Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |
Stemme: Sarbande1.
Neen kloris, neen, op zulken wys te minnen
Sou mijn de grootste smert ter werelt zijn:
Geef ik mijn hert, ik moester weer een winnen, Ga naar voetnoot+
Op dat ik Noyt door Wanhoop zugt of kwyn.
Neen, trots u ogen,
Hoe vol vermogen, Ga naar voetnoot+
Neen, trots uw oogen,
‘k Wil u Slaaf niet zijn.
2.
Heb ik mijn hert gewillig op gedragen,
Genaak ik u vol Liefde en heete min,
Wat scheelt ‘er dat ik ook na mijn behagen
Uw hert niet eens kan nemen in, Ga naar voetnoot+
Dat ik met kusjes
En minnelusjes,
Dat ik met kusjes
Blaak, mijn Vyandin.
3.
Wat win ik, schoon ik onder ‘t Lief omarmen
Uw al een kusje of wat meer ontsteel,
Als gy u voor mijn driften gaat beschermen
Terwyl ik met geweld u kus en streel.
‘t Most uw behagen
Ook min te dragen,
‘t Most u behagen
Dat ik met u speel.
4.
Buygh, hart Edikje, Ga naar voetnoot+ buig dan eens uw zinnen.
Wat Leeuw, wat tyger is zoo fel verwoet,
Die zig door Liefde noyt laat overwinnen!
‘t Leeft alles hier in zoete minne gloet.
| |
[pagina 88]
| |
Ook min ik Teder,
Dies mint mijn weder,
Ook min ik Teder
Als ik minnen moet.
5.
Hebt gy mijn hert als meesteres in handen,
‘t Is billik dat gy ‘t handelt Ga naar voetnoot+ als Vrindin.
En wilje niet, ontslaat het uyt uw banden Ga naar voetnoot+
En drukt mijn Liefde met geen tegenzin
Als ik, Gebogen
Voor uw schoon Oogen,
Als ik, Gebogen,
Smeek om weder Min.
|