Thirsis Minnewit. Deel 1
(2012)–Anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
Stemme: Cicilia1.
Hoe wonder zijn de wercken
Hier in des werelts gront; Ga naar voetnoot+
‘t Is waart om aan te mercken
Hoe dat het draayt in ‘t ront:
Hoe dat de jonge luyde
Haar voege by malkaar.
Men weet wat sal ‘t beduyde:
De twee dat maakt een paar.
Het mag met recht geschieden,
Men kan ‘t haar niet verbieden,
Als sy te samen treeden
In ‘t wettigh trouw verbont.
Ick gun haar liefd’ en vreede,
Dat Godt haar spaart gesont.
2.
Nu wijl ons met gezellen Ga naar voetnoot+
Oock treden in die staat,
Ick moet het uw vertellen
Hoe ‘t onse vrindt al gaat:
Hy sal terstont gaan trouwen,
Men maakt daar groote Feest;
Stracks sal men Bruyloft houwen,
En vrolijck zijn van geest.
Siet daar, daar gaat hij heene:
Hoe magh dat Meysje weene,
Dat sy met soo een quantje,
| |
[pagina 28]
| |
Sal trouwe voor de Stoel. Ga naar voetnoot+
O Neen, mijn lieve mantje: Ga naar voetnoot+
Sy is niet eens soo koel. Ga naar voetnoot+
3.
Kunt gy sijn huys niet vinde,
Hy heeft mijn stracks genoot
Dat ik, met al de Vrinde,
Sou nuttige van sijn broot Ga naar voetnoot+
En oock een roemer drincke
Van de alderbeste wijn.
Ick weet daar sullen Vincke
En andere Vogels zijn,
Met wel gezette kappe,
Die aardig kunne klappe:
Mijn dunckt, ik hoorse singe,
Met een soo soet geluyt.
‘t Zijn eeve sulke dinge,
Gelijk als onze Bruyt. Ga naar voetnoot+
4.
Die daer met ons Couzijntje Ga naar voetnoot+
Komt treeden op den zaal,
Zijt welkom, mijn Nigt Trijntje,
Zijt welkom altemaal. Ga naar voetnoot+
Komt, schenckt mijn nu een roemer
Van d’alderbeste Wijn.
Hoe staat hier dese droomer?
Men moet hier vrolijck zijn.
Siet daer, dat smeert het keeltje,
Dan sing ick als een veeltje. Ga naar voetnoot+
Avoes! Ga naar voetnoot+ Ick brengt uw reysje: Ga naar voetnoot+
Men moet hier vrolijck zijn.
Kom, Ga naar voetnoot+ drinck eens met uw meysje
En singt dan eens met mijn.
| |
[pagina 29]
| |
5.
Komt hier nu, Speelnootjes,
Speelt hier een vrolijck spel.
De Meysjes op uw schootjes!
Dat gaat te wonder wel.
Dan nog een glas gedroncken
Ter eere van de Bruyt.
Daar wort het vol geschoncken,
Kom, drinckt het nog eens uyt.
Hoe staat gy dus te gaapen?
De Jongeluy die slaapen.
Wy wille nog niet scheyde,
Het is nog tijts genoeg;
Wy wille nog wat beyde
Tot aan den morge vroegh. Ga naar voetnoot+
6.
Mijn dunkt, het is nog ‘t beste Ga naar voetnoot+
Dat ieder gaat na huys:
Ik seg adieu voor ‘t leste, Ga naar voetnoot+
Elck brengt sijn liefje thuys.
Ik danck u altesamen
Voor de eer die mijn geschiet. Ga naar voetnoot+
Het is myn aengenaame,
De vreught die ik geniet.
Wy wille hier wat borge, Ga naar voetnoot+
Tot aan den dagh van morge,
En daar mee hebjet leste:
Vergeeft myn stoutigheydt,
En houdt het mijn ten beste, Ga naar voetnoot+
Al wat ick heb geseydt.
|
|