De tempel der zanggodinnen(1750)–Anoniem Tempel der zanggodinnen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan Leliana Vois: Mamere. MYn hart, gelyk met schroeven Geknelt, Wat pyn, wat ramp, ô droeve? Maakt myn Minnaar dus ontstelt? Een Noorder buy, met felle vlagen, Komt myn ziel met schipbreuk plagen, Wyl dat ik rust in 't rooze velt. Myn zon die wert verduystert, Haar glans, Is voor my weg gekluystert: Wat hoop, wat troost? hier scheint geen kans, Om die nevel op te klaren, 'k Zal door de wreede golven varen, Tot dat zy blinkt weer aan haar trans. Ha! Lelia, myn Engel, Sints dat Ik aan uw zoeten hengel, Dat minne hoekje heb gevat. [pagina 54] [p. 54] Komt de vlam myn hart aanranden, Dus moet ik als een Etna branden, In 't midden van een strooment nat. 't Is my dus niet te leven Godin, 'k Moet my den dootsteek geven, Indien ik langer derf uw min: Maar, wyl uw tedre hart, myn bressen, Door uwe wedermin, wil lessen, Zoo leef, of sterf ik na uw zin. Vorige Volgende