| |
| |
| |
Papegaay of actie-kaartklap, tot Verklaaringe van de actie-speelkaart, genaamd Aprilkaart, of Kaartspel van Momus, naar de nieuwste Mode.
Voorreeden.
MEssieurs, Dames, Lords, Ladies, Heeren en Juffers, Vrolykaarts en opwekbare Suffers, diend voor algemeen bericht en tot opheldering, dat wy in dese 52 kaarten, of volkome kaartspel, de voorrang geven aan het Quartier van HARTEN, zinspoelende en aanvang nemende met de Missisipise Actiehandel.
De RUITEN doen zich in't eerst op met de Actien van de West-Indische Compagnie; dese twee roode speel-quartieren in onse plaat (als die voor een tafereel ondoorgesnede gebruikt word) staan achter malkanderen, haar aanvang nemende met de zo genaamde ontdekking der beloofde goude Actie bergen of mynen, en eindigende met de Raadsel-Actie door Sanson met de Leeuw verbeeld: nu volgen de twee swarte quartieren, als eerstelyk
KLAVEREN, pronkende voor aan met de Zuidzee kassige Actie Kassier Mr. Knicht, en het verzonnen Ofirs goud; welke goudkust de grondslag was van dese Actie Algemistery, en eindelyk.
SCHOPPEN, haar oorspong nemende met de Nederlandse Actie-handel, of klyne zogenaamde Bubbels, hier geven wy, om de koddige toepassing op de Schoppen, de eer en de voorrang aan de stichtelyke Vaartgravers; de eerste Bubbel batavier zal ook van 't zyne niet misgedeeld worden. Klaveren en Schoppen dan te zamen genomen beginnen met de Ryke Ofirse gouwe tor op een letter na tori; en eindigen met de arme, doch vergenoegde en aldus schatryke opkorter, of actie vuilnis wegschopper, of schoffelaar.
Noch hebben wy de Roode quartieren Harten en Ruiten de voorrang gegeven; om de zinspeeling van het, van ouds zo zenaamde, roode goud; en de zwarte, als Klaveren en Schoppen (die anders in 't natuurlyke juist die verw niet bebben) verbeelden, of konnen verbeelden de rouw, of droefbeid, die het einde van dit spel is.
Dech liefhebbers om u lieden niet te laten in die droefheid, raad ik u met deze kaart te speelen waar zo meenig een schoonen troef leid.
Let wel; ieder Kaart heeft zyn beduiding op zyn Caracter (stands persoon) of op zyn getal, gelyk de Heer, Vrouw, Knecht, worden verklaard na haar staat en conditie: in de getallen zinspeelen wy op elks hoeveelheid, by voorbeeld in de harte 10, 0, of nul ik houw een, nul achter de een gesteld is dan 10; in de harte 9, boevekloks uur 9 uuren 's avonds, en zo voort, nu volgen de ontvouwingen van elke kaart bezonder; welke van kaart tot kaart als een aaneengeschakelde reden vervolgens gelezen te samen aan een hangen. Het wyst ook genoegzaam van zelf, dat men met deze Kaarten speelen kan, voor die slechts leezen konnen; want, by elk staat zyn naam, of getal, als Heer, Vrouw, Knecht, en voorts de Nommers 10, 9, 8, enz: betekenen, by voorbeeld, Harten (of een andere) Heer, Vrouw, Knecht, Tien enz:, by ieder Aas staat het woord Aas. Wy beginnen met Harten Heer.
| |
Hartenheer.
MR. Law, heerschappy gevoerd hebbende over de Harten der doorgaans onhartige Franse, ziet men het gordyn, opschuiven, waar achter verborgen was, en hier ontdekt word de quasi-goudmyngraavery, verbeeld door bergwerkersaan een hooge rots, op welks top een Steenbok, beduid trotse hovaardy en stoutmoedigheid, tot hachlyker ondernemingen, die op stank uitkome, Law vertreed zyn Lauwerkrans van glori, houd in de slinker hant een wintmolen, die stil staat, betekend de slinkse windactiehandel, die nu mede stil staat, en zyn rol uitgespeeld heeft; tot euvels en hartvanging hartzeer van
Harten Vrouw. Vrouw (zacht wat!) Mevrouw Law ontrollende een papiere Actie-ketel, zinspeelende op de Alchimistery, of Goudstookers, die doorgaans een stuiver kosten doen, om een duit te winnen; waaghalsen, ontdekkers van nieuwe Landen, hier mee vergeleeken: dit ziet meer op de dwaase Actionisten, als op Law, die dezelve, als een valse speelder, de oogen verblind, en hunne herssenen, om zo te spreeken, overgehaald heeft in de ketel der dwaasheid, hard aangestookt door 't vuur der blinde, en meer heete, als Lawe begeerlykheid. Dit word hartelyk bekrachtigd, door (Harte Knecht)
Harten Knecht of Boef. Steekt, meteen pook, tegen een hart aan, dat daar niet in kan dringen; als quansuis hard en voor alle scherp onquetsbaar; gelykenis genomen van zulke, die verdichten, zich door konst te konnen hard maaken; zinspeeld alhier op de hardnekkige, en onverzettelyke Actie-drift, als onquetsbaar door redelyke overtuigingen, en, zonder onderscheid, goed of quaad onderneemende; hy spreekt van de hoogste troef in 't spel, daar 't al zwicht voor de boef, is 't also genaamd Scharwenselen Gravias-spel enz: maar past kluchtig op 't oneigentlyk spel van oneerlyke boevestukken, daar eerlyke voorzwichten, en waar door de vruchten van haar trouw behartigde vlyt vereideld worden; dit word nader aangedrongen door een man, die een kind schynt geworden te zyn in (Harte Tien,)
Harten Tien. Blaasende een waterbel, die hier op nul uitkomt, en eindelyk in de lucht verdwynt: hy zegt nul ik hou een; de nul ontrold hem quansuis van 't papier, daar de een op blyft, zo heeft hy maar een tiende part van zyn gewaagd geld behouwen: dit zinnebeeld past ook op zulke Actionisten, die in commissie voor andere, in geval van winst, zulks voor haar houden, en nul of niet, aan haar meesters overleeveren, of ook op andere, die te veel voor haar by slot van rekening behouden; eindlyk op ontrouwe Directeurs, die loos en duister allarm maaken, gelyk (Harte 9.)
Harten Negen. De boeve-kloktrekker, ten negen uuren 's avonds met al zyn mede-boeven, schachers, beginnende, en schofts gewys, byna drie schoft aanhoudende, de lyn, (alhier het boeve kloktouw genaamd) door haar geweldig dryven of dwingen aan stukken trekken: de Actien hangen aan het klokzeel, die ze evenwel daar aan niet wilden gehangen hebben. Hy valt op zyn gat, dit zegt men van handelingen die ten verderf of te niet loopen. 't Meeste Actie-werk spreek van breuk, dat is bankrot, groot gat, is diergelyke, of zwaare schulden te maaken, voor eerst onbetaalbaar, ten waare zy aantroffen iemand als (Harte 8.)
Harten Acht. Een Scharcher, of Snees, daarom alhier op zyn Sinees gekleed, met ravensklaawen na zich haalende acht ten honderd, op beleening van papiere soldertjes (verstâ Actien) dubbele interest, waar door de Vos of loosaard, met valse belofte, zyn geldkist verkracht; door krachtige eedzweeringen van eerlyk te voldoen; dus volgens't oude zeggen, zo een loosaard heeft geen nood, die een gierigaard aantreft; zyn aap gooit acht, met dobbelsteenen; dat is, hy vlyt zig door zyn verkeerde beeftachtige gaauwheid, dat het lot hem zulks toeleid; doch zyn gissing maakt missing: wie zou denken, zegt hy, dat men scha zou leiden aan Zuid Zee-Acties tegen 400 te beleenen, als ze 1000 waard zyn? lugtschermery! ontrent gelyk (Harte 7.)
Harten Zeven. De Starnar in zyn Aaperok tussen 8 en 6, zyn twee confraters aapen, ziet by klaaren dag na de Zevenstar, om die te schieten; maar niet treffende en zyn star (als men zegt) verschietende, loopt hy met de star: de Zevenstar (waar in is 't Gestarnte de groote Beer) beduid hem en andere, hoe groote en plompe beeren al getuimeld zyn; ja ook de wagen, die eigentlyk de Zevenstar in 't Noorden uitmaakt, is genoeg te verstaan, op het wagen der Windhandel, by de noorder zon verhuisen doende zodanige, die als hasewinden, op haar loeren, alleen de lucht in de neus gekreegen door 't aanbrengen der brakken of beunhaasen en kakelaars, die luchtschat, of droomrykdom mede voeren, en de eigentlyke haas, dat is haar gewoone goede handel van voordeel verzuimen; te hoog opziende in groote verwaanheid en wat voor haar voeten, of genaakbaar is, daar over struikelende, geen overslag of balans maakende, als (Harte zes)
Harten Zes. Een gemeen manspersoon, Vettewaarier, Commenyhouder of Drogastery-man, afkomstig van de doorluchtige eerwaarde Vader Jeremias, uit de Servetsteeg; draagt ook zyn servet veur: nu deze quant met zyn onçer in de hand, gelykt wel een man verstand; maakt balans van de kans, weegende en overweegende, wat zwaarder is de Goud-beurs, of de Actie schat, op een miljoen ten
| |
| |
minsten geschat; volgens Commeny-gewicht, verstâ Actie Compagnie waardy: een aap houd de balans, want alles wierd maar na-geaapt, zo als de schynwyse voor-aapten. Veele, zegt hy, zullen naar 't Aapenland, (Oostindien) de Linie of Lucht-streek passeeren, daar de Batavies-vaarders tweemaal verby moeten, en 'er dikwils een slag van krygen; boven de zelve Linie gaat de Zon (voor die zulks niet weet, ja ook die 't weet en bevind) ten zes uuren op en onder jaar in jaar uit; waar uit men de beste balans kan maaken, hoewel de Oostindise vaart haare zee beploegers zo wynig, als de Acties-narren leerd balanceeren? maar eer haar verstands kas van droogte doet splyten; en haar vyfzinnen alle drie laat houden nochtans overtreffende (Harte vyf)
Harten Vyf. De man van verstand, te weeten blos, en van vyf zinnen uitverkoft. Hy voerd de vlag met de Griekse A, (het teken van zeker vermaard Gekken-huis) en wyst waar't hem scheeld, dan heeft hy noch eenigzins des zelfs kennis behouden; dat is al een wyze gek, hy draagt de oogen in of aan de hand en kykt door de gaten; nog heeft hy in zyn vyfhoek de Quintessencieder vyf zinnen, als 't oog, de neus, een oor, hand, en de mond, als de uit wendige zinnen tot een uithangbord; schoon in zyn winkel wynig te koop is; die herssenen kan hy niet laaten uitschilderen; want zy zyn van huis, hy heeft ze verkoft, en veel papier geld, en Actie rykdom daar by overgewonnen: en nu aan de grond geraakt, wenscht hy zyn vyf zinnen weerom te roepen; doch ze zyn doof; zo lang hy de spreek horen van geduld mist, en die gevonden hebbende, zal de reeden naar hem luisteren en zyn vyf zinnen weerom roepen, mits hy zich niet aanstelle zo los als 't volgende (Harte vier)
Harten vier. Geluk kig jongelingetje van Schevelingen; het gelukt u altyd zo niet, als die geluk kige onwerwetse gek, die zyn ring in 't water wierp, welke hy zich halfkwyt achte; en nochtans door een vis ingeslokt, hem in die zelve vis, onverwacht, weer op zyn tafel quam: zo onzeker werpt deze zyn geld inde Zuyd of West Zee-Actie afgrond, en dobbeld tegen twaalf oogen; op hoop dat hy een der beide dobbelsteenen in twee stukken vallende, dertien goojen zal, dit is een staalje, van één onder millioenen, van een verspillende losbol: dit ziet ook op Actionisten, die met geld by de vis (als men zeid) de Actien koften en ontfingen en also vierkant uit de hand weder met maatige winst verkoften; zonder veel omstandige listen: deese waren noch de eerlykste onder de hoop om malkander str.... voor baakelaar te geeven, dat geleek nog naar een goed hart: maar zie nu eens met aandacht op (Harte Drie)
Harten 3. Een gelukkige Vrek, niet goed rond goed Zeeuws, want hy durft 'er geen glas wyn van neemen, of 't moest met lift gekaapt wesen: hy bezit, of liever hem bezit groote rykdom en hy is altoos zo behoeftig, en gelyk een driehoek geen ronde kring volmaakt, zo is hy noit voldaan, maar zyn begeerte doorsnyd zyn holle darmen, om te herwinnen zo hy iets mogt verlooren hebben, en vergiftigd zyn verstand of deugd, even als de driehoekige, en nooit anders als driekantig verbryzelbaare vergiften, als rottekruit enz:, die het ingewand met haar scherpe puntjes doorgrieven. Deze bol is nooit vol of dronken, ten zy hem voor niet geschonken werd vin donné, dit schynt iets goeds; doch spruit uit quaad, dat wel haast boven komt, in geval van milde schenkagie: maar wat doet hy by 't Actie-spel? gewis om een kykje, en uit winzucht; doch hy word door de vrees zo gepynigd, dat hy, zyn warnars pot begraven houdende, met zyn rechter voet die pot nog meer toedekt, en met aarde aanstuuwd; en zo is zyn waandeugd ook dubbelhartig daar in evenaarende met (Harte twee)
Harten Twee. De Bubbelhartige, dat is zyn hart op Bubbels of windhandel stellende, is dubbelhartig, en die verdubbeling, tot in het oneindige verdubbeld: hy draagd met zyn rechterhand vuur, koud vuur, dat is doodelyke harstogt (om by de harte te blyven) en aan zyn slinker, een brand emmertje met twee harten, in 't water dryvende; dat beduid dubbelhartigheid: het woord bubbels komt uit Engeland, betekend gelyk men hier zou kunnen letterkaauwen, bobbels, windgezwellen; blaaren hier mede niet ongelyk; also moet menig Actionist die zyn g... gebrand heeft op de blaaren zitten. Het woord bobbels, nooit te vooren hier in zwang te gaan, past eigentlyk op zulke wind of lucht handel, als bedreeven word in zaaken te verkoopen, die men nog niet in eigendom heeft, noch weet, te zullen konnen krygen; zo dubbelhartig, dat men koopt en verkoopt, om de leus en boeve-jagt te maaken; gelyk de quakzalvers, die looze klanten uitzenden, om in schyn haar prullen te koopen, Mundus vult decipi speelende; en ontfangen zo haar eige lok aas: hier na sluiten wy 't eerste quartier met (Harten Aas)
Harten Aas. Dit is 't mooyste, doch met-een by veele het onverstaanbaarste stukje van de heele kaart, Zinspeeld op zulke, die, als een hengelaar, met een uitgerekt leerelaps geduld, van de Opperbaasen der Actie-compagnien of Directeuren uit vrindschap Actien zogten, toen men ze nog met groote winst kon verplakken; maar abuis! daar moest Aas alias duimkruid zyn, om ze also uit haar handen te krygen: men lietse inschryven op eigen naam; mits de bewindsmannen, eer men ze kreeg de helft of meer daar van op haar naamlatende transporteeren; die dit niet raaden kon, wierd Sireenen of meerminnen zang voorgezongen, dat is politique, om geen valse beloste te zeggen, op de mouw gebonden: zie de figuur, hy zal de meer-min met aas (een stuk geld) ophaalen en aan zyn snoer krygen: zyn slang met de staart in de bek betekend, dat het begin der Actie-handel het end opvreet, en onzichtbaar zig zelf verteerd; nader op te helderen (also wy van de harten nu uitverkoft zyn) door (Ruiten Heer)
| |
Ruiten heer.
GEen grooter Ruiten-heeren, als Glaasen-maakers baasen, also die heerssen over heele scheepsladingen van Ruiten. Zy schutten, daar door, de winden; also ook dese Heer; want gelyk oprechte, en deftige luiden by een vierkant in den haak vergeleeken worden, zo voeren dese het zinnebeeld van een oprechte (ik durf hem om redenen van staat niet erger noemen) hebbende in zyn regter hand, om in alle geval rechts te schynen, een ruitige glasenraam, zynde een vierkant uit den haak, waar mee hy schut (gelyk ook met zyn kraamschut, met glasen) het geblaas van twe kinderen hoofden, die hier de zuide en weste winden betekenen; hy beschut zich aldus wel tegen de windhandel-stormen van de zuid en de west; maar 't is in 't verdriet; want door het glasloot snuyft de wind heen, en stopt hy het glase gestel met houte luiken, zo beneemd hy zyn uitzicht naar het draajen der winden: zo waren de Actionisten doorgaans gehouwen of geslagen: Zyn snydiamant zinspeeld op die geen, die 't meest van 't hunne verlooren hebbende, noch wat gereede middelen bek nopt konnen achterbaks houden; dus blok en byl behoudende, te zamen met zyn (Ruite vrouw)
Ruiten Vrou. Aan den oven Glasblaasende, zo zyn veele vrouwen in de Actie-handel, (als gemeenlyk altoos) aanblaasters geweest van dese brosse handel, als nieuwsgierig naar ongehoorde gevallen, daar hoop van winst in steekt: het fyne glas is ook aangenaam voor 't gezicht, men slypt'er schynschoone Diamanten van, die by de kaars en op de Schouwburg het gezicht byna zo wel streelen, als de fyne: maar de valse zyn het barsten der blaas-ovens onderwurpen: daar leid dan de heele sante-kraam, als'er maar een haartje in de smeltkroes is: men ziet hier de oven barsten, en glase Actien daar uit vliegen, 't sterk blasen, of snoeven der Actionisten heeft ook meenig zoodanig een pot te vuur, en der zelver stookers doen springen: dese vrouw hout een Ruitige spiegel, om alles uit den haak te verbeelden, in haar slinkerhand, als een slinkse actie betekenende. Het
| |
| |
volgende bootsje zal het Acte-werk nader toetsen, te weeten (Ruite Knecht)
Ruiten knecht. Neemt de proef van de bestendigheid en glorie der Actien, door een brandglas met een Ruitig omzetsel; en gelyk men Papier aan de Zon, door tussenkomst van een brandglas, in brand kan steeken; zo verganglyk is ook de Actie-handel, die de toets van zuivere straalen van eer en deugd niet kan uitstaan, of ook by 't licht der natuurlyke Zonnestraalen niet mogt te voorschyn komen; waarom dese handel by nacht bedreeven wierd: dit zal een glasemakers knecht zyn, een brakje met hangende ooren; in weerwil van zo veel styloorige actie quanten, die, tegen reden, dese dolle koopmanschap goed keurden. Dese man, als beunhaasende in zyn ambacht, heeft beeter zyn rekening by 't gerinkelrooy in Quincampoix gevonden: hy zeid, tot spot der Actien, dat Law, ras heet, tot as in geworden; te weeten de handel van Law, die in Neerland eerst voor Laaw gehouden wierd, ras door dolle drift heet, en iverig, of door letter-keer vierig geworden, haast (gelyk vier) tot as en tot niet is verdweenen: 't moest noodwendig volgen; want (Ruiten 10.)
Ruiten Tien. Zegt ons, dat van 10 maal 10 pas een Actie compagnie zuiver behandeld is; gelyk van zo veel eedle steenen, of zelf onder zo meenige gesleepen Diamantruitjes of hoekige figuuren, qualyk één volkomen helder en zuiver is; de trouring komt althans hier in den ontrouwen handel niet pas; men koopt, zegt hy, geen eedle steen by de tast nog by nacht; dat is, men doet geenerly eedele en zuivere koopmanschap by de gis, of om elkander te verrassen, noch by nacht, dat is, geen gat in de nacht te koopmanschappen, of ook niet zo bedekt, dat het niet voor den dag of openbaar zou durven bestaan mogen derhalven is de Actie handel (als contrabande waar) by Plutôs lamp, of door helse uitvinding voortgekomeu, uit het bryn van zo een als te kennen gegeeven word op de volgende brief van (Ruiten 9.)
Ruiten Negen. Zinspeeld, met het kegelspel, op zeker Heidens land, daar eertyds de grootste, of langste man Koning moest zyn. Hier hebje tot de Actie Koning, de grootste bedrieger en listigste byna-gochelkunstenaar: daar over klaagd dese; maar men kan met ontrent zo veel reden betichten de zulke, die de grootste in macht en rykdom van Actien, als slaaven van onder een volslaagen magtig Koning, de zelve omhelsden, om elk een veeg uit de pan te krygen: had niet alleen Law maar ook veele andere Hoofden, te lang, en ook onraadsaam om hier uit te schilderen, in 't begin gevallen, daar zouden zo veele klyne door de keegel kloten des tyds niet bolta keesje gespeeld hebben; maar 't is 'er mee gegaan, al daar de Koning struikeld, is vallen de mode; deze knevel schynt wat swak van gew richten en had noodig de lenden gesmeerd te worden door (Ruiten 8.)
Ruiten Acht. De achtbaarheid, een vermoogend en aanzienlyk Heer, contramineur van de nieuwe Actien van de west; en ook gevolglyk verfoeiende alle andere windhandel, die de achtbaarheid in 't licht staat-dier; dat is; die de groote personagien zodanig krenkt; dat zy, als schuuw, voor den dag treeden; gelyk men 'er in Vrankryk, Engeland en elders heeft: hy vertreed een vledermuis, daar door verfoejende de werken of Actien de duisternis; heeft aan zyn slinkerhand twee geldstukken, samen een Nommer acht verbeeldende; dit zegt, dat het geld wel een groote steun is voor de achtbaarheid, maar dat het de lager hand van de eer toekomt: daarom vertoond hy, tot bespotting in zyn rechterhand, de waarde der actien, die men andersins raadselachtig noemd, zo doet (Ruite 7.)
Ruiten 7. De Planeet Orakel: houdende in zyn rechter hand een planeetboek met de zeven Planeetcaracters verzegeld; gelyk voormaals de Orakels der verblinde heidenen waren dubbelzinnige bedrieglyke antwoorden, door gaauwe fielen vaardig uit de mouw geschud: waar uit de menschen altoos een verklaaring tot hun voordeel maakten, en die voor Godspraak hielden: en volgens de geloofstelling van de oude wyfze-winteravondse rederykkonst, was het de duivel die antwoorde: in laatere tyden (tot heden toe) zoeken de bygeloovige uit de Planeeten voorzeggings waarheden; als ook uit A. Magino, Nostradamus en andere, zo Alcoranse als Talmudse onfylbaarheden: Apropo! Planeeten noemd men (doch verkeerlyk) dwaalsterren; schoon elk zyn wech wel weet, maar dwaalsterren zyn de windmondelaars (om niet handelaars te zeggen) die afdwaalen van de goede koophandel, waar toe Mercurius, een der dwaalsterren haar de weg nochtans, (als men zegt) moet wysen; gelyk voor desen de paarden de weg der doolende Ridders wesen aan de volgende ongelukkige gek, (Ruiten 6.)
Ruiten Zes, Die (ô! wee) ja driemaal wee! zyn rytuig door de malle actien verlooron heeft: hy had ze laaten uitschilderen tot een gedachtenis; maar 't veroorzaakte hem zulk een na-rouw (want berouw kan men 't eigentlyk niet noemen, of't moest galgeberouw zyn) dat hy afbeeldsel hier uit zyn linker hand laat vallen, en uit zyn rechter het toom en gebit, dat een verstandig man nooit behoord los te laaten; want door het toom moet men de toomloose uitspoorigheden beteugelen, zie hier van in de comedie van Quincampoix of windhandelaars op de Schouburg vertoont, pag; (zo veel) daar een koetsier zyn heerschaps paarden wil; om dat zyn heer (zo hy hem in zyn troni verwyt) genootzaakt is die te verkoopen; zyn schat versmeeten hebbende in kromme cinquen, nader uytgedrukt by (Ruiten 5.)
Ruite Vyf. Kromme Cinquen, (betekenende naar de Letter, kromme vyven,) om dat de Nommer vyf de krom-haak-achterste cyferletter is: hy haald met een Nommer 5 (daar noch een weerhaakje daar onder aan is) geld en Actien na zich, en zulks met kromme cinquen, of valse passen,, al zou ik (zeid hy) myn Faam a la mode verminken,, men ziet vrouw Faam, in manne gewaad op krukken in 't verschiet: de modese Faam toond zig ook man moedig, om met kromme cinquen, geen krukkendans te ontzien: zy is mans-gewys gekleet; in plaats datmen ze in haar eenvoudige staat (byna als de waarheid doch niet volkomen) naakt schilderd; maar haar naaktheid zou thans, en vooral in 't Actie spel, afzienlyk zyn; om haar groote vlekken, zweeren, rimpels, etterbuilen, karbonkels, gezwellen, p..... en l..... (dit laatste luid te slordig, daarom raad het, leeser) waar van de vaarends lieden haar voornaamlyk haar moeten wachten; ha! welkom uit, en vaar wel naa zee, beste maat (Ruite 4)
Ruiten Vier. Met het Compas in de rechterhand, daar mede hy voornaamlyk praald, ten opzichte van noord en oost; luister als een vink: hier valt my iets kluchtigs in; hy voerd de vlag over noord en oost, hy praald'er mee, als met de twee beste gewesten, om dat in de Actien de West en de Zuid het hebben verbruid; daar anders in tegendeel, zuid als de middagstreek, en west als van ouds Ventus Favonius de gunstige wind genaamd, de voordeeligste voor kruiden en gewassen, en de aangenaamste zoomer-koelte aanbrengende; by Salomon hoog geacht geweest; zo is 't nu in desen heel verkeerd; de naamen van zuid en west zyn met een zwarte kool getekend, maar hier-en tegens praalen, kreeftsgewys die anderzins hooploose windkoopers, met noord alias de Noorder zon en oost of Ooster eeuwigheid, haar eenige uitvlugt, en ook veler tydelyke eeuwigheid; terwyl het'er nu zo niet opgeschept is om'er met een klomp goud als je hoofd van daan te komen, vooral, zo je niet wat klynodien, of grootwaardige kostelykheden in commissie mede krygt, daar je dan, om dat ze de gestelde prys niet kunnen opbrengen, in de naam van je principaalen, schaap aan blyft; dan gelykt men wel in zyn zotte inbeelding een soort van een (Ruiten 3.)
Ruiten Drie. Een Heraut, of Wapen-koning,
| |
| |
voerende drie wapen-schilden, als van Amsterdam, Haarlem, en Leiden; de drie eenigste voornaame steeden, die geen Actie-compagnien toegestaan hebben, al schoon'er noch maar al te veel van die contrabande windhandel uit andere steeden is komen overwaajen; dat raakt het wys beleid hunner respective Magistraaten niet, die het gemeen belang daar in voor hun eige betragt hebben; vry verder voor uit ziende, als hun stad groot is: want wat voordeel dese drie, en voornaamlyk de eerste (die ze alle wel zoude in de grond kunnen geboord hebben zo ze haar glorie aan de andere kant niet ontzien had) uit de compagnien zouden hebben konnen in haar eige zak steeken, kan men uit de minder en overige plaatsen afmeten Men siet hier Mercurius, de koop-voogd, een Actie smaadlyk vertreeden, en de Zee-baas Neptunus een Actie ziende, werpt verstoord zyn Vork of Zeestaf van commande uit zyn hand, betekenende, dat men nu op geen kooplieden ter zee mag staat maaken, wyl die haar eige magt en koophandels bewind, gelyk ook te land als uit de hand werpen, en wel politiqne brillen mogten zoeken, die haar worden aangeboden door (Ruiten 2.)
Ruiten Twee. Een brilleman, die met een marsje met brillen en vergrootglasen voor alle gezichten omwandeld; de uil en vleermuis betekenen de nagthandelaars en verblinde. Dese snaak gaat met brillen om, gelyk Diogenes eertyds met zyn lantaren en kaars, op de middag menschen zoekende: hy wil op gelyke wyse maar aan de praat komen, om het volk goede maniere en vernuft aan te preken, maar met de meeste zal hy even eens vaaren, als de brilleman, waar by een boer quam, die, onder 't beproeven, klaagde over de brillen; niet dat hy 'er niet door zien, maar niet door leezen kon, en gevraagd of hy wel leesen geleerd had, antwoorde, neen! zo kunnen de meeste mensen ook wel goede middelen hebben; maar of onbequaam of onwillig en te achteloos en onopmerkende zyn, om die wel te gebruiken; voor de onbequaame zullen alle middelen onnut zyn, maar voor de andere zyn gesleepe oogen raadsaam te koopen; dat is, scherpzinnige onderrechtingen, 't zy mondeling, schriftelyk, of voornaamlyk met goede voorgang, dat best onderwyst: de gesleepe oogen zinspeelen hier op de Ruiten, die men in diamanten slypt en ongesleepe brillen en vergrootglasen, die echter eenigzins bedrieglyk, of raadselachtig zyn als (Ruiten Aas.)
Ruiten Aas. Het Raadsel van Samson: ‘Aas, of spys ging uit van den eeter en zoetigheid van de sterke’ of na de letter van de grondtaal ‘eeten ging uit van den eeter en zoet van den zuuren of scherpen’ dit was een doode Leeuw door Samson leevend verscheurt als een sterk en verslindend eeter, en de zoetigheid, uit de zelve voortkomende, waren byen, welker honing de spys was, die van de honingbyen uit des Leeuwen lyf vliegende, en dus van de Leeuw voortquam. Dit raadsel konden de Philistynen niet raden; maar zy persten Samsons vrou om 't hem af te vraagen en het haar dan te verklaaren; also hadden sy 't voor Samson quansuis geraden, en het weddenschap doch met Samsons verwyt gewonnen: dit past aldus op de Actien, dat ieder, in 't begin, de Actie-handel voor raadzels wel heeft aangezien; maar, dat elk op onseker aas of winst hoopte, die also gevallig was, als Samsons ontmoeting aan de jonge Leeuw, die hy met levens gevaar uiterlyk aangemerkt, aangreep, en de muil opscheurde, en drie daagen daar na, de honingbyen op de Leeuw aasende, met honing die voor aas of spys diende uit den bek of lyf des Leeuws haalde; de tyd heeft het Actie raadsel verklaard, 't welk in geen zeven jaar zou gebleeken hebben, niemant had zo schielyk een omwendig van zaaken en zo groote onheilen, en noch meer verwacht wordende naweenen vermoed, gelyk by voorbeeld ook niet, als die van (Klaveren Heer)
Klaveren Heer. De Bewindhebber van na geluk druk, verbeeldende een ontrouw Directeur (vrage of'er eenige trouwe geweest zyn?) by voorbeeld Mr. Knicht de Engelse Zuidzee Actie-cassier, of Bewindsman: die heeft 'er wel veel by opgestoken, maar 't end quaad al quaad; men ziet hier Ofirs goud regenende, een aap, met de kop van een Engelse dog, houd de trechter, daar door 't geld valt in een zak, die onder lek is; en also 't goud weder loost in 't water, of de zinnebeeldige Zuid Zee, dat een al verslindende en grondelooze afgrond is. Mr. Knicht heeft in zyn slinkerhand de Rekenschap, volgens de regel falsi, een regel by alle Actionisten met spreekende daaden geauthentiseerd. Het heeft ook eerst overal Actiegoud geregend toen elk won, schoon hy scheen goed geld naar quaad geld in 't water te goojen, doch dese lekke zak betekend zodaanige winst, die naderhand weer wech gevloeid, en in schaa veranderd is: om weer tot Knicht te komen, Brabant is op hem goedertieren: zy bewysen aldaar uit een verschimmeld recht, dat vluchtelingen by haar niet wederomroepelyk zyn, voornaamlyk als zy de hoornen hunner altaaren in klinkklaar goud doen veranderen, en de boejens met goude sleutels ontsluiten willen. Is 't niet glorieus? dat een balling in een vreemd land zo welkom is? zo worden zyn Actien weer bloejende, niet ongelyk (Klaveren Vrouw)
Klaveren Vrouw. De Vrouw van geluk, praalende met een Klaverblad, het teken van Fortuin; zy heeft in of aan haar rechter hand, een schildery van Dedalus val, tot spiegel ster roekelose ongelukkige Actie mannen, die met gemaakte vlugels, als naar de zon des geluks vliegen willen, en, het wasch van haar zinnebeeldige vleugels gesmolten zynde, in de Zee des verderfs vallen. In 't verschiet zaaid Fortuin gelukkige klaverbladen voor de Ladies of Engelse Mevrouwen. De bloejende Actien zinspelen op den aard der vrouwen, die in Engeland voor Engelinnen gehouden worden, want zy daar over al, zelf getroude, met andere mans onopspraaklyk vliegen, rennen en rossen; ook zyn de vrouwen in vele soorten van Actien gelukkiger als de mans; want zy hebben in kas van schade altoos een achterdeur, zo wel als een voordeur open; zo zy met geen man geassisteerd zyn geweest, uitgezeid openbaare koopvrouwen; onder welke sommige met haar handel de mans ook gelukkig maaken. Dese verbeeld in 't end en slot een gelukkige Actie vrouw gevolgd van (Klaveren knecht)
Klaveren Knecht. Een voorbeeld, en ook waare geschiedenis van een of meer knegten, of geringe ambachts lieden, die heeren, of groote baasen door d'Actien geworden zyn: Hy trekt zyn livry gewaad uit, en heere-kleederen aan; treed de ketting van dienstbaarheid onder de voet, zyn geluk star boven zyn hoofd, als onder een gelukkige planeet quanswys gebooren, schoud niet naauw, of kiel en as gaan recht, dat is, hy vind'er geen been in, of hy met veele kromme gieren, of middelen, als een Schip in zee laveerd, en of de wagen, als men zegt, recht of scheef gaat; of immers (is 't wonder van een knecht?) hier in is hy de meeste Vorsten gelyk, en alle hebzuchtige gieren. Bloed! wat heeft hy dan al makkers buiten de actionisten, die men maar in alle geval een quaade naam (de hond is dol) blindeling aanwryft; spreekje voor dat volk? maar men moet 'er ook niet achter spreeken; zegge, niet achter de rug maar voor de vuist, edoch, dan mocht je vuistlook krygen: sta vast voor de volgende inhaalige knevel (Klaveren 10.)
Klaveren 10. Een man, half na de mode, en half op zyn Sinees gekleed, met een halve Sineese baard, hebbende in zyn Sineese hand (daar aan de teekenaar arends klaauwen of sineese nagels vergeeten heeft) een Obligatie, of Actiebeleenbrief, op pand ter minne (mag men 't zo noemen) tegens tien per cent half snees, in de schol en schattekoopers academie genaamd, daar 20 een snees heet, zo is het woord snees bekend voor een schraaper of schacheraar, daar de sneesen of Sineesen voor vermaard zyn: dit is de reden van dese zyn kleding: de adelaar of arend, vogel des lichts, die de zonnestraalen, zo men zegt, in zyn oogen verduurd, dese pikt hem 't gezicht uit,
| |
| |
terwyl de raaf op zyn schouders zulks moet dulden; de werken des lichts of deugds, overstreeven altoos de roof gierige duistere Actien; maar dese man is noch de quaadste niet; half snees is nog geen heel, of dubbeld, en echter wierden de laatste nog, als Actie assuradeurs, zondagse naam, in de grond geboord, ten ware zy'er loopjes op hadden; trots de (Klaveren 9.)
Klaveren 9. Man met een open Meulen met een giew gaaw, bekend spel achter het dambord dik wils gesteld, Negenstukken of de Molen genaamd; daar in iemand die een ope molen en gieuwgaaw heeft het spel wis wint ‘Niet verlegen’ somme kaartspeelers waaghalsen haar spreekwoord is, de negen laat geen mens verlegen: dese heeft een acte van Jan Credit dat is, hy weet met zyn kleed en gedrag crediet te verwekken: also misleiden 'er veele de schranderste door uiterlyke schyn: maar ik hoop van dese man het beste: alleen, hy zoekt uitkomen met zyn ope molen en gieuwgaaw, hoe hy 'er aankomt weet men niet, nood breekt wet, of verkragtse ten minsten: hy waagd 'er een boer aan, (te weeten een ander mans goed) die zo eenvoudig is, van hem onbekend op 't uiterlyk aanzien, geloof te verleenen; hy wil betalen als hy 't geluk heest van te kunnen: dat is eerst actioneeren! 't is of hy 't geleerd heeft van (Klaveren 8.)
Klaveren Acht. De achteloosheid, slaande geen acht op de zaken: zyn gescheurde actie betekend zyn onopmerkendheid. De actie handel zy vergeleeken by twee nullen of nieten, in een boomloos mandje, welke nullen door kunsten afgericht, te samen geschakeld een No. 8. uitmaaken: zo krygt de schyn achting maar dese wil de nullen met een mes anatomiseeren, anatomiseeren, of ontleeden, also vind hy weer zyn eerste twee nullen of nieten: de vent zal 'er mee bedroogen zyn gelyk iemant die quaad geld ontfangt (by voorbeeld een stuiver met een scheur middel deur) en daar aan willende peuteren twee stukken voor een houd, die hy, als spiouter zynde, voor geen waardy kan verplakken; of is hy wat vies na zyn achteloosheid in 't aanneemen van vals geld, dat hy ten naauwsten wil toetsen en daar na niet weer durfd voorzyn ontfange waarde uitgeeven? Daar hebje nu een eerlyk actionist, of hy gelykt het ten minsten: want hy zift naauwer als (Klaveren 7.)
Klaveren Zeven. De man, bézig met zeven of uitziften van de fyne uit de grove specien, zift ducaaten van Ofirs goud in 't water, en dobbelsteenen of beenen en papier geld, of geldwaardig geachte Actien op 't land, doch alles onbedagt, en zo achteloos als zyn voorganger klaveren acht; de zin is dat, hoe naauwkeurig de Actie kanssen uitgezift wierden, 't was erger als dobbelspel, daar Mr. Law noch eenige kanssen op wist te bepaalen; maar gans geene op de Actie dobbel: en alschoon zy in de zuid of west zee kanssen haar mislyk misrekend hadden, noch bleef de drift tot dobbelen even ritzig; op 't land, dat is buiten oog-schynlyk gevaar; gelyk men zeid, van die haar koetjes op droog hebben, of schynen te hebben: de Actien vliegen daar heen, als 't geld daar voor besteed is; dit zegt, dat, naa 't vermallen van 't geld, de Actien van directeurs als in de wind geslagen wierden; also 't haar aan macht ontbrak om het beloofde te voldoen; dus hebben ook veel Actionisten het opbrengen der termeinen laaten vaaren; zo dat 'er de Directeurs in haar qualiteit schaap aan bleeven, dat was (hinc inde) over en weer bombario nader verklaard by Klaveren 6.
Klaveren Zes, De Uurwyzer, zes wysende, staat recht over end, zo recht (doch verscheef baar) waren, in veeler oogen, de Actien, niet ongelyk dronke lieden, als gulsig en onbesuisd na haar neemende 't geen zy, met zo veel schanden, dik wils moesten weder overgeeven, als zy het onordentlyk gewonnen hadden; en gelyk het uurwerk gestaadig voortgaat, zonder dat men het, met de scherpzichtigste oogen kan zien beweegen, also onnaspoorlyk ging het actie verderf onzichtbaar zyn waereldse gang; 't welk verby zynde uurwysersgewys eerst kon gemerkt worden; en zo 't verlies te grof ging, quam, 't nooit by ons gehoorde, of geziene, monster Bombario tusschen beide; betekenende, dat zy haar aan gegeven woord, trouw nog verbond hielden. Bombario is hier met een bult afgebeeld, zulk een schepsel was te Parys in de Actiestraat Quincampoix, die de Actionisten met zyn berg-rug voor een schryf lessenaar diende, telkens als'er een party gesnooten was; zo lang'er geen andere, als in de open lugt, verhansseld wierden. Bombario was dan een andere Govert met de bult, want hy regeerde 't Actieryk met geweld; zodat die met hem troeven wilden alle beest raakten, als (Klaveren vyf)
Klaveren vyf. De lanterlu-man, een van de geringste en ouwerwetsste Kaartspeelers, word immers by iets lichts en gerings vergeleeken, gelyk men zeid van een licht degentje en paruikje een lanterlu-degen, paruik enz:, zo kunnen wy de Actiehandel Lanterlu-koopmanschap heeten: dit spel is, in alle zwierige gezelschappen, thans voor contrabande en wisjewasjes tydkorting verklaard; en wat is 't Actie-spel anders? ja vry erger; 't is een blinde kaart, en hoe veel beter of erger als vals dobbelen? dat men nog voor zyn oogen ziet, en op welke beide geen recht gedaan werd; deze man heeft lanterlu van de vyfhoogste troeven, en maakt ze alle beest; men zeid ook ik ben de beest, als men onbedacht en onverwacht verliest; en gelyk zulk lanterluspel van de hoogste troeven meer geluk als wysheid is, voor een speelder, die de kaart niet verschiet, alzo gevallig hebben de Actionisten meerendeels haar confraters beest gemaakt, en zyn ook op haar beurt beest geworden, gelyk ons volgende boertje (Klaveren vier)
Klaveren vier. Een burger van 't voornaamste dorp in H.... d, of bouwer, dat Landbouwer betekend, kan men hem quaalyk noemen, 't is een Koopman; hy schynt van het effen blompaps gevoelen te zyn; deze man uit zich zelf te eenvoudig, om hem met zulke windkraam te bemoejen, was, gelyk onze oudvader Adam, verleybaar goed, naar verbode vruchten begeerig, hy speeld te geef of te neem; versta van premie te geeven of te ontfangen (tot dit laatste genoeg crediet hebbende) om op tyd Actien te ontfangen of te leveren; dat is dan met alle winden waajen, maar als molen-baas is 't waajen altoos voor hem wisse winst; hy heeft de hooft winden hier in 't oog, welke in de Actie Kunst woorden zyn Missisippi, Zuidzee, West-Indise Niewe C. en de Steden; hy heeft in deze alle gehandeld, en is even rond geschooten; al de nacht gevochten en niemand gezien, 't was ook nachtwerkers handel, en die stinkt; doch dat daar van komt, is nog goed om lekkernyen te misten en aan te fokken, en in plaats van hoofdwerk was dit maar nietig kaarswerk n... rswerk, (als de ambachtsknaapen zeggen) of gebreklyk en broddelwerk, nader uitgedrukt in (Klaveren drie)
Klaveren Drie. Subscriptie, dit waren Actien, die op nieuw boven 't getal der bepaalde Actien, onder die naam, uitgegeeven wierden; dit noemd de oude bol krukkendans, en als ek lips ‘ongetwyfeld in de maan; wyl het alle in schemerlicht of by nacht geschiede; krukkendans en ek lips betekenen alle beide gebrek, uitgebeeld met de regel van drie beenen: is 't gebrek van oprechtheid of niet? als men eerst Conditien uitschryft en bepaalt invoegen als bovengemeld is, en dan een kranke vrouw een ziek wyf noemd, als of die anders klinkende, doch dezelve wys deunende, benaaming de zaak anders maakte: maar wysneusen, denk ik, hoe hol je zo, wie kan de heele waereld van natuur veranderen; op de naam word immers maar gezien, al zou men er Pieters Kerk te Romen (als eertyds Dianaas Tempel) om in brand steeken; en de schyn, schoon die bedriegd) zy houd ons noch door schaamte en eerzucht in toom, deugd men niet, 't beloofd noch iets, dat men schynen wil goed te zyn: maar alle
| |
| |
maar alle gekken op een stokje, spiegeld u aan (Klaveren twee)
Klaveren Twee. Twee die getrouw handgemeen zyn, en in 't verschiet, twee, in liefde ontrouwe, hand-, en degen-gemeen: deze man slaat de handen van malkander, van verwondering, ziende het zinnebeeld van twee handen, malkander helpende wassen, verschrikt, wend hy zyn oogen af van de duelleurs of twee-vechters, hier in 't verschiet verbeeld, welke malkander actioneerende, van ontrouw over de Actien, niet op 't mes, maar op de degen spreeken; daar zy nochtans geen deeg van hebben: die 't wint verliest het, mitsdien zyn winst dikwils de wind of ziel uit zyn metgezels lichaam jaagt. 't Is de menschen in de mond besturven, te zeggen, als de eene hand de andere wast, worden ze beide schoon, maar deze willen 't zo verstaan, dat ze haar handen in malkanders bloed wassen, en zo geen van beide by geluk sneuveld, en dat de moed van de een door des anders bloed echter gekoeld is, wassen zy 'er de handen van af, te weeten van de-questie, door het afdrinken van dezelve; (puik goed gemaakt) om voortaan buiten rusie te leeven, gelyk haar voorwandelaar (Klaveren Aas)
Klaveren Aas. Deze Heremiet, buiten alle waereldse Actie, of handel, komt hier by als de Uil tussen de bonte Kraajen; hy dient tot Gardiaan, eens om 't hoekje kykende, hoe 't er al toe gaat by de Actionisten; hy zet zyn houte ryspaard pal overend, en zegt Basta; tot hier toe en niet verder; keer! ey keer-om, windbuil, van uw slinkse weg, beschou de oesterschulp aan myn hoed, tot een teken, dat gelyk de schulpvis over al zyn wooning met zich voerende, den mens aan wyst, hoe beknopt men natuurlyker wys kan bestaan, en zyn wooning over al even na in 't heel-al behoord te kunnen mede voeren, door wel vernoegd te zyn; maar ik zie, je kruipt nu met veele van je makkers, doch gedwongen, in je schulp: ik heb des daags tot myn leidsman, voerman en opwekker het groote licht, en 's nachs in 't wandelen, des zelfs speelnooten de sterren, en de maan als de bruid daar die speelnooten alle om schynen te danssen; maar echter neem ik 's nachts en daags by beurten myn rust, dat de Actionist my niet kan na doen: altoos onrustig: basta (hou op! al lang genoeg) zult gy tegen my zeggen; maar je bent je gelukkige derde-waak in 't alomberspel, ik meen desselfs basta al quyt, ik hebdat kunstwoord, schoon ik zo eensaam leef, al mede eens leeren kennen: alles te weeten kan niet schaden, als men 't maar wel aan, toe, en open legt, bezonder wel schynt aan gelegt te zyn het graafwerk van (Schoppen Heer)
Schoppe Heer. Dese heer der schoppen, om de Actie vaart te graaven, als de eerste weder-opgraaver van een oud wichtig voorneemen, is pryswaardig; eerstelyk volgens de spreuk, door zekere schrandere Schouwburgisten overgenomen, In magnis voluisse sat est ‘In groote zaaken moet het willen Genoeg zyn, en 't leid geen bedillen ‘de contramineuren zeggen, dat deze recht uitgraaver noch niet veel uitrecht, hy weegt een schop en actie tegens een goud beurs, die de balans voor hem overhaald; dat alleen is genoeg: hy is een overhaalder, uithaalder, ja inhaalder, toonende een slinkse vaartgraaver als een uithaalder enz: men mag vry smaalen en herhaalen, dat van ouds het doorgraaven van ('t Isthmus) de Land - engte by Corinthus, op 't byna Eiland Morea, het Istmus van Mexico, om America aan twee Eilanden te doorgraaven, het brok lands tusschen de Roode en Middelandse Zee, om die twee in een te doen loopen, en meer andere Land-en Zeegrond graveryen, zelf in Nederland, mislukt zyn, dat haperde mogelyk slechts aan stoutmoedigheid; wy wyzen u naar de Beemster, welks droogmaaling en tot een vruchtbaar Land vergraaving tot tweemaal is mislukt, en de derde maal houd kabel is dit graafwerk in 't Jaar 1669. en nu onlans Ao. 1720. blyven steeken; al met 'er tyd quam Harmen in 't wambus; alles komt om de zeeven jaaren te pas; zo zal de ongraaflyk heid noch wel tot een staatsieuse Graaflykheid begraaven, of hergraaven worden, eer men noch spa steekt als (Schoppe Vrouw)
Schoppe Vrouw. Madame Quincampoix: ik weet niet hoe best dese Dame te beschryven: haar eer is teer, zy steekt spa, en zegt met het wech werpen van 6 lanterlu-kaarten, dat de kaart vergeeven is, zy slacht de Kamelion, aanneemende allerlye coleuren; speeld de rol van veele personagien: haar titel Madame Quincampoix heeft zy Madame Law ontfutseld, en verweit haar van 't spa steeken of abandonneeren der Actien, dan trekt zy eens de persoon aan van de Vrouwe-Actie-vaart Graaf-inne, ook wel eens van Hofmeesteresse der Levanse, Sineese en Spaanse Liqueurs; weetend e haar allessins hoflyk te gedraagen tegens Jan en alle man uitgezondert haar pater-familias, (zo zommige haar steekelig na geeven) met wien zy ook spa d'Amour conthoral zou gestoken hebben, doch ik wil er of weesen: eindelyk gelyk dese dame allerly persona gien aantrekt, zo schud zy ze weder alle uit, en blyft, als zy was, een façoenlyke Dame: men kan het 'er ook wel aanzien; zy is ruim zo bescheiden en niet half zo bars als haar (Schoppe Knecht)
Schoppe Knecht. Zo bars als Mars, hy draagt een rouwband van Actien, slaat slinks de Chamade of aftogt der Actie-Rotgezellen, en zelf eenige officiers of Belhamels, naar Vianen, een vryplaats in 't sticht Utrecht en beschermvlek der bevlekte en aldaar onactionabel Actionarissen: hy zegt te wesen onder Fredrik Hendrik bescheiden: Fredrik Hendrik, een der aloude Stadhouders van Holland, heeft eertyds door seker placaat tegen de windhandel de brug reeds gelegt voor de tegenwoordige Wind-Actionisten, om droogsvoets door de zuid en west zee te komen, dat is om schaadeloos doch niet t'eenemaal schandeloos haar Wind-Actie schuld eyssers met potaard te goojen: noch eens; onder Frederik Hendrik bescheiden, dit ziet op de roeptrant, als de Tamboers de Schutters de wacht met trommelslag bekend maaken; roepende Horisooy alle schutters die bescheiden zyn onder de E. Hr. Capityn N: N: &c: hy is knecht der Actie compagnie, en draagt rouw met een witte rouwband, in plaats van zwart om de vreemdheid van de moet willige en onbelaagbaare versturve fortuins boodinnen-rouw veeler Actionisten: maar de volgende snaak spreekt van de eigentlyke Actie capityn, hem noemende wind prins, zie (Schoppen 10) Schoppen Tien, Een Landlooper, of goed-geluk segger met een gekruiste penning in zyn hand; dit zoort van volk bedeld gemeenlyk om een stuiver, en quansuis zo een, daar een kruis op staat, om de naam van heidenen niet te willen gedoogen: dit is de somma van haar religie; zo is ook het uiterlyk teken en de heele inhoud van 't geloof van de windprins L.... die van 't eene op 't ander springt: hier ziet men zyn doodlyke rust plaats op voorraad, onder de Grieksen: maar men moet zien wie het zeid, 't is een Landlooper: zo de Hr. L....., zulk een quaaddoender was als doorgaans geloofd werd, hoe ware het mogelyk, dat een Ryks Regent hem zo geëerd en bemind zou hebben, en zo zachjes de haat van een woedende gemeente laaten ontsnappen; daar hy hem, zo
veeg als een luis op een kam, zou hebben konnen matsen; hoe zou hy in 't bereik van een grooten kerk Phoenix hebben konnen vylig zyn; en ook van zekeren purperen vader, voornaamlyk by uitneemendheid als nog bemind, hy kreeg (in plaats van 10) 100, 1000, 10000, 100000, 1000000 schoppen in zyn gat; wierd met de ban gestrast, en voor eewig verketterd: maar ondertussen vreest elk, dat 'er kak aan de knikker is, welke noch door kunst ooit zal gereinigd worden, al was 't dat hy zig waarlyk bekeerde als (Schoppen 9)
Schoppen Negen. Dese staat als tussen hangen en wurgen, hy bekend zyn voorige Actie dwaasheid, daarom alhier gezotkapt, en zyn kleed vol nullen bezaaid, als tekenen zyns nietigen handels; doch verweit hem, nu aan't bekeeren, zyn voorige fout niet,
| |
| |
als zynde zulks grooter dwaasheld, die echter algemeen is in de waereld: hy heeft zich gespiegeld, in een spiegel als een schop van façoen, waar na hy zyn gemelde zotheid de schop geeft, hy had gedreigd de kunsten te begraaven, alhier verbeeld door de Parnassusberg met de 9 Zang-godinnen, de kunsten betekenende; welke schildery hy quansuis, tot een teken van de betekende zaak, met de daar by gehouden schop wil begraaven: hy treed midlerwyl op een slang (teken der voorzichtigheid) die hem in de hiel dreigt te byten, waar door hy gewaarschoud word ter inkeer, om de actie-handel te verlaaten als 't bederf der waare koopmanschap, die de voedsterling der kunsten is, om eindelyk (schoon spa of laat) noch weer in achting te geraaken als (Schoppen 8)
Schoppen Acht. Een snaak, die met een slonsje zoekt naar een witte valk, die by dag quaalyk aan te treffen is; maar hy speelt de boufon, nu hy binnen best is; een letterkaauwer, zinspeelende met zyn kleed, met Nommers 8 gestikt, op iemand, al was hy 't zelf, die wel eer maager nu om zyn geld-winst geacht en geëerd word; en dat wel, zinspeelende al weer op de schop van ouds, of nog spa geheeten, als blykt in 't spa steeken, hier vooren gemeld: een witte valk te vangen is een gemeene spreek wysvoor iets ongemeens, als witte valken zyn aan te treffen: 't is beter te laat als nooit, en 't komt al dat ten laatsten komt, onverwacht en onbedacht: voorzichtig is hy, die zo een schielyke inst niet door een dolle drift weer vermorst, dan is 't zo gewonnen, zo geronnen, maar ik heb goe moed op zyn hand, hy zal 't veld wel houwen al zo wel als (Schoppen 7)
Schoppen Zeven. Quater trois, alias (vier en drie) zynde zeven, met twee dobbelbeenen gewurpen, word Kramers kans geheeten, als men om de hoogste oogen gooit, of wel raadelings boven of onder de zeven, 't is de middelbaare gooy, om dat op ieder der twee dobbelsteenen twee kanssen boven de vier zyn, en twee onder de drie; quater trois betaald in Quincampoix; om dat van ouds gezegt is, six cinq en geeft niet, deux aas en heeft niet, quater trois moet het al geeven; cinq, versta vyf en zes, de hoogste oogen; daar door worden beduid de vermogendste, die de heele waereld door, naar haar vermogen, niet geeven; en deux aas of twee en een, de geringste, niets hebbende, volgt noodzaaklyk, dat quater trois of vier en drie, de middelbaare in macht, alles moeten goed maaken: zo is 't ook ontrent in Quinzampoix Windhandel gegaan: deze man is 'er een staaltje van; hy zegt betaat of dwaal, dat is, zo je niet wilt betaalen, moetje voort uit de poort; en schoon je al door je afgerechte kunsjes kond blyven; echter dwaal je buiten 't park en spoor van eer en roem; als de onbeschaamde (Schoppen zes)
Schoppen Zes. Deze verklaard maar al te veel zich zelf, 't is al dingtaal wat de man spreekt. Sententias loquitur carnifex: hy praald om zyn hoofd met LAW rier, te weeten de glorie van Mr. LAW, en met stroo, betaald met bedstro; noch zegenpraald hy in zyn rechterhand met een zesje of schelling, om de zachte en koddige byna eens-luidende uitspraak van 't woord Cessie of Ces doen, dat te hard luid, en verder slaat deze Johannes dulcis, of Jan treêzacht, de gemaklykste weg in; zeggende ‘Myn bank is rot, neem 't woordje, is, wech zo blyft'er dat haatelyke en aanstootlyke woord, over, figuurlyk verklaard, door de achter hem staande geldelooze bank en de rotten, in en uit de kist de papieren om haalende; zinnebeeld der desolate boedels van die geene, welke haar zaaken verwaarloozende, haar boeken en brieven, en zulks haar balans, voor de rotten en muizen; broodrotten; en uitzuipers, en vreemde boedel-redders overlaaten, en ten besten geeven; hoe dit op veele Actionisten past, is maar al te waereldkundig; doch deze koophandel-breuk is ten meesten deele geneezen en hersteld door de volgende verbeelding van (Schoppen vyf)
Schoppen Vyf. Een eerlyk, zedig, en deftig burger van Amsterdam, door de faam met laurieren gekroond, vrymoedig, doch met veel bescheidenheid de roem van zyn geboortestad uitspreekende; houd, in zyn rechter hand, een band daar aan de nommer vyf, en aan de zelve 't wapen van Amsterdam, slechs ongekroond, om dat zy de glorie niet door haar kyzerlyke kroon, maar die kroon, voor haar glorieuse daaden tot een besolding verkreegen heeft: de Nommer 5 wyst u kaartelyk op schoppe vyf, en ouderdoms-gewys beduid dit dat zy de vyfde van de Hollandse steden is, en quintessentieel zinspeeld de vyf op 't woord quintessentie, dat letterlyk, vyfde wesentlykheid, doch zinnelyk de uiterste kracht beduid: men zou 't woord Quintessentie konnen t' huis brengen, of ten minsten voor een nagtje of vyf doen logeeren, by de overhaal kunst, die met haar ketel door vyfmaal bezonderlyk de kracht puurende uit vaste of vloeibaare lighamen, een super fyne geest daar uit getrokken kan hebben. Dese man verschopt met zyn slinker voet de slinkse Actie-projecten, gelyk die t'Amsterdam voornaamlyk zulks wedervaren is: zie hier van verder, tussen beiden, ruiten 3, maar ga straks weer voort tot de volgende Actien bespotter (Schoppen vier)
Schoppen Vier. Sommige zouden dese man voor kat-en-hond uitschelden, een spotnaam van zielverkoopers metgezellen, en 't is zo wonder vreemd niet; om dat dit zinnebeeld daar heen schynt te willen; en nog, om dat de meeste Actionisten de zielverkoopers nog tot eerlyke luiden maken, in 't geval van spoorloose winst-begeerte, maar dese man zouden wy alhier geen plaats verleenen, zo wy hem daar voor wilden aanzien: hy is die geen, welke met de nieuwezielverkoopers de spot dryft: hy noemd zyn kat Madame la Petite, dat is Juffrouw de klyne, een naam door zekere Engelse Directeurs vrouw gebruikt in 't intekenen in de Zuidzee Actien op de naam van haar kat also geheeten: dese man zeid dat zyn kat zelden maauwd en altyd op vier pooten valt, gemeene spreek woorden, muisd maar maawd niet; die zwygt, verkrygt, en de kat valt op zyn pooten, als iets gevaarlyks wel uit gevallen is, de koe zegt men ook valt op zyn rechter zy: eindelyk zegt dese man de blaffer zuidzee ziek, tuimelen als klooten, blaffers die 't in de mond geslaagen is; blaffers, of honden; en doggen; eigentlyk zinnebeeld om Engelse te betekenen; dese dan om haar blaffen en te grooten ophef-maaken zyn zeeziek geworden met haar Zuidzee Actien, door haar gestadig laveeren, om goe wind te vangen; eindelyk de blaffers zyn getuimeld als klooten, naamelyk door 't daalen der Actien: ook is 't de natuur der honden zo niet als der katten, dat ze neergesmeeten op haar pooten zouden weeten te vallen, daarom word het hondje trouwlyk vast gehouden en van vallen bewaard door Juffr. Zuidzee, in 't zinnebeel van (Schoppen 3.)
Schoppen Drie. Drie Juffers, verbeeldende de drie voornaamste Actie compagnien, Missisipi, de Zuidzee en de nieuwe ophef in de West-Indise Compagnie, wy noemen haar Nimfen, dat is bruiden, daar 't al om danste: zommige verklaaren Nimfen door vrouwen van Goden en gemeene menschen zamen geteeld, en aldus halve Godinnen, men heeft ook afgodery genoeg met haar gepleegd; Nimpha beduid ook eene, die op nieuw verschynt, zo waren mede dese halve zotinnen of godinnen; zy zitten op één schop met hun drien; zy hebben om zo te spreeken te gelyk, de schop gekreegen: zy zitten op een schop; als iemand die een eenzydig verbond met een ander toe gestemd, waar by hy van zyn kant als los en onzeker is, en dus zo men zegt op een schop zit, zo hebben de Actionisten meerendeels op een schop gezeten; en zyn daar van afgevallen. Juffr. Missisipi zit met haar taankoleur hier in 't midden, een Vogel (Indise rave) in de lucht aan een touwetje hebbende: die haar als voor roervink gediend heeft: Juffer Zuidzee aan de hooger hand met een steendoggetje op haar schoot, (van de doogen is gemeld in schoppen 4) en Juffer West voerde de slaapbollen, een teken van 't westen met haar; doch heeft ze
| |
| |
goedhartig over gegeeven aan Juffer zuid, om dat desselfs troetel-kinderen die best zullen te pas komen onder welke de grootste raaferny (immers grooter als de haare,) gewoed heeft, zo zullen zy door gemaakte rust, by gebrek een natuurlyke, best tot bedaaren geraaken; 't welk de tyd moet leeren, straks zie je hem by (Schoppen 2.)
Schoppen Twee. De tyd zegt hier ‘dat was en is zyn beide mis, wacht u voor zo'n derde gis’ raa, raa, wat is dat; Het voorleedene van de Actien dat was, en (daar hy in 't tegen woordige spreekt) dat is, wil hy zeggen zyn beide in haar meening gemist; en hy waarschoud elk in 't toekomende zig te wachten voor een derde verkeerde gissing, hy verbrand de Franse bankbriefjes en de Actien, en het overige quaad Actie vuur dat door blaasen, wil hy zeggen, levendig gehouden wierd, wil hy in zyn doofpot stecken: hy vertreed de blaasbalg, dat hy barst: de tyt draagt hier geen seissen, om dat hy geen wind noch vuur kon maajen, en in dit gezelschap was'er niets wesentlyks, daar hy andere werktuigen, als de doofpot, toe van nooden had om te vernietigen, en 't geen hy daar in voor eerst niet bergen kan, of te veel meesleepens is, geeft hy over aan (Schoppen Aas)
Schoppen Aas. Opkorter of vullis vat ruimer, dit is geen nachtwerker, want ook mogt hy dan met de Actionisten poot aan poot gaan; daar toe is hy veel te gering; echter is een leerkind of na-aaper van Diogenes of Crates met de bult; in 't midden van zyn werk verzind hy actieuse zinspreuken, zeggende voor eerst ‘met eén schop kort ik alles op’ daarom is hy ook schoppe een of aas, en staat hier, en by alle verstandige in een goed blaadje, alle vullis opkortende en wech kruyende, daar onder veele Actien, die nu maar onder de vullis en kladpapier gerekend worden, hy schoffeld ze in 't water met een vrye paspoort, sommige naar de zuidzee en andere naar de Missisipi rivier elk na zyn oorsprong: de zuid zee heeft byna gemeenschap met die rivier, als men slechts doorgraaft de Land-hals van Panama; dan komje aanstonds in de Golf van Mixico, en in dese ontlast zich de rivier Missisipi; dat is maar om een halve graad graavens te doen, een bagatel, in de tyd als de graafkunst op de hoogste top is: dit moest de eenigste uitkomst zyn om de Actie breuk te geneesen: anders moest dese man met zyn schop die besmetlyke handel, om voortsmetting te beletten, begraaven: dat is mêe heel goed; en met dese begraving als 't end aller Actien, van 't begin des waerelds af neemd onse Papegaay zyn afscheid van de Liefhebbers, en maakt van zyn Actie kaartklap een end; en laat de Titel als iets extra, aan zyn meesters Exter, zyn confrater, over.
TITEL of omstag van 't KAARTSPEL van MOMUS, Verklaard door de Exterklap, tot verpoosing van de afgewerkte Papegaay.
DE naam van April kaart géeft zyn geboorte maand te kennen, in wyders om 't ouwerwetse, of willekeurig zeggen ‘'t is April, ik scheer de Gek met wie ik wil’ en daarom noemen wy het ook kaartspel van Momus de beschimper der Aloude Asgoden, als verreesen naar de nieuwe Actie mode: men ziet hem hier met een zotskap, hy steckt Law de guich na, die hem toclaeht, het Actie vuur aanblaasende, om met dat zelve vuur de papier Eew en haar gedachtenis, is 't mogelyk, te vernietigen: zie, boven aan, de Goude Eeuw, als uit de lucht weer gevallen, en, daar tegens over, de wind, welke papier voor goud mildelyk uitstrooid; als zynde dit papier uyt wind geboren (om naar de styl van Naso te spreeken) men ziet in 't midden een na-neef van Fredrik Hendrik (by schoppeknecht verk aard) houdende voor zyn lys de uit gespreide dekmantel van Law waar mede gy u kund behelpen, wil hy zeggen, als een weder opsnuffelaar des placaats van Fredrik Hendrik: Law is 't hoofd ende staart: het hoofd of oorzaak der Actien, en destaart, derzelver achterdeel, de staartman betekend een Schotsman gelyk hyis, ook zyn de duivels met staarten afgebeeld: hy heeft ook een duivelfe vond bedacht. Eindelyk addresseerd ik, Klap exter, u tot het addres en uithangbord van dese kaart, verbeeld door de nagenoemde Haan.
ADDRES van MOMUS SPEEL KAART
WY hangen de Haan uit, als een teken der Fransen, (doch, onder deselve, alhier slechts bekenende de malle Actionisten) en op dat die mag Koning kraajen boven alle de voorige zogenaamde Koningskaarten; en ook tot gerief zyn van de Uitrechtse Hen, op haar Speelkaarten omgevouwen; deze Haan heeft, in zyn staart, roozen, zinspeelende op Engeland, en distelen, passende op Schotland, daar Law van daan is: de Eenhoorn, op 't papier in de Haan zyn bek, is mede Schotland, welke vroet in de Droomgoud Mynen van Missisippi: hy moest vysten (dat de tebenaar verstoft heeft) om de windhandel of 't naarswerk te betekenen. Schot hanenburg noemen wy de plaats daar deze Kaarten gemaakt worden: nu kan de Leezer deze naam licht t' huis brengen, gelyk ook die van de Autheur, die by quaadaardige verdacht word gehouden van Crimen laesae Majestatis, cum nostrae, tum alienae, begaan te hebben, 't welk deze verklaaring wel duidelyk by protest tegenspreckt, en 't geen zy'er met de haaren na toe sleepen.
Nu zullen ons veele beschuldigen, dat onze Papegaay myn snapgezel, veele dingen onnoodig verklaard heeft, en dat wy niet zeker Brabants schilder daar by gezet hebben, dit is de hond en dit is de haas; de reden is, dat wy voor alle menschen schryven of klappen (daar vergat ik schier dat ik een exter ben) en bevonden hebben, of de ongesleepenheid der muggezifters (botheid luid te haatelyk) of lusteloosheid, om daar over eens met opmerking te denken; en zo wy na andere hunne meening hier nog te duister zyn geweest; laaten de liefhebbers malkander wyzer maaken; dan hebben zy wat tydverdryf, en dan zullen zy'er meer uit vinden, als myn meester zelf gedacht heeft, gelyk hy in 't begin ook zo ryk-denkens niet geweest is, als ik in 't klappen van deze verklaaring: myn haas hoopt met'er tijd, meer diergelijke snakeryen (doch buiten 't Actie-werk) voor den dag te brengen, gemerkt dit werk de liefhebbers niet onbehaaglyks is geweest. Vaart wel.
Krans voor de Heer JAN LAW, Hopman van deze Bende.
LAW heeft meer uitgerecht als eertyds Herostraat,
Die Vrouw Dianas Kerk heeft in de brand gestoken;
Want niemand nog verbied, dat van hem word gesproken:
Hy vent zyn eer voor goud, kiest waerelds goed voor quaad,
Dat de armoe meesleept; en, voor al by die van staat
Verergerd zyn, als hy, en nu weer opgelooken.
Men vraagd geen Myn Graaf, die gelukkig heeft gestoken
Hoe hy het goud vond? want naauw vraagen maakt maar haat.
Men vraag niet hoe Heer Law aan 't geld weer is gekomen;
Men kan de middlen, hoe elk geld wint, naawlyks droomen,
En of men dobbeld, speeld, of rekend vals of fyn,
Geld financierd voor zich, of andre: 't moet'er wezen,
't Recht word, van die geen kans tot lift heeft, meest gepreezen;
Doch voor-en tegen-wind moet elk voorzichtig zyn. |
|