Thirsis Minnewit. Deel 3
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
Stem: Te Vlissing leit een Jagt bereid1.
Wel wat of Knelis over quam,
Dat hy al in sijn oude dagen,
Dien saggelaar, Ga naar voetnoot+ dien ouden stam,
Van Kaatje ’t ja woord af ging vragen!
2.
Had hy die schijven Ga naar voetnoot+ niet gehadt,
Hy hadse Ga naar voetnoot+ nimmermeer gekregen.
Al was hy niet als gal en spadt, Ga naar voetnoot+
Sy had daer toe in ’t minst niet tegen.
3.
Sy dagt: die Sul moet haast van kant, Ga naar voetnoot+
Dan sit ik midden in de duiten;
Dan neem ik weer een frisse kwant
Daar ik mijn hart regt aen kan uytten.
4.
Maer Knelis is te tay van vel,
Hy laet het hagje soo niet glyen. Ga naar voetnoot+
Nu leeft sy staag als in een hel
En wouw wel van dien ouwen scheyen.
5.
Dan sit dien ouwen saggelaer
En doet niet anders als bedillen
En uit sijn mont komt niet als: ‘Spaar!
Gy sult mijn goet soo niet verspillen!’
6.
Daerom, gy Juffers, wie gy zijt,
Wilt u aan gelt soo niet vergaapen.
Trouwt liever uit genegentheid,
Soo gy met vreugt soekt by te slaapen.
|