Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermdStem: Wat baat ‘t ons Juffrou Griet1.
O doelwit van de min,
O oorzaak van mijn klage,
Schoon ik met hert en zin
U Ziel graag sou behaage,
‘k Verslyt vergeefs myn dage
En ik sie niet dat ik win,
Schoon ik u mijn hert wou schenken.
Engelin, ‘k en durft niet denken
Dat ik oyt, dat ik oyt Eenig troost verwerf
In u voor dat ik sterf.
2.
Maar als ik dan verquyn,
Ligt sullen u gedagte
| |
[pagina 57]
| |
Steets speelen op myn pyn
Die gy niet wilt versagte;
Ligt stortie ook eens klagte
Dat ik weer mogt levend’ zyn.
Want niet een van die u minne
Toont u soo getrouwe zinne!
Maar dan zal, maar dan zal de minne-smert
U gaan te laat aan ‘t hert.
3.
Waar heb ik dog verdient,
Myn Lief, om u te sterven? Ga naar voetnoot+
Wilt gy my tot geen vrient,
Soo laat ik dit verwerven. Ga naar voetnoot+
Wat baat u myn verderven?
Dat Ga naar voetnoot+ ik maar mag met u zyn
En u dienen al myn leven,
‘k Sal my willig daar toe geven,
Tot der dood, tot der dood, ja tot ‘t graf.
Neemt maar myn droefheyt af. Ga naar voetnoot+
4.
Vergun dog dit aan my
Dat ik de naam mag dragen
Dat ik u Dienaar zy
By nagten en by dagen.
Ik sal nimmermeer vertragen
Maar u toonen dat ik blyf
Die gestaag met hert en zinnen
Is genegen u te minnen,
En gevoed, en gevoed wort door het ligt
Van uw schoon Aangesigt.
5.
Kom dan mijn schoone, kom,
Waer toe dit wederstreve!
| |
[pagina 58]
| |
Geeft my u lente blom,
‘k Sal u de myne geve.
Gebruyke wy dit leve,
En bemint my wederom.
Laat de tyt dog niet verloopen,
Of met wenschen of met hopen:
Keert de tyt, keert de tyt dog nimmermeer,
Keert noyt mijn Jonkheyt meer.
6.
Myn oog sal als een Ster
Op ‘t ligt der sonne wagten
Wanneer, door hoop, van ver
Gy sult mijn pijn versagten.
Ik staak dan al mijn klagten
En ik geef my u geheel,
‘t Zy tot leven, of te sterven,
‘t Zy tot vreugde of bederven.
In u hant, in u hant stel ik het al,
Mijn rust, of ongeval.
|