Thirsis Minnewit. Deel 3
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
Stem: Al wat men doet men kan geen Juffers minnen1.
‘God groet u goede morgen, Herderinne.
Hoe komt gy soo vroeg in het groene Wout
Al met uw Schaepjes soo ten velden inne,
Hier in het fiere groene gras bedout?
Rust by de Beeken,
Ik moet u spreken:
‘k Versoek u tot mijn Vrouw.
Helpt my maer uit den rouw.’
2.
‘Ag Jonker, staekt dog al uw valsche sinnen!
Ik ben een eerb’re slegte Ga naar voetnoot+ Herderin
Die met haer Schaepjes trekt ten velden inne.
Gaat na het Hof, verandert daer uw min. Ga naar voetnoot+
‘k Blijf by mijn Schapen
Om vreugd te rapen.
Ik ben te slegt voor jou,
Kiest vry eene Iuffrouw.’
3.
‘Ag schoon Princes, Edele Harderinne,
Ag schoonste beeld, verhoort dog eens mijn klagt!
Ik ben een Jonker die u komt beminnen,
Versmaet my niet om dat ik u verwagt. Ga naar voetnoot+
Engel gepresen,
Wilt u mijn genesen;
Laet varen ’t groene Wout,
En kiest een schat van Gout.
4.
‘k Heb veel Lakeyen ende Kamenieren
Die u het Lijf sullen vercieren gaen.
Daerom wilt uwen min aen my besteden.
| |
[pagina 16]
| |
Engel, laat vaaren al wat u gaet aen!
Ag Lief gepresen,
Wilt mijn genesen; Ga naar voetnoot+
Ontfangt myn Trouw te pandt:
Een schoone Diamant.
5.
Ik sal myn Lief een zijde kleed doen maken,
Een rock doorwerkt van het rooder gout,
En een paer muyltjes van fijn rood scharlaken,
Met Gouden kanten daer rondom bebout;
En Parel snoeren
Die sult gy voeren,
Op uw hart een fijne Boot, Ga naar voetnoot+
Myn lief, gelyk de Groot. Ga naar voetnoot+
6.
Op uw hooft daar sult gy een Fontanzie Ga naar voetnoot+ dragen
Van schoone kant en Goude linten klaar,
Dat u de vreugd en staat sal wel behagen.
Engel laet varen al uw Schaepjes maar
Dan sult gy vuren Ga naar voetnoot+
Een Gout Cincturen
Gebonden om uw Lijf,
Myn Lief, tot uw gerijf.’
7.
‘Jonker door al uw soete minne woorden
Soo sal ik mijn terstont bereyden gaan
Uw groote staat die gy my steld te vooren.
Bedenk u nog eer dat het is gedaen.
Ik kom ontfangen
Met groot verlangen
Uw trouw en eerbaerheid.’
En Jonker was verblyd: Ga naar voetnoot+
8.
‘Ik sal mijn Amarant nu t' huis gaen halen.’ Ga naar voetnoot+
Hy gaf haar op de soete Trouw een kus.
| |
[pagina 17]
| |
‘Zy is de geen die in mijn ziel komt malen.’ Ga naar voetnoot+
En op haer borsjes blank heeft hy gerust.
‘Mijn Lief gepresen,
Ik ben genesen,
Verlost van smert en pijn:
Wellekom moet gy zijn.’
9.
Vlegt nu een krans van groene Lauwerieren,
Van Maegde Palm, Bloemen en groen Kruid;
Wilt nu den Bruidegom en Bruid vercieren!
Sa Muzikanten, maakt een groot geluid!
Speeld op Schalmeyen, Ga naar voetnoot+
Wilt u verbleyen,
En wenst dat soete paar,
Geluk en vreugd te gaar.
|
|