Thirsis Minnewit. Deel 3

Een Boekverkoopers geselschap, 't oude in 't nieuwe Jaar drinkende, zong:

Stem: Het best op aerd is een gerust gemoed

1.
Wie zou met my niet lustig vrolik zijn
By lekkre Knap ⁺ en frisse ⁺ Franse wyn
En glaasjes tot de boorden vol geschonken!
Ik voel myn geest in vrolikheid ontfonken,
Geen zorg ontrust myn blijde en vrolik hart,
Dat alle ramp en treurigheden tart.

2.
Lang leef den Druk en Boekverkopery,
In Hollands Kroon, de paerel aan het Y,
Op dat wy hier in vreugde weer vergaren.
Lang leeft die Konst, gevonden aen het Spaaren ⁺
Die ons de knap en lekkre Wijntje geeft:
Lang leef die konst waar door Vrouw Pallas leeft. ⁺

3.
Sa, drinkt dan aan, den eenen voor den aar,
Met glas op glas tot in het nieuwe Jaar,
Spijt hun die ons die vrolikheid benyden.
Dus leeven wy in dees bedroefde tijden,
In hoop dat wy hier namaals, door den Druk
En 's Hemels gonst, verkrijgen meer ⁺ geluk.

+ ‘Lekker eten.’

+ ‘Krachtige.’

+ In Haarlem.

+ Minerva, de godin van de wetenschap.

+ Editie 1711: weer.