Thirsis Minnewit. Deel 2, editie Weduwe Gysbert de Groot
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
Op een bekende Voys1.
‘Helaas, wat droefheyt en wat smert
Voel ik in mijn Jonk-hert!
Cupidoos schigten
Die bragten my in gequel:
Mijn hertje stigten Ga naar voetnoot+
Een fraay, fris, Jong-gesel.’
2.
‘Wel Dochter, bent gy dol of zot
Of houd gy met myn de spot?
U jonge jaren
Die zynder nog veel te vroeg.
Wacht u van paren,
Gy hebt 'er nog tyds genoeg.’
3.
‘Moeder, drie maanden gepasseert Ga naar voetnoot+
Heb ik 'er op 't Schip geleert
Van eenen Schilder, Ga naar voetnoot+
Die schonk 'er mijn sijn Potret. Ga naar voetnoot+
Ja moeder, ik wilder
Nu wesen op 't Echte Bed.’
4.
‘Wel Dochter, schort u dan de Trouw Ga naar voetnoot+
Of wilt gy wesen een Vrouw,
Ik hoor dat Steven,
Ons aldernaaste Buurman,
Sijn Trouwtje wil geven
Aan u, mijn Dochter, dan.
5.
Wel Dochter, werd dog niet zoo quaad,
| |
[pagina 37]
| |
Maar hoord na wyzen raad:
Steven heeft schyven Ga naar voetnoot+
En alles wat daar by hoort,
Gy sult 'er by blyven
En woonen in zyn Poort.’ Ga naar voetnoot+
6.
‘Ik woon veel liever in een Huys,
Al was het maar een kluys, Ga naar voetnoot+
Als by ons Steven
Te woonen op een Casteel.
Mijn hertje moet leven
By een Schilders Penceel.’ Ga naar voetnoot+
7.
‘Wel Dochter, bent gy dan bevrucht
Dat gy om hem zoo zucht?’
‘Moeder, ik sterve,
Hij heeft 'er geleyd de grond: Ga naar voetnoot+
Syn eerste verwe
Heeft myn jonk hert doorwond.’ Ga naar voetnoot+
8.
‘Dochter, hoe lang is het geleen
Dat gy met den Schilder gong heen?’
‘Moeder, drie maanden
Als ik was inne de Schouw Ga naar voetnoot+
Hy deed 'er gestadig
Al wat ik maar hebben wou.’
9.
‘Dochter, bent gy dan bevrucht
Dat gy om hem zoo zugt?’ Ga naar voetnoot+
‘Moeder, ik sorgen: Ga naar voetnoot+
Myn rokken worden zoo naauw,
Dat 's alle morgen
Word mijn jonk-hert zoo flaauw.’
10.
‘Wel Dochter, maakt dog geen getier,
| |
[pagina 38]
| |
Haalt mijn den Schilder hier.
Dat geestige Quantje
Dan Schilderen kan zoo net,
Hy voelde met zyn handje
En boorden met zyn Lanzet.’ Ga naar voetnoot+
11.
‘Moeder, geeft mijn dan u kind
Dat tot mijn is gezind.’ Ga naar voetnoot+
‘Schilder verheven,
Mijn Dochter is u gegunt.
Schildert na 't leven
Soo dikmaals als gy kunt.’ Ga naar voetnoot+
|
|