| |
| |
| |
Henning H. Bergsvåg
Dochter
1
Het regent niet meer. Vrijdagnacht,
00.32 uur. In het transparante universum.
Het besluit om de spiegel te verplaatsen is al
genomen. Door een gat in de dakgoot slaat de regen
op de rand van het balkon. De nacht is een gouden stad.
Geen uitweg was een weg naar buiten. Beschadigd, lelijk,
mijn hand. Een wond belooft
| |
2
die ons zullen overgroeien. Ik verzamel woorden.
Transparantie: het is belangrijk om niet herinnerd te worden.
Er is ook iemand anders, die
schaduwen verzamelt. Die zich terugtrekt.
Alles wat je over je hand moet weten. Omtrek.
Oppervlakten, vormen. Negatieve oppervlakten.
Negatieve vaardigheden. Ik hoor de stem in
mijn hoofd zonder dat ik het ben: de dochter komt
van dichtbij, van ver weg. 's Nachts zit zij
met een schaar aan de keukentafel en maakt haar
eigen puzzels. Een dwang, proberen om de
| |
| |
| |
3
naar het tafelblad. Ze kan zeggen: ik hoor mijn vaders
lach achter het huis, in de berg bladeren
krioelt het al van de beestjes, roze maden ademen met hun
hele lichaam. Ik zie een glimp van een zware hommel
die eruit kruipt, nat van de regen. Lukt het hem weg te vliegen,
de heldere lucht in? De kaart groter maken, het verlies beperken
tot Newfoundland. Mijn dood, vader, is een
flexibel huis, zonder muren of dak, sluiers of
| |
4
die golven, met uitzicht op een rivier en een stad
dichtbij. De wereld speelt zich af in de verte.
Je aantekeningen van het radarstation. Dat deze
wereld een weergave zou zijn,
een voorstelling die het brein afspeelt. Een
realistische film, gestuurd door de grote tolk.
Ik bedien de telescopen: interstellaire
luistersystemen zoeken in het geruis uit het heelal
naar boodschappen. We duiden de ruissignalen.
Search for Extra-Terrestrial Intelligence. Waar
luisteren we naar? Hoe herkennen we
een signaal? We luisteren ook naar de woorden op
het schrijfblok. De kleine Therese is
| |
| |
| |
5
zo weinig. Wat is de functie van een ster? Waar was
je, vader? Werd je gevangen? Droeg iemand je
naar huis? Was je rusteloos, thuis? Ik moet
je handpalmen voelen, de korsten en wonden.
Moet je hand vasthouden, groeven vol aarde, olie.
Hard, krom, na de eerste spade. Deze woorden
zijn niet de mijne. Ik schrijf: het huis gebeurt.
Woorden kunnen niet spreken, een mens kan
| |
6
met zijn tong regendruppels vangen. Wanneer ik
de woordenstroom in mijn hoofd probeer te stoppen, kom ik een
parasiet tegen die met al zijn krachten vecht
voor zijn bestaan. Vanavond gebeurt
een huis. Een meisje rent rond in de tuin,
| |
7
in mijn gezicht. Rottend kankerweefsel stinkt
vreselijk. Onmogelijkheid in het meisje, het huis. Jij bent hier.
Losgerukt. Taalvacuüm. Geen golven,
geen zee. Een hervat lichaam. De explosie:
Ik zag de zwartgeklede vrouw tot geluid en
bloed worden. Ik zou je dit willen toefluisteren, als luchtige
dood. Sluit me op binnenin taal,
| |
| |
| |
8
een nieuw leven. Kies de kant van de natuur, Nemesis,
verdelg de parasieten. Sla hun hersens
in. Breek met de machines. Ervaar de vreugde
over de dood van een mens. Neem je adem over.
Een ingang tot je bloedbaan, holster.
Koevoet. Naakt lijf. Bevroren tong.
De taal zelf gaat door met murmelen
| |
9
in de ruimte die mijn lichaam innam.
Op het erf leunt een hooivork tegen
de tractor. De kat heeft een afgescheurd
ooglid, maar het oog blijft knipperen.
Tot de kalender een foto van april wordt,
de sneeuw weer de grond in trekt en
een op de grond gewaaid dartbord onthult. Het vocht
heeft het bord gebogen, vanuit het midden,
maar de bullseye is nog zichtbaar en rood, diep
in het uitgesleten, middelste putje. Ik zie het gezicht
waarmee ik geboren ben. Een nieuw, nog onbekend zintuig
tevoorschijn schrijven? De boten bewegen langzaam
over de fjord, met de zon mee. Ze lijken
| |
| |
| |
10
in hun eigen schaduwen. De zee is dit jaar
niet bevroren. In de mist draait een rotjoch
met een stok aan het wiel van een
kapotte driewieler. Ik denk dat ik op
de trap een sigaret ga roken. De lucht: myriaden atomen, wijd
open, zichtbaar. De mist van Laksevåg. Wordt tot
transparante taal. Een ingegroeide coulisse.
te krijgen. Teletekst: ‘Noord-Korea onderneemt
De boom is een afspiegeling,
| |
11
het huis, thuis. Kijk bij mijn
kinderkamer naar binnen. Hij die ik was,
ligt op bed en fluistert: De planeet waarop we wonen
heeft miljarden sneeuwvlokken, vis, kevers en jouw hart.
Duizend gistcellen in iedere gram aarde, zichtbaar
voor duizend muggensoorten. Honderd miljoen mijten
liggen als een korst in iedere ton. Hij strekt
zijn hand uit, zegt: Je bent nooit verder
weg geweest. Een onbewaakt observatorium
| |
12
waakt over de hemel. Ik verdwijn
niet. Beginnen te zeggen:
Ik hou van je. Een klein meisje
in het pak van haar vader, de gele bussen.
|
|