De Waereld is een speel Toneel, Elk speeld zyn Rol en krygt zyn deel.
Castigat ridendo mores.
Heer Arlequin, op 't Fransch Toneel,
Vertoond ons, hoe het Vyfde deel
Van 't Actiespel, een treurstof teeld
Voor hem, die de eerste hoofdrol speeld.
Bombario, gelyk een beest
Gekromt, met de over zwarte geest
Van de Actie hoofdman, Leiden hem
Ten straf: de Bubbels in de klem
Geraakt, zyn volgers van dien kwant.
Iupyn, die de opper Vierschaar spant,
Zweept al't gespuis ten Tartarus,
Op 't bidden van Mercurius,
Hy jaagd, op Themis bittre klagt,
In de eeuwig naare, en duistre nacht,
Door Cerbrus Vuursmoel al dien treyn.
De Tyd, door 't oopenen van't gordyn,
Leerd de uitkomst van die groote zaak.
Terwyl de Faam, tot veel vermaak
Der vroomen blaasdt de lof van 't Y.
Van Bubbel-oorzaak vrank en vry
De waarheid dempt het vuil gespens
Der loogenen, en rukt de grens
Ten smoel af, daar de Nyd, vertreen,
Haar Minnaar door de Waereld heen
Ziet breeken, om op 't eeuwig end
Te koomen, uit zyn zwaar elend:
Terwyl standvastigheid vertoond,
Hoe de yver voor 't gemeen, noch woond
In Leyden, en in Haarlems Stad.
Voorts ziet men op de kap, hoe dat
De deugd, of schoon verdrukt, op 't laast
Word onder de Englenrey geplaast:
Ook hoe de geldzugt, dwaas, en naar,
In't eind geraakt by Plutus schaar.
|
|