Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
Stem: Lieve moeder ik weet, etc.1.
Wel, ben ick dan soo mismaakt
Dat daar niemand na myn haakt
Die myn komt zyn trouwtje bien?
Ag, myn hartjen barst aen twien Ga naar voetnoot+
Door de pyn,, Ga naar voetnoot+
Want niemant ziet na myn,
En myne brant wort niet geblust,
Niemand heeft lust
In myn soet wesen. Moet ik dan,
Zonder man,
So myn jeugt
Gaan volenden
En gaan wenden Ga naar voetnoot+
Zonder blydtschap ofte vreugt?
2.
Ik weet voorwaar niet waar ‘t aan schort,
Dat ick niet gevryt en wordt!
Ben ik niet volmaakt van leen Ga naar voetnoot+
En seer minnelyk van reen, Ga naar voetnoot+
Zoet van praat,,
En seer lieffelyk van gelaat?
Zeer aangenaam ben ik van gank,
Van Lichaam blanck,
Gelyck een Lely hups en schoon
Staan ik ten toon
In myn deur,
Hele dage,
Met veel klage,
En verwagt een Serviteur.
3.
Ik heb twee oogen als een get, Ga naar voetnoot+
Wel, wat mag ‘t zyn dat myn let?
Datter niemant komt by myn,
Daar ik leef in zulken pyn
Dat ik schier,,
Geheel verbrand door ‘t minnevier.
Ik heb goud geel gekrult haar,
| |
[pagina 45]
| |
Een stemme klaar,
Gelyck ‘t Nachtegaeltje zoet,
Lipjes root
Als koraal, Ga naar voetnoot+
Witte Tande,
Blanke handen
Die vercieren ‘t altemaal,
4.
En een hals gelyck een Swaan.
Ziet myn hooft eens swierig staan,
Met veel stricke gepalleert, Ga naar voetnoot+
Twee pandanten draag ik weert, Ga naar voetnoot+
Fyn van gout,,
Ag, ag, waar ik maar getrout!
Want myn jaren gaan vast heen,
Ik word niet gevreen,
Waar door ik word schier disperaat:
Myn gelaat
Wyst ‘t uyt
- Jonge gasten,
Wilt toe tasten -
Dat ick graag sou zyn de Bruyd.
5.
Wat ik vry of wat ik streel,
Mynen maagdom die blyft heel
En ik blyf in swaar getreur.
Ick breng heele nagten deur
In veel klagt,,
Want myn pyn word niet versagt.
Daarom kleyn Kupidootje zoet,
Komt metter spoed,
En wilt myn helpe aan een man,
Want ik kan
Langer niet
Meer verdrage
Dese Plage,
Daarom help myn uyt verdriet.
6.
Wat ik zugt, of wat ick klaagh,
‘t Is voor myn gelyk een plaagh,
| |
[pagina 46]
| |
Niemant ziet na myn eens om;
Want myn fiere Magedom
Valt myn swaar,,
Want ik ben al agtien jaar.
Daarom soo komt - ‘t is meer dan tyd -
Jonckman, met vlijd,
Of anders moet ick door de min,
Schoon Vrindin,
Sterven de dood,
Sonder ontfange
Met verlange
Eenen Jonkman in myn schoot.
|