Thirsis Minnewit. Deel 2
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
Wyze: Besneeude Velden1.
Heldre bruin oogjes die, overgoten
Met weelde, in uwe kringen houd
Myn wreed of lieflijk lot besloten:
So gy my met een lonk beschouwt,
Kunt gy my 't grootst geluk des Werelds baaren.
Ik voel - versmaad gy my - door mijn kwel
Myn dagen met uw verwe t' evenaren. Ga naar voetnoot+
O oogjes, gy zijt mijn hemel of hel.
2.
't Ligt dat alleen de starren kan blinden,
Verduistert gy, schoon zelf bekleed
Met donkerheid: zo laat g' u vinden
Als in een nagtgewaad, en weet
Wat leeft te ligten met uw lieve stralen.
De zon toont by den dag zig wel,
Maar gy kund 's nagts als daags dien roem behaalen.
O oogjes! gy zijt mijn hemel of hel.
3.
Gelijk een dief, op buit te loeren,
Zig stil verbergt in eenen hoek,
Zo staat de Min om my te ontvoeren
Mijn vryheid, en te maken t' zoek
Dat ik veel waarder agt dan dierbre schatten.
Hy schynt daar tusschen 't blanke vel,
In 't git verschoolen, Ga naar voetnoot+ zijnen schigt te vatten.
O oogjes, gy zijt mijn hemel of hel.
| |
[pagina 158]
| |
4.
Aanminnige, betovrende oogen,
Wie steil op uwe boogen staart,
Ziet hoe de Min sijn grootst vermogen
En toverkragten daar vergaart
En - in uw bruin - de zwarte kunst kan leeren:
Hy zent my pijl op pijl zo snel
Dat ik betovert ben eer ik 't kan weeren.
O oogjes, gy zijt mijn hemel of hel.
5.
Gy moogt met straf gelaat my tergen:
't Misstaat u niet. Geen diamant
In 't zwart gezet, kan 't schoon verbergen: Ga naar voetnoot+
Zijn glans spreit zig aan allen kant.
De schaduw leert een kunststuk heerlijk agten
En 't helder ligt verbijstert in kapel
En kerk 's volks aandagt en gedagten.
O oogjes, gy zijt mijn hemel of hel.
|