Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermdStem: Amable Vainceur1.
O soetste Ga naar voetnoot+ Vrindin,
O Sijlsteen der min Ga naar voetnoot+
En trooster der herten,
Verjaagt mijne smerten
En pijn uit mijn sin;
Keert uwe zinnen
Tot het wederminne, Ga naar voetnoot+
Dan doen ik gewin. Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 50]
| |
Stilt mijn droeve pijn,
Wilt niet stuer Ga naar voetnoot+ meer wesen
Maar mijn wont genesen
Eer dat ik verdwijn.
Gy zijt mijn vreugt,
Den Troost van mijn Jeugt.
U schoonheyt bekoort my,
U Liefde Doorboort my,
Maakt my eens verheugt.
Zijt niet meer soo straf
Anders gy vermoort my
En stoot my in ‘t graf.
2.
Ik heb nu soo lank
Gevoelt de Liefdes dwank,
Bekoort door uw seeden
En u nette Leden
En uw soete sank.
Ik heb u gebeden,
Altijdt naar getreeden
Uwen lugten gank: Ga naar voetnoot+
En wat dat ik vraag,
Ten heeft geen vermooge,
Gy wort niet bewoogen.
Wat ik sugt of klaag,
Gy zijt van staal
Dat Ga naar voetnoot+ geen soete taal,
Geen sugten of tranen
Een weg konnen Baanen
Tot hulp van mijn quaal;
Dat Ga naar voetnoot+ al mijn gekrijt
U niet kan opmaanen
Tot medoogentheyt.
3.
Lank duerige tijdt -
Die alles verslijdt,
Die Bittere saaken
Kan soet doen smaaken,
Die ‘t yser door byt,
Wien niet staat tegen - Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 51]
| |
Kan nog niet bewegen
U hertneckigheyt.
Het nat, door den val,
Doorboort harde steenen Ga naar voetnoot+
En mijn stadigh weenen
Helpt my niet mendal. Ga naar voetnoot+
Leeuwin, hoe kant sijn
Dat gy al mijn pijn
Gerust kont beoogen
En sonder meedoogen
Siet dat ik verdwijn!
Ach, hoe kan u hert
Nog niet zijn bewogen
Door soo groote smert.
4.
Cupido, wreed wicht,
Waar blijft uwe schicht?
‘t Schijnt gy op my Boos seyt.
Waar is uwe Loosheydt
Die my heeft verplicht, Ga naar voetnoot+
Die my doorgriefde?
G’hebt den brand der liefde
In mijn hert gestigt,
Maar het is om niet
En ik gaan verlooren
Wilt gy niet bekooren
Daar mijn min op siet.
Kont gy geene maagt
Die Jeder behaagt
Tot liefde verwinne,
Soo blijf ik van binne
En altijdt geplaagt.
Hoort mijn droeve klacht
En bekoort haar sinne
Die mijn min veracht.
5.
Vrindin, is ‘t dan gek,
Dat gy my den nek
| |
[pagina 52]
| |
Tot nog toe blyft keere:
Wilt gy iets Leere,
Door soo valsen trek? Ga naar voetnoot+
Sijn u gedachten
Dat ik mijn klagten
Met valsheit bedeck? Ga naar voetnoot+
Het is nu Lank tijdt
Van die af te weere. Ga naar voetnoot+
Ik kan niet meer sweere,
Ik ben al uyt geseyt.
Gy kent mijn hert,
Gy weet mijne smert,
Gy sent mijn de plagen
Die ik moet verdraagen,
In u min verwert. Ga naar voetnoot+
Keert dan uwe zin,
Laat my niet meer Klaage,
Die u trouw Bemin.
|
|