Reynaerdiefje
Tiecelijn kreeg bij het begin van zijn vierde jaargang een nieuw uitzicht, vooral dan wat de drukkwaliteit betreft. Wij blijven echter opteren voor een ambachtelijke manier van produktie, omdat wij zo het allerlaatste Reynaertnieuws kunnen opnemen. Behalve de enkele technische verbeteringen bleef alles bij het oude. De abonnementsprijs blijft belachelijk laag (100 BF.), zo laag dat sommigen wel eens vergeten te betalen... Ook het steunabonnement blijft 200 BF. Het verheugt ons uitermate dat ongeveer de helft van onze lezers ons op deze manier ‘steunt’. Graag willen wij hen, net als de enkele zeer milde schenkers en onze mecenassen bedanken. Zij hielden ons drijvend. Dit jaar heeft u nog een bijkomende, unieke manier van sponsoring. De Tiecelijnredactie publiceert in mei een geïllustreerde ‘Reynaertlandgids’ bij het Davidsfonds. Die kan u bij de redactie bestellen. U krijgt het boekje zo vlug mogelijk toegestuurd aan de winkelprijs. Info p. 22.
De gewone topics blijven: de ex-libris-kroniek van Willy Feliers, de luchtige krantenrevue van Marcel Ryssen, het portret van een Reynaerdofiel, af en toe een ludieke vossestreek, aankondigingen van publikaties en Reynaertmanifestaties en boekbesprekingen. Wij proberen verder -en nog intenser- te getuigen van de rijke moderne Reynaerticonografie. Dit jaar zullen wij in elk nummer een illustratie publiceren van graficus Gerard Gaudaen. We beginnen het Reynaertjaar 1991 met een Reynaertwens uit 1976.
Dit nummer bevat een portret van Anton van Wilderode. Het kwam tot stand naar aanleiding van een bezoek van Marcel Ryssen aan onze moderne Vergilius. Van Wilderode publiceerde in de jaren vijftig en zestig enkele bijdragen over het Reynaertverhaal. Het was echter vooral door het Reynaertkapitteitje in het (in Vlaanderen) populaire schoolhandboek De Dubbelfluit dat Van Wilderode een nauwelijks te onderschatten invloed heeft gehad op het moderne Reynaertbeeld. Wij vroegen ons af of zijn inzichten nog steeds dezelfde zijn. Van Wilderode is ook de auteur van een aantal Reynaertgedichten, die getuigen van een diep heimwee naar het verleden, de tijd van zijn jeugd en van een ongerept Waasland. Als leraar en dichter pleit hij (net zoals zijn interviewer in een ander artikel in dit nummer) voor een esthetische waardering van de tekst.
In de volgende nummers komen portretten van een Reynaertbibliofiel en van een Reynaertonderzoeker aan bod. Wij gaan in op de moderne Reynaertbewerkingen van Piet Punt en Louis Paul Boon. Verder zijn er plannen voor een studie naar de invloed van de Reynaerticonografie van Kaulbach in Vlaanderen en zullen we berichten over enkele belangwekkende Reynaertuitgaven. We zullen tenslotte aandachtig het tweede seizoen van Dear Fox volgen en we wachten vol spanning op het nieuwe Reynaertspel dat in 1992 te Sint-Niklaas zal georganiseerd worden.
Ondertussen rekenen wij op u om de redactie op de hoogte te houden van alle mogelijke Reynaertinitiatieven en verheugen wij ons over uw reacties, suggesties en bijdragen.
Rik VAN DAELE