Thirsis Minnewit. Deel 2, editie Weduwe Gysbert de Groot
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermdHerders Gesangh1.
‘Waar mag myn schoone Laura zyn,
Dat ik haar niet en sien.
Ik gaan door bos en haagen, sy gaat vlien.
Ik wil myn spoen
Al door het groen
Al om myn schonen Engelin haar wil te doen
En voegen my Al aan haar Sy. Ga naar voetnoot+
Sy singt en is zeer bly,
Haar helder keeltje klingt
Dat het door het bos heen dringt.
't Gediert
Dat zwiert
En maakt geluyt: Ga naar voetnoot+
Het is al om t'eere myn schoon Laura Bruyt.
2.
Vind ik u hier, ô Laura schoon,
Onder dees groene Boom!
Myn hert en ziel die heeft by u gewoont,
Ja dag en nagt,
Seer onverwagt,
Speelt gy, ô schoon Godin, gestaag in myn gedagt.
| |
[pagina 28]
| |
Mogt ik van u eens troost ontfaan,
Al myn quelling was gedaan!
Mogt ik op u lipjes zoet
U geven een kusje goet!
'k Verdwyn Ga naar voetnoot+
Van pyn,
Van Min, Godin,
En dat om uwent wil, myn schoonste Engelin!’
3.
‘Tyter, ik hoor u Minne-klagt
Die gy doet dag en nagt.
't Schynt dat gy in de liefde heel versmagt…’
‘En hoort gy niet
Myn klagen? Ziet!’ Ga naar voetnoot+
‘…En brengt de Maagden door het vleyen in 't verdriet.
Toont dat gy een trouw Minnaar zyt,
Ik sal u maken verblyd.
Gunt my u echte Trouw,
'k Sal u zyn een waarde Vrouw.
Daar is myn hand
Tot een pand.’
‘Waarde Bruydt, Tot besluyt,
Hier mee is al myn klagen en myn droefheyt uyt.’
|