In dit tweede nummer van jaargang zes staat de Roman de Renart in het hoofdartikel centraal. Katrien Standaert studeerde in 1992 af als licentiate Romaanse filologie (K.U.L.) en presenteert haar gegevens in verkorte vorm. Het thema van de oorlog tussen vos en wolf is zowat de drijfveer van de meeste Reynaertverhalen en ligt mede aan de basis van Van den vos Reynaerde.
Het portret van een vossejager is van Marcellijn Dewulf, de vader van onze huistekenaar Ivo. Meteen wordt hier de reeks van Wase vossejagers zo goed als afgesloten. Na broeder Aloïs, Jozef de Wilde, André Stoop, Anton van Wilderode, Maurice Nonneman, Herman Heyse en de niet-Waaslander Jozef Goossenaerts, is een groot deel van de Wase vossejagers die de Reynaert bestudeerden in beeld gebracht. Zij hebben de verdienste gehad de jacht open te hebben gehouden op momenten dat er vanuit universitaire hoek weinig belangstelling was, de Reynaertmaterie in het onderwijsmilieu te hebben geïntroduceerd, belangrijke collecties te hebben aangelegd en jongeren te hebben gestimuleerd. En hoewel af en toe door enkelen van hen te weinig nuancering, relativering en wetenschappelijke exactheid aan de dag werd gelegd, wordt nog te weinig toegegeven hoe zij anderen (we denken onder andere aan Wytze Gs Hellinga en Leopold Peeters) hebben geïnspireerd en beïnvloed. Deze portretten werden niet opgenomen in de nieuwe bloemlezing omdat zij reeds gebundeld werden in de door de Tiecelijn-redactie mee opgestelde tentoonstellingscatalogus die in september 1992 door het stadsbestuur van Sint-Niklaas werd uitgegeven (L. DE BACKER en R. VAN DAELE, Reinaerttentoonstelling van 11 tot 27 september 1992). Deze lijvige brochure is ondertussen uitgeput. Toch is de lijst van Wase vossejagers nog niet volledig: er zijn nog vele creatieve Wase kunstenaars, stof genoeg voor nog vele portretten. In ons volgende nummer trekken we echter naar Duitsland. Van Bert Peleman vindt u een kort portret van 30 jaar ‘Orde van de Vossestaart’ te Rupelmonde.
Daarnaast zijn er de traditionele rubrieken zoals de ex-libris-kroniek, enkele boekbesprekingen (het nieuwe nummer van Reinardus, de vierde druk van Felix Timmermans' satire Boudewijn en een opnieuw een nieuwe literatuurgeschiedenis), een overzicht van de recente Reynaertpublikaties, een aanvulling op de bibliografie van J. Goossens, de aankondigingen en mededelingen en een overzicht van voorbije Reynaertmanifestaties (Reynaerttoneel en -ballet) in Reynaert op pad. De Reynaertkrantenrubriek werd verschoven naar het volgend nummer. Opnieuw zijn wij er niet in geslaagd de vooropgestelde 32 pagina's te halen.
Tot slot verwijzen wij nog even naar het Pinksterweekend. Hoe dat er precies zal uitzien, verneemt U binnenin dit nummer. U vindt op het gekleurde inlegblad ook een inschrijvingsstrookje voor het weekend en de beide Reynaertboeken. Wie de wandelingen tijdens het Pinksterweekend (zaterdag-zondag) wil meemaken, moet snel reageren. Het aantal plaatsen is beperkt. Wie een uitnodiging voor de voorstelling van de beide boeken en voor de eerste Herman Heyse-lezing wil ontvangen, kan ons dat eveneens melden (redactieadres, Pr. Karelstraat 15/2 te 9100 Sint-Niklaas).
[Rik VAN DAELE]