Reynaert-ex-libris-kroniek
Als derde kunstenaar in de reeks Reynaert-ex-libris komt de Sint-Niklazenaar Hedwig Pauwels aan bod. Deze graficus is de laatste jaren in België en ver buiten de grenzen een veel gevraagde en gewaardeerde ex-librisontwerper geworden. In het ex-libristijdschrift Graphia (nr. 98) werd over hem een uitgebreid artikel gepubliceerd door J. Arras. De nu vijfenvijftigjarige kunstenaar kreeg zijn opleiding aan de Sint-Lucasschool te Gent in de afdeling sierkunsten. Hij ontpopte zich vlug als een veelzijdig kunstenaar: ontwerper van wandtapijten, mozaïeken, glasramen (o.a. de kruisweg van de Kristus Koningkerk in Temse). Toch is zijn hoofdactiviteit zijn gedreven leraarschap aan het Hoger Instituut voor Kunstonderwijs te Hasselt als leraar grafiek. In de grafiek had hij vooral belangstelling voor de ets op klein formaat en na een studiereis voor kleuretsen naar Praag was de stap niet groot meer naar het ex-libris. Zijn ex-libris zijn hoofdzakelijk uitgevoerd als kleurets, een techniek die hij beheerst op het niveau van de Tsjechische grootmeesters. Door de vele thema's die hij uitwerkt -tot grote voldoening van de opdrachtgevers- lijkt hij wel een duizendpoot. De laatste tijd werkt hij voornamelijk aan portret-exlibris voor Duitse opdrachtgevers, terwijl hij recent ook een opgemerkt portret als hommage aan Gerard Gaudaen (gekend houtgraveur, ook in de Reynaerticonografie) maakte. In 1988 won hij de grote ex-librisprijs van Frankrijk.
Het afgebeelde Reynaert-ex-libris is door hem ontworpen en uitgevoerd als kleurets. In de zwart-witafdruk gaat natuurlijk veel verloren van de prachtige kleurtechniek (bruin-rood). Als thema werd gekozen voor de vindingrijke afstraffing van de schraapzuchtige honingjagende Bruun, door Reyn handig gevangen in een gekliefde boomstam, en zo tot prooi geworden van de woedende dorpelingen.
A 675[regelnummer]
Gaet toe ende crupet daer in
Reynaert peinsde om zijn ghewin
Ende Brune liet hem so verdoren
Dat hi thoeft ouer die oren
Ende die twee voerdere voete in stac
680[regelnummer]
Ende Reynaert poghede dat hi brac
Die wegghen beede huter eecken
Die daer te voren ghinc to smeeken
Bruun, bleef gheuangen in den boem
In de angstige blik van Bruun zie je al, dat niet alleen Reyn, maar ook hij zag hoe Lamfroyt Voer hem allen quam gheronnen met een grote en een kleine bijl. De kunstenaar heeft in zijn eigen stijl, maar toch trouw aan de tekst, de verzen speels en boeiend in de kleine prent gegoten, zelfs voor- en achtergrond zijn conform de tekst. Zo is vanuit toegepaste kunst een kleine en waardevolle prent ontstaan, een mooie ex-libris en iconografisch een aanwinst voor de Reynaerdoftelen.
[W. FELIERS]