Thirsis Minnewit. Deel 2, editie Weduwe Gysbert de Groot
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 125]
| |
Stem: Als't Begint1.
Ik quam lest by een Wedevrouw
- Myn reden wilt aanmerken Ga naar voetnoot+ -
't Was om te Weven op 't getouw,
Want ik had zin in 't werken
Voor mijn enkel tijd-verdrijf,
Zonder mijn borst te sterken. Ga naar voetnoot+
2.
Hoort hoe ik met 't Bazinneke voer,
Soo netjes en zoo ryntjes: Ga naar voetnoot+
Terwijl dat ik mijn Ketting Ga naar voetnoot+ schoer Ga naar voetnoot+
Speelt dese met haar hantjes
Al gedurig toerlejoer Ga naar voetnoot+
Met de tweede Bobyntjes. Ga naar voetnoot+
3.
Doen ik myn werk stak in 't riet, Ga naar voetnoot+
Sy heeft het wel bekeeken.
Sy zey: ‘Mijn knecht, en mist dog niet,
Want gy sou draatjes breken
En daar sou dan komen van
Alle de losse steken.’
4.
Ik antwoorden myn Bazinnekens praat:
‘Het werke sal myn rouwen.’ Ga naar voetnoot+
Zy nam de la Ga naar voetnoot+ - gy weet wel wat -
En zy ging selver touwe: Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 126]
| |
Myn Bazinneke spant de kroon
Boven alle vrouwen. Ga naar voetnoot+
5.
't Bazinneke hiel myn in den Riem: Ga naar voetnoot+
In stee van loon te geven,
Zy gaf myn een slappe-priem, Ga naar voetnoot+
De drommel Ga naar voetnoot+ mogt soo weven!
En ik kom op dat getou
Niet meer van myn leven.
6.
Het Bazinneke hiel myn in de Riem,
Sy meende my soo te quellen.
Ik zey: ‘Bazin, myn stuk is af’, Ga naar voetnoot+
Wat dunkt u van die grille:
‘Ja,’ zey zy, ‘mijn lieve knegt,
Ik sal u een ander stellen.’ Ga naar voetnoot+
|
|