Raadsel.
't WAs van ouds een leersame en geen onvermakelijke wijse van schrijven door raadsels en gelijkenissen iets bedektelijk te kennen te geven, op dat het verstand, na de uitlegging vorssende, met een aangename kitteling van geest, de waarheid der sake soo veel te klaarder en krachtiger soude bespeuren. Volgende dan soo nutten spoor en voorgang, vertoont men u alhier een groot Dobbelaar, die sonder steenen Va touti speelt, en alles op den teirling set. Hy geeft sich uyt voor een Negotiant, hoewel hy solders noch pakhuisen beleyt, alsoo sijne Koopmanschappen geen plaats beslaan. 't Is een Leerling, die, soo dra hy sijn voet op 't School set, meent een groot meester in de kunst te zijn. Wanneer sijne poddehaaren uitbotten, word hy straks voor meerderjarig erkent, verhandelende, dikmaals met geringe, ja sonder middelen, meer tonnen gouds als veele voorname Kooplieden te samen. De Comtoir Almanak is sijn Memoriaal, Journaal, Kas- Bank- en Grootboek. Terwijl een ander kermt wegens de sware lasten, verheugt hy sich over sijne voorrechten, als de eenigste onder alle Kooplieden, die, onbekommert voor Admodiateur en boomwachters, porto franco negotieert; betalende anders geen ongelden als makelaardyloon, en den honig van vry lag aan sijne hommels. Alomme heeft hy sijne Postillons en Bespieders, waar van de laatste getrouwelijk meineedig zijn, en hem alles verkondigen, soo se maar mild beloont worden, of deel in den handel hebben. Dus tracht hy naar sijn vermogen te doorsnuffelen de geheimenissen van Staat, omse na sijn belangen openbaar te maken, en daar mêe te speelen soo 't hem goeddunkt. 't Is evenaleens of hy met een helm geboren was, want hy siet somwylen batailles te water en te lande, in de lucht; ook verschynen hem, in den duister, Lijkstaatsien van Koningen en Vorsten die dikwils twintig jaaren daar na noch in levenden lijve zijn. Hy staat naar niemands onheil, noch verlangt na quade tydingen, dan als hy
'er voordeel uit te gemoet siet. 't Is een gaauwe flink, van alle markten weergekomen; als 'er nieuwe Stoffen ontbreeken, weet hyse self, met wonderlijke bloemen en kleuren, aardig te fabryken: hebbende sijne Factoors diese voor een geringe Provisie aan den man brengen. Een liefhebber is hy van Blaauwe boekjes; maar sodanigen doodvyand van Middelen en Motiven die sijnen handel met een Impost of scherp verbod dreigen, dat hy de maker daar van uitkrijt voor een perturbateur van de gemeene rust; en een pest van de Commercie. Al sijn welsprekentheid bestaat in Rodomontades, en in 't breed opgeven van sijne ingebeelde winsten', die hy steeds met de langste maat uitmeet, contrary sommige Winkeliers, die uyt snode baatsucht korte ellen gebruiken. Waar hy komt, 't zy in de kroeg, of te gast zijnde, selfs in de Kerk, spreekt hy niet als van sijnen handel; dan wed hy tien tegen een dat de Koning van Engeland het Parlement haast sal doen sitten, en dat de Keyserin van een Soon swanger gaat; dan weder het tegendeel, na dat het hem in sijn kraam te pas komt, of in sijne verwarde sinnen schiet. 't Is een Negotiant die sich dagelijks uitmergelt, tot den lesten quadrantpenning, op een ydele hoop dat hem de Fortuin eenmaal dienen mogte. Hy is licht van vertrouwen; die in andere handelingen uit heeft, werd in dit befaamde Collegie noch met open armen ontfangen, en vind credit buiten verwagting. Hy leent veeltijds het oor aan de geene die hem verraden, en laat sich de oogen uitpikken van kraayen die hy heeft groot gemaakt. Men sou seggen dat hy een geboren Laplander was, dewyl hy de Windhandel niet alleen self oeffent, maar ook aan anderen in verscheide Koopmanschappen, soo van Peper, Traan, Baarden en anders, onderwijst. 't Is mede een Assuradeur, die voor een geringe Premie op Oost en West tekent, en in de schade gehouden is, schoon de versekerde geen gevaar heeft gelopen. Hy heeft een heete lever, en is goed voor de Consumtie, 't sy het geluk
hem mee of tegenloopt, om dat een Soppige peer of glas van den Ouden hond op de winst staan mag, en de schade van 't hert set. Confectio Hamech, Antimony en Coloquint sijn voor hem ondienstige medicijuen, vermits de krachten daar van in sijne dagelijkse negotie steeken. Hy is Armiaans, geen beminner van Prins Maurits, maar wel van Prins Fredrik Henrik, die hy in sijn hart lief heeft als hy koper is. Hy rekent een soort van broederschap met de Grooten, om dat sijne handel en waaren met die van de Hovelingen overeenkomen. Naar sijne hoogdravende gedachten, regeert hy Koningen en Princen, en waant dat die hunne aanslagen moeten staken of uytvoeren in gevolge van sijn hoog politik begrip. 't Is een groot Jagermeester, die veel Brakken en Windhonden de kost geeft, alhoewel sijne warande en wildernissen geen morgen lands begrijpen. Men siet hem als een stoutmoedig Veltheer met Regimenten en Legioenen ten strijde trekken, en echter verslaat hy sijne wederpartije, als Samson de Philistijnen, met een ezels kinnebakken; ten waare dat hy onder een ongelukkige Planeet geboren sijnde, met al sijne krijgsmacht en hulptroepen van bontgenoten, op de vlucht gedreven, en genoodsaakt wierd het lijf te bergen binnen de wijtvermaarde sterkten van Cuilenburg of Vianen. 't Is een Alchymist, die, terwijl hy na de Lapis Philosophorum soekt, de distilleerglasen menigmaal onverwagt siet aan stukken springen. Sijn wapen is een Jongetje op schaatsen, dat uit een mosselschulpje bellen blaast, staande op een veld van ys, Uit den timber van den helm verheft zich de Royall oak of de Koninklijke Eikeboom, en twee Camelioenen sijn de tenants. Hy is een verkeerde Narcissus en schrikt voor sijn eigen gedaante, gelijk een aap, die de afschouwelijkheid sijner gestalte siende, den spiegel aan stukken breekt.
Raadt wat het is.
Gedrukt in den Jaare 1720.