (Ed.) E. Kooper, Medieval Dutch Literature in Its European Context. Cambridge, U.P., 1994, p. 131-141. (ISBN 0 521 40222 0)P. Wackers, Reynaert-Erzählungen zwischen Literatur und Gesellschaft, in: Jahrbuch 4 van het Zentrum für Niederlande-studien. Münster, Regensberg, 1993, p. 145-163.P. Wackers, Reynaert de vos, en Ysengrimus, in: (Red.) W.P. Gerritsen en A.G. van Melle, Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. Nijmegen, Sun, 1993, resp. p. 269-279 en p. 369-372.Een schat aan gegevens over de Middelnederlandse literatuur, bijeengebracht door de specialisten van het vakgebied, geschreven voor een groot publiek. Vooral leraren die van hun lessen middeleeuwse literatuur iets willen maken, vinden diverse schatten. Maar ook de vakgenoten vinden prima syntheses en vele literaire referenties. Speciale aandacht werd besteed aan het voortleven van de literaire helden uit de middeleeuwen. Naast Reynaert, in een overzichtelijke, gestructureerde en boeiende bijdrage van specialist P. Wackers, vinden we ruim 90 literaire helden of heldenpaartjes: van Aiol, Alexander de Grote, Amijs en Amelis, Apollonius van Tyrus en Artur, tot Ysengrimus, Yvain, Zeven Wijzen van Rome en de Zwaanridder. Een must. | |
J. Geel, De Reinaert ontraadseld. Wie is Reynaert de Vos? Wie zijn de dieren om hem heen? Z.p., Z.u., Z.j.Bibliofiel eindwerkje van Jolijn Geel dat kritiekloos de hypothesen van De pels van de vos van Luk Wenseleers (Meulenhoff, 1993) overneemt en verbindt met tekstfragmenten van de vertaling van Ernst van Altena (Ploegsma, 1979). Veertien Reynaertfiguren worden op de rechterpagina's in enkele lijnen speels getekend, gevolgd door een fragment uit het verhaal. Op de linkerpagina worden de identificaties van Wenseleers overgenomen. Dit werkje voegt niets aan de Reynaertstudie toe, maar is een curiosum voor verzamelaars en een interessant fenomeen voor wie de studie van de verspreiding van bepaalde hypothesen onderneemt. | |
W. Feliers, Luc van den Briele laureaat van de: ‘Literaire Prijzen Reynaert de Vos en Canteclaer 1994’, in: Graphia-Nieuws. Nr. 121, oktober 1994, p. 28-30.D. Temmerman, Toponiemen in het Reinaertverhaal. De schat van Erm en Rike of het spel van de ‘drij kluiten’, in: Oostvlaamse Zanten. Tijdschrift voor volkskunde en volkskultuur, 69 (1994) 2, april-mei-juni, p. 105-108.Bizarre bijdrage die vooral bestaat uit een compilatie van geïsoleerde, en zo uit hun verband gerukte citaten uit de Davidsfondspublikatie over Het Comburgse handschrift (1991), afgewisseld met erg eigenzinnige bemerkingen. Eigenlijk volstaat het om op dergelijke schrijfsels niet te reageren. Helaas, dan blijven redacties kritiekloos nonsens aanvaarden... Auteur Temmerman uit Schellebelle meent dat aan de keuze van zowel Kriekeputte als Hulsterlo een obscene spelvorming ten grondslag zou liggen. ‘Hul’ zou, zonder enige bewijsplaats, verwijzen naar een ‘bos schaamhaar’ en ‘kriek’ naar de ‘aanwassen aan de lijfmoeder ener koe’. De conclusie: ‘Het menselijke voortplantingsspel, onder het volk, gekend als het spel van de “drij kluiten, enen binnen en twee buiten” is hier meesterlijk en speels gecamoufleerd door de auteur van de Reinaert’... [R.v.D.] |
|