ploegden zij de culturele ‘woestine’ van een ‘uitgeleefde gemeente’ om tot een jaarprogramma met zesentwintig activiteiten. Coppe is er dus niet voor niets begraven, en langs de Durmedijk op zijn soliede bank gezeten ‘crayeert’ vorst Nobel con brio en amore ‘sijn hof’ en wel ‘ten groten love’ van het nijvere Daknam.
Het ‘soete lant’ lijkt anders wel bezeten van het rosse dier. Zijn naam wordt te pas (meestal wel) en te onpas op allerlei activiteiten en tribulatiën gekleefd. Gelukkig niet zo bij het achtenswaardige initiatief ‘Met Reynaert op tocht in het Land van Waas’. De V.V.V. biedt vijf dagtochten aan: Inlichtingen, V.V.V. Grote Markt 45, 2700 Sint-Niklaas. Tel. 03/777.27.04. Al heeft de felle niet over al die paden gezworven (het blijft wachten op de enige, echte! Reynaertroute), de dagtochtende toerist zal verrukt menig mooi hoekje savoereren daar liggende tussen de Grote Geule over de Reynaertrozentuin heen naar het grafelijke Rupelmonde vol Reynaerdse merkwaardigheden.
Wie Rupelmonde zegt, Bert Peleman zegt, de onverdroten vossestaarter ende -jager uit het Mercatorstadje. In april werd hij 75, wat zopas luisterrijk gevierd werd met een aantal passende manifestaties. Tiecelijn doet het met vreugde kond en hoopt dat de nog altijd frisse Reynaert- en Scheldeminnaar nog jaren in de Reynaerdse contreien vrij ende blij leven mag. Wat wij ook professor dr. Leopold Peeters toewensen. Al ligt zijn terrein dan niet in het Wase geweste, ook hem gaat de vos bijzonder ter harte. Op 14 februari werd hij 65, wat gevierd werd met een receptie in het P.C. Hoofthuis te Amsterdam. Bij die gelegenheid werd hem o.m. een hulde-album en een bundel met eigen artikels aangeboden. Als hoogleraar in de Historische Taalkunde van het Nederlands treedt Pol Peeters nu terug, wat hem meteen een stuk vrij zal kunnen maken om resoluut de nog altijd duistere wegen van onze vos op te sporen, althans dat hopen wij vurig.
En verder internationaal varend: kranten en BRT wijdden reeds heel wat aandacht aan het fotograferen (voor het eerst) van het belangrijkste verhaal uit de Comburgse codex (Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek). Het resultaat wordt een facsimileuitgave, te verschijnen in 1991 bij het Davidsfonds en met de modernste technieken gerealiseerd. Initiatiefnemer en stuwer: Jo van Eetvelde. Wie op 19 maart op Modem afstemde (BRT 2) kon een glimp van de bijzonder delicate werkzaamheden opvangen. Je zag er hoe de codex minitieus geopend werd en je vernam er o.a. hoe Willems naam verscholen zit in de eerste letters van de laatste verzen. In Gazet van Antwerpen verscheen hierover op 16 maart een boeiend artikel van de hand van Erik Verstraete.
Dit worden dan de laatste regels in telegramstijl, zonder dat je er de auteursnaam in terugvinden zal. Aan de K.U.Leuven in de reeks Brekende Spiegels, een lezing van Rik van Daele over ‘De vos die je ziet ben je zelf’ (op 30 januari jl.), aan de UFSAL te Brussel, een lezing voor leraren van V. Uyttersprot over Reynaert en Jacob van Maerlant