Thirsis Minnewit. Deel 2, editie Weduwe Gysbert de Groot
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermdOp een Nieuwe Voys1.
Ik quam 'er laast wandelen by een Fonteyn,
Savonds al in de klaare Manescheyn.
Daar ontmoete myn een schoone Herderin,
Sy dreef haar Schaapjes te Velden in.
| |
[pagina 48]
| |
2.
Sy speelden seer lieffelijk op haar Fluyt,
Sy zey: ‘Wel Harder, ik ben de Bruydt,
Van nu voortaan het is met myn gedaan,
Want ik mag niet spreeken meer Jongmans aan.’
3.
‘Weetje watje gisteren avond deed?
Hebje niet gezwooren eenen Eed,
Hebje niet gezwooren by je Trouw
Dat ik jou Dienaar weezen zou?’
4.
‘Harder, en dat weet ik seer wel:
Trouwen dat is 'er geen Kinderen spel.
Meendenje myn, en ik meende jou niet,
Daarom vry naar een ander ziet.’
5.
‘Adieu dan, gy spytige Herderin,
Gy zyt de oorsaak van myn Min.
Verlaat gy myn, en ik verlaat u weer, Ga naar voetnoot+
Daarom neem ik tot een ander myn keer.’ Ga naar voetnoot+
|