Het is een zielroerend tafereel der lotgevallen van een arm werkmanshuisgezin; even als in zyne vorige schriften, heeft de Heer Zetternam in hetzelve eene les besloten, die tot heil des volks strekken moet; maer haesten wy ons het te getuigen: hier heeft de krachtige schryver gansch andere dan zyne gewoone springveeren in werking gebragt. Geene bitterheid, geene wanhoop, geene schrikbarende wraekzucht; in tegendeel, hy heeft de zuiverste gevoelens van het menschelyk hart opgeroepen, de heiligste driften aengevuerd en zyn verbael gekleurd en verlicht door de stralen van weldadigheidsgevoel, van vaderliefde, van broedermin, van geduld in het lyden, van zelfsopoffering en van hoop. Getrouw bleef de heer Zetternam aen het grondbeginsel dat alle zyne voortbrengsels bezielt; de liefde tot het volk is ook in zyn verhael het innig gevoel, dat voortleeft door het geheel; maer, ons dunkens, heeft hy ditmael zyn verheven doel oneindig beter getroffen; dewyl na de lezing zyner zonderlinge bedelares, een gevoel van liefde tot den armen werkman ons den boezem vervult, en wy in bewondering staen dat in het hart van onze lydende medemenschen zoo veel edelmoed en zulken schat der heiligste zielenkrachten verborgen liggen. Zoo beminnen wy het magtig talent van den heer Zetternam, wanneer het troost giet over noodlottige smarten, wanneer het de weldadigheid in diepgevoelde toonen uitlokt, wanneer het de boosheid, de gierigheid en de eigenbaet geeselt en wraekt, doch ook het goede veredelt waer het zich bevinde.
Wat de styl en de vorm betreft in het stuk dat wy beoordeelen, wy mogen het in regtzinnigheid verklaren, nooit zagen wy van den heer Zetternam, zelden zagen wy in onze vlaemsche letterkunde, een schrift verschynen dat men zoo onvoorwaerdelyk kon pryzen. Vol waerheid, stille eenvoudige waerheid, vol vuer en leven, met diepe kracht bezield, kleurvol geschilderd, doorweven met tafereelen die sidderen doen of tranen uit de oogen rukken, - is het verhael van den heer Zetternam de openbaring van eene nieuwe gezichtszyde zyns talents: de schoonste en vruchtbaerste, waeraen hy, als schryver, onfeilbaer eene luisterryke toekomst zal te wyten hebben.
De vorige werken des heeren Zetternam schenen aen sommige persoonen dikwyls wat te eenzydig geschreven; evenwel heeft nooit iemand aen zyne verdiensten getwyfeld, en diegenen zelven welke met de vorm zyner voordragt geenen vrede hadden, bewonderden niet zelden de kracht zyner schilderingen en de rykheid zyner vinding.
Tot dezen zeggen wy: leest de zonderlinge Bedelares, in het jaerboekje,